Preface
Bibles
+
DPC
CUT
X
<
h6235
>
X
<
^
>
<
>
<
Job
28
>
1
Zeker, er is een plaats, waaruit het zilver komt, Een oord, waar het goud wordt gewassen,
銀子有礦; 煉金有方。
2
Het ijzer uit de bodem gehaald, De steen tot koper gesmolten;
鐵從地裏挖出; 銅從石中鎔化。
3
Waar men in de uiterste duisternis doordringt, En de diepste plekken doorvorst. In de rotsen, duister en somber.
人為黑暗定界限, 查究幽暗陰翳的石頭,直到極處,
4
Worden schachten gehakt door een volk, dat er niet hoort, Dat door de wandelaars wordt vergeten, Daar ver van de mensen hangt en zweeft;
在無人居住之處刨開礦穴, 過路的人也想不到他們; 又與人遠離,懸在空中搖來搖去。
5
En de aarde, waaruit het brood ontspruit, Wordt in haar ingewanden omgewoeld als door vuur.
至於地,能出糧食, 地內好像被火翻起來。
6
Haar rotsen zijn de plaats van saffier, Haar stof bevat goud;
地中的石頭有藍寶石, 並有金沙。
7
De arend kent er de weg niet heen, Het valkenoog bespeurt hem niet;
礦中的路鷙鳥不得知道; 鷹眼也未見過。
8
De roofdieren betreden hem niet, De luipaard gaat er niet heen.
狂傲的野獸未曾行過; 猛烈的獅子也未曾經過。
9
De mens slaat zijn hand aan de harde steen, Woelt de bergen om van hun grondslag af,
人伸手鑿開堅石, 傾倒山根,
10
Breekt gangen in de rotsen uit, Niets kostbaars ontsnapt aan zijn oog;
在磐石中鑿出水道, 親眼看見各樣寶物。
11
Hij zoekt de bronnen der stromen af, En brengt wat verborgen lag aan het licht.
他封閉水不得滴流, 使隱藏的物顯露出來。
12
Maar de wijsheid, waar is zij te vinden, En waar is het oord van het inzicht?
然而,智慧有何處可尋? 聰明之處在哪裏呢?
13
De mens kent er de weg niet heen, In het land der levenden bevindt ze zich niet.
智慧的價值無人能知, 在活人之地也無處可尋。
14
De afgrond roept: In mij is ze niet! De zee herhaalt: Ze is niet bij mij!
深淵說:不在我內; 滄海說:不在我中。
15
Zij wordt niet gekocht voor het fijnste goud, Geen zilver gewogen, om haar te betalen;
智慧非用黃金可得, 也不能平白銀為它的價值。
16
Zij wordt niet geschat tegen goud van Ofir, Tegen kostbare onyx, noch saffier;
俄斐金和貴重的紅瑪瑙, 並藍寶石,不足與較量;
17
Geen goud, geen glaswerk kan haar evenaren, Geen gouden vaas is haar prijs.
黃金和玻璃不足與比較; 精金的器皿不足與兌換。
18
Paarlen en kristal zijn naast haar niet in tel, Het vinden der wijsheid gaat dat van koralen te boven;
珊瑚、水晶都不足論; 智慧的價值勝過珍珠。
19
Topaas van Koesj kan het niet bij haar halen, Het zuiverst goud weegt niet tegen haar op.
古實的紅璧璽不足與比較; 精金也不足與較量。
20
De wijsheid, waar komt zij vandaan; Het inzicht, waar is zijn plaats?
智慧從何處來呢? 聰明之處在哪裏呢?
21
Zij ligt verborgen voor het oog van al wat leeft, Verscholen voor de vogels in de lucht;
是向一切有生命的眼目隱藏, 向空中的飛鳥掩蔽。
22
De onderwereld en dood roepen uit: Onze oren hebben enkel van haar bij geruchte gehoord.
滅沒和死亡說: 我們風聞其名。
23
Het is God, die de weg naar haar kent, Hij alleen weet, waar zij toeft.
上帝明白智慧的道路, 曉得智慧的所在。
24
Want Hij blikte tot aan de grenzen der aarde, Zag al wat onder de hemel bestond:
因他鑒察直到地極, 遍觀普天之下,
25
Toen Hij het gewicht van de wind bepaalde, De maat voor het water bestemde;
要為風定輕重, 又度量諸水;
26
Toen Hij de regen zijn wet gaf, En de donder zijn weg.
他為雨露定命令, 為雷電定道路。
27
Toen aanschouwde Hij haar en verkondigde haar, Kende Hij haar en doorgrondde haar;
那時他看見智慧,而且述說; 他堅定,並且查究。
28
Maar Hij sprak tot den mens: Zie, de vreze des Heren is wijsheid, En het kwade te mijden is inzicht!
他對人說:敬畏主就是智慧; 遠離惡便是聰明。
<
Job
28
>
Go to
>
Bookmark
/
Concordance
/
Maps
/
Report Issue
The world's first Holy Bible un-translation!