Micha 2

1 Wee hun, die op slechtheid zinnen, En op hun legerstede boosheid beramen: Om het in de morgenstond ten uitvoer te brengen, Wanneer ze er de macht toe bezitten.

禍哉，那些在床上籌劃不義，圖謀行惡的人! 因為你們手中有能力，一到天亮，就去實行。

2 Ze begeren akkers: ze roven ze weg; Huizen: ze nemen ze af; Ze maken zich meester van den man en zijn huis, Van den eigenaar en zijn bezit.

他們想要田地，便去霸佔；朼想要房屋，便去奪取：以暴力對付業主和他的家族，物主和他的產業。

3 Daarom spreekt Jahweh: Zie, Ik beraam een onheil tegen dit ras, Dat ge niet van uw hals zult schudden, En waaronder ge niet rechtop kunt gaan. Ja, een boze tijd zal het zijn

為此上主這樣說：「看，我正在為這一家籌劃災禍，致令你們不能縮回你們的頭頸，也不能挺身前行，因為那是一個災禍的時刻。」

4 Op die dag! Dan zal men dit spotlied, Deze klaagzang over u zingen: "Wij zijn verloren, verloren! Het erfdeel van mijn volk is reddeloos heen; Onze akkers worden als buit verdeeld,

在那一日，人要作詩諷刺你們，唱這悲慘的哀哥說：「我們完全被搶掠了，我人民的基業已被人瓜分了，再無人歸還；我們的土地已分配給搶掠我們的人! 」

5 Niemand werpt voor u het lot voor uw deel!"

因此，你們在上主的集會中，再沒有拉繩測量和抽籤的人。

6 Profeteert toch niet in de gemeente van Jahweh, Voorspelt toch zulke dingen niet!

你們講說：「你們不要說預言。」「人不該預言這樣的事，恥辱決不會來到我們身上!

7 Neen, schande noch vloek Zal Jakobs huis kunnen treffen! Is Jahweh dan niet lankmoedig, Of zijn dàt soms zijn werken; Zijn zijn woorden niet vol goedheid Voor Israël, zijn volk?

雅各伯的家豈是可詛咒的﹖上主的氣量豈能變為狹小﹖難道這是衪的作風﹖衪的話豈不是有益於以色列子民﹖」

8 Maar gij zijt niet mijn volk, Gij treedt op als mijn vijand: Vreedzame lieden ontrooft gij hun mantel, Van argeloze wandelaars neemt gij buit.

「但是你們正像敵人一樣，起來攻擊我的人民，因為你們向沒有短衣的人索取長袍，向平安走路的人索取戰利品。

9 Gij verjaagt de vrouwen van mijn volk Uit het huis, dat haar lief is; En haar kinderen berooft ge Van mijn glorie voor immer.

你們驅逐我人民的婦女離開她們的快樂家庭，從她們的嬰兒身上，永遠奪去我的光榮。

10 Staat op, en gaat heen, Want dit land is geen rustplaats voor u; Om zijn onreinheid Gaat het onherroepelijk te gronde.

你們起來走吧! 因為這不是你們安息之所。為了不懂，這地必要遭受不可挽救的毀滅。」

11 Als ik iemand was, Die u ijdele leugens verkondde, Dan profeteerde ik u van wijn en drank: Dat zou eerst een profeet zijn voor uw volk!

假若有人隨從虛妄而撒謊說：「我要對你預言清酒和醇酒。」這人必可作這民族的先知。

12 Maar Ik jaag heel Jakob bijeen, Haal de resten van Israël samen; Ik drijf ze opeen als benauwde schapen, Als een kudde in nood, verward door hun rampspoed.

我必要聚集雅各伯全民眾，我必要集合以色列的遺民，使他們合併在一處，有如羊欄裏的綿羊，有如牧場上的羊群，不再怕任何人。

13 De belhamel gaat voor hen uit, Ze dringen door de poort naar buiten; Hun koning trekt voor hen uit, En Jahweh is aan hun spits.

開路者走在他們前面開道；他走在前面，眾人隨他穿門而過；他們的君王走在他們們前面，上主親作他們的響導。