Job 42
1 En Job antwoordde Jahweh, en sprak:
Отвещав же Иов, рече ко Господу:
2 Ik weet, dat Gij alles vermoogt, En geen uwer plannen wordt verijdeld.
вем, яко вся можеши, невозможно же Тебе ничтоже.
3 Ja, wie zou de Voorzienigheid duister maken Door woorden zonder verstand? Ik heb dus zonder inzicht gesproken, Over dingen, te wonderbaar voor mijn begrip!
Кто есть таяй от Тебе совет, щадяй же словеса и от Тебе мнится утаити? Кто же возвестит ми, ихже не ведех, велия и дивная, ихже не знах?
4 Ach, luister toch, als ik spreek; En leer mij, als ik U vragen stel!
Послушай же мене, Господи, да и аз возглаголю: вопрошу же Тя, ты же мя научи:
5 Door horen zeggen heb ik van U vernomen, Maar thans heeft mijn eigen oog U aanschouwd:
слухом убо уха слышах Тя первее, ныне же око мое виде Тя:
6 Daarom herroep ik, wat ik gezegd heb, En doe ik boete in stof en as!
темже укорих себе сам, и истаях, и мню себе землю и пепел.
7 Toen Jahweh tot Job dit betoog had gehouden, sprak Hij tot Elifaz van Teman: Mijn gramschap is tegen u en uw beide vrienden ontstoken, omdat gij over Mij de waarheid niet hebt gezegd, evenals mijn dienaar Job.
Бысть же егда изглагола Господь вся глаголголы сия Иову, рече Господь ко Елифазу Феманитину: согрешил еси ты и оба друзие твои: не глаголасте бо предо Мною ничтоже истинно, якоже раб Мои Иов:
8 Neemt daarom zeven stieren en zeven rammen, en gaat ermee naar mijn dienaar Job; draagt ze voor u als een brandoffer op, en laat mijn dienaar Job voor u bidden. Dan zal Ik terwille van hem u niet straffen voor de dwaasheid, dat gij over Mij de waarheid niet hebt gezegd, evenals mijn dienaar Job.
ныне же возмите седмь телцев и седмь овнов и идите ко рабу Моему Иову, и сотворит жертву о вас: Иов же раб Мой помолится о вас, понеже точию лице его прииму: аще бо не его ради, погубил бых убо вас: не глаголасте бо истины на раба Моего Иова.
9 Elifaz van Teman, Bildad van Sjóeach en Sofar van Naäma gingen dus heen, en deden wat Jahweh hun bevolen had. En Jahweh was Job terwille.
Отиде же Елифаз Феманитин и Валдад Савхейский и Софар Минейский и сотвориша, якоже повеле им Господь. И отпусти грехи им Иова ради.
10 Nadat Job dus voor zijn vrienden gebeden had, herstelde hem Jahweh niet alleen in zijn vroegere staat, maar schonk hem het dubbele van wat hij vroeger bezat.
Господь же возрасти Иова: молящуся же ему и о друзех своих, отпусти им грехи их, и даде Господь сугубая, елика бяху прежде Иову во усугубление.
11 Nu kwamen al zijn broers en zusters, en al zijn vroegere kennissen naar hem toe, en hielden maaltijd met hem in zijn huis; zij beklaagden hem en troostten hem over al het leed, dat Jahweh over hem had gebracht, en gaven hem allen een gouden munt en een gouden ring ten geschenke.
Услышаша же вси братия его и сестры его вся случившаяся ему, и приидоша к нему, и вси елицы знаху его первее: ядше же и пивше у него, утешиша его и дивишася о всех, яже наведе нань Бог: даде же ему кийждо агницу едину и четыре драхмы злата назнаменована.
12 En Jahweh zegende het verder leven van Job nog meer dan het vroegere: hij kreeg veertienduizend schapen en zesduizend kamelen, duizend koppel runderen en duizend ezelinnen.
Господь же благослови последняя Иовля, неже прежняя: бяху же скоти его, овец четыренадесять тысящ, велблюдов шесть тысящ, супруг волов тысяща, ослиц стадных тысяща.
13 Ook kreeg hij twee maal zeven zonen en drie dochters;
Родишажеся ему сынове седмь и дщери три:
14 de eerste noemde hij Jemima, de tweede Kesia en de derde Kéren-Happoek.
и нарече первую убо День, вторую же Кассию, третию же Амалфеев Рог:
15 In heel het land werden geen vrouwen gevonden, zo schoon als de dochters van Job; haar vader gaf haar een erfdeel evenals aan haar broers
и не обретошася подобны в лепоте дщерем Иовлевым в поднебесней: даде же им отец наследие в братии их.
16 Daarna leefde Job nog honderd veertig jaar, en mocht niet alleen zijn kinderen aanschouwen, maar ook zijn kleinkinderen tot in het vierde geslacht.
Поживе же Иов по язве лет сто седмьдесят, всех же лет поживе двести четыредесять осмь. И виде Иов сыны своя и сыны сынов своих, даже до четвертаго рода.
17 En Job stierf oud en hoogbejaard.
И скончася Иов стар и исполнь дний.
