Aionian Verses

Pesi mebo ndamwaambila kuti, umwi awumwi uukalalila munyina uleede uleelde kubetekwa. Alimwi umwi awumwi uusampawula munyina uleelede lubeta lupati, pesi umwi awumwi utukila uleelede mulilo wa Gehena. (Geenna g1067)
Maar Ik zeg u dat een ieder die ten onrechte toornig is op zijn broeder, schuldig zal zijn voor het gericht; maar wie zegt tot zijn broeder: Raka! die zal schuldig zijn voor den Raad; en wie zegt: Gij dwaas! die zal schuldig zijn tot het helsche vuur. (Geenna g1067)
Na liso lyako lyalulyo lyakulebya, uligwisye ulisowe nkaambo kulakubotela kuti ufwidwe chipanzi chomwe kwiinda kusowelwa mu Gehena mubili wako woonse. (Geenna g1067)
En indien uw rechteroog u ergert, trek het uit en werp het van u weg; want het is beter voor u dat één uwer leden verderft, dan dat geheel uw lichaam in de hel zou geworpen worden. (Geenna g1067)
Alimwi kuti jaanza lyako lyalulyo lyakulebya, ulikosole ulisowe, nkaambo kulakubotela kuti ufwidwe chipanzi chomwe kwiinda kusowelwa mu Gehena mubili wako woonse. (Geenna g1067)
En indien uw rechterhand u ergert, snijd ze af en werp ze van u weg; want het is beter voor u dat één uwer leden verderft, dan dat geheel uw lichaam naar de hel zou gaan. (Geenna g1067)
Mutayoowi abo bajaya, mibili pesi kabakachilwa kujaya muuya. Anukuti mwelede kuyowa oyo ukonzya kujaya muuya a nyama mugehena. (Geenna g1067)
En vreest niet voor hen die het lichaam dooden, maar de ziel niet kunnen dooden, maar vreest veel meer hem die ziel en lichaam kan verderven in de hel. (Geenna g1067)
Webo, Kapenawumu, uyeeya kuti uzosumpulwa kujulu? Peepe, unoyoyetwa ansi kumulindi utagoli [Hadesi]. Nikwali kuti mu Sodomu mwakachitwa malele akachitwa mulinduwe, ninga mwachili asunu. (Hadēs g86)
En gij Kapernaüm! zijt gij niet tot den hemel toe verhoogd? Tot het doodenrijk toe zult gij nedergestooten worden. Want zoo in Sodom de krachten geschied, waren die in u geschied zijn, het zou tot vandaag toe bestaan hebben. (Hadēs g86)
Kufumbwa uwambula ijwi atala amwana muntu, ooyo uyolekelelwa. Pesi kufumbwa uwambula bubi atala a Muuya Uusalala, oyo takoyolekelelwa, na munyika eyi, na kuleeyo ichizosika. (aiōn g165)
En zoo wie een woord spreekt tegen den Zoon des menschen, het zal hem vergeven worden; maar zoo wie spreekt tegen den Heiligen Geest, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende. (aiōn g165)
Chakabyalwa mumuse ulamamvwa, oyu muntu umvwa ijwi, pesi misaalo yenyika abongelezyi bwabuvubi bwasyanikizya ijwi, elyo ulaba utachizyali michelo. (aiōn g165)
En die in de doornen gezaaid is, is hij die het woord hoort, en de zorgen des tijds en de verleiding des rijkdoms verstikken het woord, en het wordt onvruchtbaar. (aiōn g165)
Lino sinkondo wakabyala ngudyabulosi. Butebuzi ngimamanino achiindi, mpawo batebuzi mbaangelo. (aiōn g165)
De vijand, die dit gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding der eeuw, en de maaiers zijn engelen. (aiōn g165)
Nkinkako mbuli masokwe mbabunganigwa akuumpwa amulilo, aboobo mbukuyooba kumamanino achiindi. (aiōn g165)
Gelijk nu het onkruid vergaderd en met vuur verbrand wordt, zoo zal het zijn in de voleinding der eeuw. (aiōn g165)
Kuyoba obo kumamanino achindi. Baangelo bayosika akuyowandanya babi kuzwa kubaluleme. (aiōn g165)
Alzoo zal het zijn in de voleinding der eeuw: de engelen zullen uitgaan en de boozen afzonderen uit het midden der rechtvaardigen; (aiōn g165)
Alimwi ambebo ndamba kuti kulinduwe nduwe Pita, mpawo aatala amwaala ooyu ndiyoyaka mbungano yangu. Milyango yazibunda tikozokuzunda. (Hadēs g86)
Doch Ik zeg u ook dat gij zijt Petrus, en op deze rots zal ik mijn Gemeente bouwen, en de poorten van het doodenrijk zullen haar niet overweldigen. (Hadēs g86)
Kuti luboko lwakp na chituta chako chikupa chilebyo, chigonke ukuwaalila kule anduwe, kuli mbubo, kunjila mubuumi koli chilema na kotyokede kwiinda kuowelwa mumulilo utamani koli aamaboko aabili na mawuulu aabili. (aiōnios g166)
Indien dan uw hand of uw voet u ergert, snijdt ze af en werpt ze van u weg; het is u toch beter kreupel of verminkt het leven in te gaan, dan met twee handen of twee voeten in het eeuwig vuur geworpen te worden. (aiōnios g166)
Na liso lyko likuchita kuba chilebyo, ulidadule ulisowele kule aanduwe. Kuli mbubo kuti unjle mubuumi aliso limwi kwiinda kusowelwa mubbila lyamulilo koli ameso aabili. (Geenna g1067)
En indien uw oog u ergert, trekt het uit en werpt het van u weg; het is u toch beter met één oog het leven in te gaan, dan met twee oogen in het helsche vuur geworpen te worden. (Geenna g1067)
Amubona, mwalumi wakaza kuli Jesu akwamba kuti, “Muyiisi, nchichili chintu chibotu nchindinga ndilachita kuti ndibe abuumi ibutamani?” (aiōnios g166)
En ziet, er kwam een tot Hem die zeide: Goede Meester, welk goed zal ik doen opdat ik het eeuwige leven hebbe? (aiōnios g166)
Woonse oyo iwakasiide maanda, babunyiina, bachizi, wisi, banyina niiba myuunda nkambo kazina lyangu uyotambula tuli mbuli mwanda umwi akukona buumi ibutamani. (aiōnios g166)
En al wie verlaten zal hebben huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om mijns Naams wil, die zal honderdvoudig ontvangen en het eeuwige leven beërven. (aiōnios g166)
Nakabona mukuyu munsi lyamugwagwa, wakayinka kulinguwo akujana kakutakwe chintu kuli nguwo kunze kwamatu. Wakaamba kuti kulinguwo, “Kutakabi kuti kukabe michelo lubo kuzwa kulinduwe alimbi,” alubo mponya awo mukuyu wakapusama. (aiōn g165)
En een vijgeboom aan den weg ziende, ging Hij er naar toe; en Hij vond er niets aan dan alleen bladeren. En Hij zeide: Dat er nooit in der eeuwigheid meer vrucht aan u kome! En de vijgeboom verdorde terstond. (aiōn g165)
Maawe kulindinywe, nobalembi alimwi nobaFalisi, basikuupawupa! nkaambo muulya zintu zili mumaanda abamukabafu kamukomba nkombyo ndamfu. Muyotambula mulandu mupati. Maawe kulindinywe, nobalembi alimwi nobaFalisi, basikuupawupa! Nkambo mulayinka akulwizi alimwi akunyika kuti mukasandule muntu umwi, alimwi na waba oyo umwi, ngamwamuchita tubili kuba mwana wegehena mbuli ndinywe. (Geenna g1067)
Wee u, schriftgeleerden en fariseërs, gij geveinsden! omdat gij zee en land afreist om één proseliet te maken, en wanneer hij het is geworden, dan maakt gij hem een kind der hel, tweemaal meer dan gij zelf zijt. (Geenna g1067)
Inywe nobazooka, inywe nobana bachipile, muyokuchija biyeni kubetekwa kwagehena? (Geenna g1067)
Gij slangen– en adderengebroed! hoe zoudt gij het vonnis der hel ontvlieden? (Geenna g1067)
Nakachikkede atala lyechilundu cha Olivusi, basikwiiya bakamusikila kumbali bati, “twambile, ndilili nikuyochitika zintu eezi? Ninzi chiyoba chitondezyo chakuboola kwaako alimwi amamanino anyika?” (aiōn g165)
En toen Hij op den Berg der Olijven zat, kwamen de discipelen tot Hem afzonderlijk, zeggende: Zeg ons, wanneer zal dit zijn? en wat is het teeken van uw toekomst en van de voleinding der eeuw? (aiōn g165)
Eelyo uyoti kuli baabo batanoli kuchimweensi chakwe, 'Muzwe kuli ndime, inywe nimutukidwe, munjile mumulilo utamani ooyo ubambilidwe Satani abaangelo bakwe, (aiōnios g166)
Dan zal Hij ook zeggen tot die aan zijn linkerhand: Gaat van Mij weg, gij vervloekten! naar het eeuwige vuur, dat bereid is voor den duivel en zijn engelen. (aiōnios g166)
Aaba bayonjila muchisubulo chitamani, pesi baluleme bayonjila mubuumi ibutamani.” (aiōnios g166)
En dezen zullen heengaan tot eeuwige pijniging, maar de rechtvaardigen ten eeuwigen leven. (aiōnios g166)
Mubayiisye kulemeka zintu zyoonse nzindakamulayilila, amubone, ndilandinywe chiindi choonse, nikuba kusikila kumamanino.” (aiōn g165)
En ziet, Ik ben met u al de dagen tot aan het einde der eeuw. Amen. (aiōn g165)
pesi kufumbwa muntu usampawula Muuya Uusalala takonzyi kulekelelwa; ulaamulandu wachibi chitamani.” (aiōn g165, aiōnios g166)
maar zoo wie tegen den Heiligen Geest zal lasteren, — hij heeft geen vergiffenis in eeuwigheid, maar hij zal schuldig zijn aan een eeuwige zonde. (aiōn g165, aiōnios g166)
pesi masukusyo aanyika, kweenwa aabuvubi aziyandisyo zyazimwi zintu zyabuyo zilasika zyasyanikizya jwi, zyachita kuti litabi aamichelo. (aiōn g165)
en de zorgen des tijds, en de verleiding des rijkdoms, en de begeerte naar de andere dingen, komen binnen en verstikken het woord, en het wordt onvruchtbaar. (aiōn g165)
Naa kuboko kwako kwakubisizya, kudunsule. Nchibotu kunjila mubwami bwakubotelwa kwiinda kuba amaboko abili alimwi wakuwida mubbibi lyamulilo, kumulilo utazimi. (Geenna g1067)
En als uw hand u ergert, snijd ze af! het is beter dat gij verminkt naar het leven gaat, dan dat gij, twee handen hebbende, naar de helle gaat, naar het onuitbluschbaar vuur, (Geenna g1067)
Na kuulu kwako kwakuchita kuti ubisye, kudunsule. Nchibotu kunjila mubuumi bwakubotelwa kuli chilema kwiinda kuba amawulu abili alimwi wakuwida mubbibi lyamulilo. (Geenna g1067)
En als uw voet u ergert, snijd hem af! beter is het dat gij kreupel tot het leven ingaat, dan dat gij, twee voeten hebbende, in de helle geworpen wordt, (Geenna g1067)
Na liso lyako lyakuchita kuti ubisye, ligusye. Nchibotu kunjila mubwami bwakujulu aliso limwi kwiinda kuba ameso abili wakuwisigilwa mubbibi lyamulilo, (Geenna g1067)
En als uw oog u ergert, trek het uit! beter is het dat gij met één oog in het koninkrijk Gods ingaat, dan dat gij, twee oogen hebbende, in de helle geworpen wordt, (Geenna g1067)
Nakatalisya lweendo lwakwe, umwi mwalumi wakachijana wazofugama kunembo lyakwe alimwi wabuzya, “Muyisi mubotu, ndichite buti kuti ndikajane buumi butamani?” (aiōnios g166)
En toen Hij op weg ging, liep er een naar Hem toe en voor Hem op de knieën vallende vroeg hij Hem: Goede Meester! wat zal ik doen om eeuwig leven te verkrijgen? (aiōnios g166)
utakabule kutambula zyiindulwidwe mwaanda munyika omuno lino: n'anda abanyandumi a bachizi a mamama abana anyika, mukupenzegwa, munyika utobela, buumi butamani. (aiōn g165, aiōnios g166)
of hij ontvangt honderdvoudig nu in dezen tijd huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers, met vervolgingen, en in de eeuw die komende is, eeuwig leven. (aiōn g165, aiōnios g166)
Elyo wakaambila mukuyu kuti, “Kutazoobi naba womwe uzoolya michelo kulinduwe.” Basikwiiya baakwe bakamumvwa kawamba majwi aayo. (aiōn g165)
en Hij antwoordde en zeide tot den boom: Tot in eeuwigheid ete niemand meer vrucht van u! — En zijn discipelen hoorden het. (aiōn g165)
Uzooyendelezya ng'anda ya Jakobo mane kukabe kutamani, alimwi bwami bwakwe tabukozoomana pe. (aiōn g165)
en Hij zal koning zijn over het huis van Jakob tot in eeuwigheid en aan zijn koninkrijk zal geen einde zijn. (aiōn g165)
(mbuli mbakaamba kuli basikale besu) kuli Abraham alunyungu lwakwe.” (aiōn g165)
— gelijk Hij tot onze vaderen heeft gesproken— aan Abraham en zijn nakomelingen tot in eeuwigheid! (aiōn g165)
mbuli mbakaambula amilomo yabasinsimi bakwe basalala bakale. (aiōn g165)
— gelijk Hij gesproken heeft door den mond zijner heilige profeten van de oudste tijden af, — (aiōn g165)
Aawo bakali kumukumbila kuti atabatandili mumulindi uutagoli. (Abyssos g12)
En zij smeekten Hem dat Hij hun niet zou bevelen naar den afgrond te gaan. (Abyssos g12)
Iwe, Kkapenawuma, uyeeya kuti uzosumpwidwa kujulu na? Pepe, uzoboozegwa aansi ku Hadesi. (Hadēs g86)
En gij, Kapernaüm, zijt gij niet tot den hemel toe verhoogd? — Tot het doodenrijk toe zult gij nedergestooten worden! (Hadēs g86)
Amulange umwi muyiisyi wamilawu yachi Juda, wakanyampuka kayanda kumusunka, wakati, “Muyiisyi, niinzi nchenga ndilachita kuti ndijane buumi butamani?” (aiōnios g166)
En ziet, een zeker wetgeleerde stond op en zeide, om Hem te verzoeken: Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios g166)
Pesi ndilamwaambila aatala akuti ngwani ngumunga mulayoowa. Amuyoowe ooyo, uunga naajaya, ulaanguzu zyakuwaala mumulilo. Iyii, ndati kulindinye, amuyoowe nguwe ooyo. (Geenna g1067)
Maar Ik zal u toonen wien gij te vreezen hebt: Vreest hem die, nadat hij gedood heeft, macht heeft om in de hel te werpen; ja, zeg Ik u, dien moet gij vreezen. (Geenna g1067)
Simalelo wakabotelwa asilutwe ooyu nkaambo wakachita anzila iitaluleme. Nkaambo bana banyika iino tabaluleme pe mukubeleka abananyina kwiinda mbubali bana ba mumuni. (aiōn g165)
En de meester prees den onrechtvaardigen rentmeester omdat hij behendig had gedaan. Want de kinderen dezer eeuw zijn behendiger omtrent hun geslacht dan de kinderen des lichts. (aiōn g165)
Ndati kulindinywe, amulipangile bazolwani amali iitaluleme, kuchitila kuti niyoomana, bakamutambule mubuumi butamani. (aiōnios g166)
En Ik zeg ulieden: Maakt u vrienden uit den onrechtvaardigen rijkdom, opdat zij u ontvangen in de eeuwige tenten als gij gebrek zult hebben. (aiōnios g166)
mpawo kali mu Hadesi kali koomba, wakanyampula menso aakwe walanga kujulu wakabona Abbulahamu kali kule a Lazalo kali akaango kakwe. (Hadēs g86)
En toen hij in het doodenrijk zijn oogen opsloeg, in smarten zijnde, zag hij Abraham van verre en Lazarus in zijn schoot. (Hadēs g86)
Umwi mwendelezi wakamubuzya wati, “Muyisi mubotu, ngandilachita biyeni kuti ndikajane buumi butamani?” (aiōnios g166)
En een zeker overste vroeg Hem en zeide: Goede Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beërven? (aiōnios g166)
utakwe kuzojana zyindilide kuchiindi echino, amuchindi chibola, buumi butamani.” (aiōn g165, aiōnios g166)
die het niet veelvuldig zal weder ontvangen in dezen tijd, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. (aiōn g165, aiōnios g166)
Jesu wakati kulimbabo, “Bana balombe banyika iino balakwata alimwi balapegwa mulukwatano. (aiōn g165)
En Jezus zeide tot hen: De kinderen van deze eeuw trouwen en worden ten huwelijk gegeven; (aiōn g165)
Pesi aabo bataka[jane bulemu bwakutambula kubuka kubafu taakwe nibatakakwate na kupegwa mulukwatano. (aiōn g165)
maar zij die waardig geacht zullen zijn om die eeuw te verwerven en de verrijzenis uit de dooden, zullen niet trouwen of ten huwelijk gegeven worden; (aiōn g165)
kuti boonse basyoma bakabe abuumi butamani. (aiōnios g166)
opdat al wie in Hem gelooft, niet verga, maar eeuwig leven hebbe. (aiōnios g166)
Oobuya Leza mbwakayandisya nyika, eelyo wakiipa Mwana wakwe simuzyalwa aalike kuti kufumbwa uumusyoma mulinguwe atafwidilili pesi kuti aabe aabumi butamani. (aiōnios g166)
Want alzoo heeft God de wereld bemind, dat Hij zijn eeniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verga, maar eeuwig leven hebbe. (aiōnios g166)
Ooyo usyoma ku Mwana uli aabuumi butamani, pesi ooyo ukaka Mwana takwe kuyoobona buumi, pesi bukali bwa Leza bulakkala aalinguwe.” (aiōnios g166)
Die in den Zoon gelooft heeft eeuwig leven, maar die den Zoon ongehoorzaam is zal geen leven zien, maar de gramschap Gods blijft op hem. (aiōnios g166)
Pesi, manzi ngesikamupe ayoba kasensa kamanzi mulinguwe, kakunka mane kukabekutamani”. (aiōn g165, aiōnios g166)
Maar zoo wie drinkt van het water, dat Ik hem zal geven, die zal in eeuwigheid geen dorst krijgen; maar het water dat Ik hem zal geven zal in hem worden een fontein van water, dat springt tot in het eeuwige leven! (aiōn g165, aiōnios g166)
Oyo utebula utambula chakufola akubungika michelo yabumi butamani, kuchitila kuti oyo ubyala ayooyo utebula bakakondwe antomwe. (aiōnios g166)
De maaier ontvangt loon en vergadert vrucht ten eeuwigen leven, opdat de zaaier en de maaier zich te zamen verblijden. (aiōnios g166)
Nchobeni, nchobeni, Oyo umvwa ijwi lyangu akumusyoma wakandituma ulabuumi butamani mpawo tayopegwa mulandu, pesi winda kuzwa kulufu kuya kubuumi. (aiōnios g166)
Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die mijn woord hoort en gelooft in Hem die Mij heeft gezonden, die heeft het eeuwige leven; en in het oordeel komt hij niet, maar hij is overgegaan uit den dood naar het leven. (aiōnios g166)
Mulayandula magwalo nkaambo muyeye kuti muli ngawo mulibuumi butaman, mpawo ngayaya magwalo apeda bukamboni aatala andime. (aiōnios g166)
Gij onderzoekt de Schrifturen, omdat gij daarin eeuwig leven meent te hebben; en die zijn het die van Mij getuigen, (aiōnios g166)
Mutabelekeli kulya kumana, pesi mubelekele kulya kutola kubuumi butamani buumi Mwana a Muntu mbwayomupa, aboobo Leza Taata uyodinda chidindo chakwe alimbabo. (aiōnios g166)
Werkt niet om de spijze die vergaat, maar om de spijze die ten eeuwigen leven blijft, die de Zoon des menschen ulieden geven zal; want dezen heeft de Vader, dat is God, met zijn zegel bekrachtigd. (aiōnios g166)
Eno olu ndoluyando lwa Taata, ikuti umwi awumwi uubona Mwana akusyoma mulinguwe uyooba abumi butamanini alimwi ndiyomubusya mubuzuba bwamamanino. (aiōnios g166)
Want dit is de wil, mijns Vaders, die Mij gezonden heeft, dat een ieder die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, eeuwig leven hebbe, en Ik zal hem doen verrijzen ten laatsten dage. (aiōnios g166)
Nkasimpe, nkasimpe, ooyo usyoma ulaabumi butamani. (aiōnios g166)
Voorwaar, voorwaar Ik zeg ulieden: Die in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. (aiōnios g166)
Ndichinkwa chabuumi chakaza aansi kuzwa kujulu. Kuti naa umwi wachilya chinkwa eechi, uyoopona lyoonse. Chinkwa nchipa ngomubili wangu bube buumi bwanyika.” (aiōn g165)
Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel is nedergedaald; als iemand eet van dit brood, zal hij leven tot in eeuwigheid; en het brood dat Ik geven zal voor het leven der wereld, is mijn vleesch. (aiōn g165)
Kufumbwa uulya mubili wangu akunywa bulowa bwangu uyooba aabumi butamani alimwi ndiyomubusya kubuzuba bwamamanino. (aiōnios g166)
Die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, die heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen verrijzen ten laatsten dage. (aiōnios g166)
Echi nchinkwa chakaseluka aansi kuzwa kujulu, chitali eecho bamaTaata nchibakalya akufwa. Uulya chinkwa eechi uyopona lyoonse.” (aiōn g165)
Dit is het brood dat uit den hemel is nedergedaald; niet zooals de vaders het manna hebben gegeten en zijn gestorven; die dit brood eet zal leven tot in eeuwigheid. (aiōn g165)
'Simoni Pita wakasandula kuti,” mwaami, tulaya kuliini? uuli amajwi aabumi butamani, (aiōnios g166)
Simon Petrus antwoordde Hem: Heere! tot wien zouden wij gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven, (aiōnios g166)
Muzike takkalilili mun'anda kwalyoonse; mwana ulakkalilila chalyoonse. (aiōn g165)
De slaaf nu blijft niet eeuwig in het huis; de zoon blijft er eeuwig. (aiōn g165)
Chobeni, nchobeni, ndamwaambila, na umwi wabamba ijwi lyangu, takoyoobona lufu.” (aiōn g165)
Voorwaar, voorwaar Ik zeg ulieden: Als iemand mijn woord bewaard zal hebben, dan zal hij den dood niet zien in der eeuwigheid! (aiōn g165)
Ma Juda bakati kulinguwe, “Lino twaziba kuti uli aadayimona. Abbulahamu abasinsimi bakafwa; pesi wamba kuti, 'Na umwi wabamba ijwi lyangu, takoyoolabila lufu.' (aiōn g165)
De Joden dan zeiden tot Hem: Nu weten wij dat Gij een boozen geest hebt! Abraham is gestorven en de profeten, en Gij zegt: Als iemand mijn woord bewaart, die zal den dood niet smaken in der eeuwigheid! (aiōn g165)
Kuzwa nyika niyakalengwa takuna mvwigwa pe kuti naba omwe wakajula menso amuntu wakazyalwa kali moofu. (aiōn g165)
Van ouds af is het niet gehoord dat iemand de oogen geopend heeft van een blindgeborene. (aiōn g165)
Ndazipa buumi butamani. Tazikoyoofwa pe, aboobo takwe naba omwe uyozikwempya mujanza lyangu. (aiōn g165, aiōnios g166)
en Ik geef hun eeuwig leven, en zij zullen geenszins verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal ze rooven uit mijn hand. (aiōn g165, aiōnios g166)
alimwi kufumbwa oyo upona akusyoma mulindime takoyofwa pe. Ulazisyoma na eezi?” (aiōn g165)
en alwie leeft en in Mij gelooft, zal geenszins sterven in eeuwigheid! — Gelooft gij dat? (aiōn g165)
Ooo uyandisya buumi bwakwe takoyobujana, pesi utayandisyi buumi bwakwe kulizyanyika eeyi uyobamba buumi butamani. (aiōnios g166)
Die zijn leven bemint zal het verliezen, en die zijn leven haat in deze wereld, die zal het bewaren ten eeuwigen leven. (aiōnios g166)
Makamu akamusandula, “Twakamvwa kuzwa kumulawu kuti Kkilisito uzokkala ikutamani. Wamba buyeni ikuti, ' Mwana Muntu uyelede kusumpulwa? Nguli ooyo Mwana Muntu? (aiōn g165)
De schare dan antwoordde Hem: Wij hebben gehoord uit de wet dat de Christus in eeuwigheid blijft; en hoe zegt Gij dan dat de Zoon des menschen moet verhoogd worden? Wie is die Zoon des menschen? (aiōn g165)
Ndiizi kuti chelelo mbuumi butamani, mbubobu nzizezi zindawamba - mbuli Taata mbwakambula kuli ndime, mbubobu ndilamba.” (aiōnios g166)
en Ik weet dat zijn gebod eeuwig leven is. Wat Ik dan spreek, spreek Ik zooals de Vader Mij gezegd heeft. (aiōnios g166)
Pita wakati kulinguwe, “tokonzyi kundisanzya mawulu angu, “Jesu wakamusandula wati, “kuti tendakusanzya tokooba abulyidilane pe ambebo. (aiōn g165)
Petrus zeide tot Hem: Mij zult Gij de voeten niet wasschen in eeuwigheid! — Jezus antwoordde hem: Als Ik u niet wassche, dan hebt gij geen deel met Mij! (aiōn g165)
alimwi ndiyookomba kuli Taata alimwi uyomupa uumbi mugwasyi kuchitila kuti akabe aandinywe kusikila kukabe kutamani - (aiōn g165)
en Ik zal den Vader vragen, en een anderen Bijstand zal Hij u geven, opdat Hij bij u zij tot in eeuwigheid; (aiōn g165)
mbuli mbwakamupa bwendelezi atala ailengwa zyoonse kuchitila kuti azope buumi butamani kuli woonse ooyo ngwakapa kuli nguwe. (aiōnios g166)
gelijk Gij Hem macht hebt gegeven over alle vleesch, opdat Hij aan allen, die Gij Hem gegeven hebt, eeuwig leven geve! (aiōnios g166)
Mbuli ibuumi butamani kuti bakuzibe, nduwe Leza wakasimpe, akuli nguwe ooyo ngwakatuma, Jesu Kkilisito. (aiōnios g166)
Dit nu is het eeuwige leven dat zij U kennen, den eenigen waarachtigen God en dien Gij gezonden hebt, Jezus Christus. (aiōnios g166)
Nkaambo tokoyoolekela muuya wangu mu Hadesi, nikuba kuyozumina Musalali wako kuti akabone bubozi. (Hadēs g86)
op hope dat Gij mijn ziel niet zult overlaten in het doodenrijk en niet zult toelaten dat uw Heilige verderving zie; (Hadēs g86)
Wakabona zyakali kuyanda kuchitika muchiindi chiboola kwaamba aatala abubuke bwa Kkilisito, 'Taakwe pe anakalekelwa mu Hadesi, nuuba amubili wakwe taakwe niwakabola pe.' (Hadēs g86)
zoo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de verrijzenis van Christus, dat Hij niet in het doodenrijk is overgelaten, noch zijn vleesch verderving heeft gezien. (Hadēs g86)
Ngonguwe weelede kutambulwa ajulu mane zintu zyoonse zikabweedezegwe muchiimo chazyo, aatala aazintu Leza nzyakaambuula kwiinda mumilomo yaba sinsimi basalala. (aiōn g165)
wien de hemel moet ontvangen tot op den tijd der herstelling aller dingen, waarvan God heeft gesproken door den mond der heilige profeten van oudsher. (aiōn g165)
Pesi Pawulo a Bbanabbasi bakambuula chamanguzu kabti, “Kwakeelede kuti ijwi lya Leza kalyaambwa kusanguna kuli ndinywe. Mukubona kuti mula litabulula kuzwa kulindinywe akulibona kamuteeledwe buumi bulakujulu, amubone, tuyobweeda kuli basizibi. (aiōnios g166)
Doch Paulus en Barnabas zeiden met vrijmoedigheid: Tot ulieden moest het woord Gods het eerst gesproken worden; maar omdat gij het verwerpt en u zelven des eeuwigen levens niet waardig oordeelt, ziet, wij keeren ons tot de heidenen! (aiōnios g166)
Awo basizibi nibakamvwa echi, bakabotelwa akusalazya ijwi lya Mwami. Mbuli biingi bakasalwa kubuumi bwakujulu bakasyoma. (aiōnios g166)
Toen nu de heidenen dit hoorden waren zij verblijd en zij prezen het woord des Heeren, en zoovelen er verordineerd waren ten eeuwigen leven, geloofden. (aiōnios g166)
Mbuboobu Mwami mbwaamba, ooyo wakachita zintu ezi zyakazibinkana kuzwa muzyiindi zyakale. ( kuli magwalo aba Giliki achiindi alabupanduluzi busiyen, mubunini, mbubobu Mwami mbwaamba, aabo bazi zyoonse nzyakachita kuzwa kuchiindi chakale. (aiōn g165)
die bekend zijn van eeuwigheid. (aiōn g165)
Nkaambo bube bwakwe butaboneki bwakatondeezegwa aantanganan kuzwa kumatalikilo akulengwa zintu. Bube oobu ninguzu zyakwe zitamani alimwi abunajulu. Akaambo kaako, aaba bantu tabachikwe ntami pe. (aïdios g126)
Want zijn onzichtbare deugden, te weten: zijn eeuwige kracht en godheid, worden van de schepping der wereld af door zijn werken bekend en gezien; zoodat zij niet onschuldig zijn, (aïdios g126)
Mbimbabo bakachinchaanya kasimpe kaLeza kumabejo, alimwi bakakomba akulemya zilengwa kwiinda Mulengi, uyolumbayizigwa chakutamana. Amen. (aiōn g165)
die de waarheid Gods hebben verwisseld met den leugen, en het schepsel hebben vereerd en gediend boven den Schepper, die is te prijzen tot in eeuwigheid, Amen. (aiōn g165)
kulibaabo bachita kabotu chabusungu akuyanduula bulumbu, kulemekwa, alimwi akutafwa, uyoopa buumi butamani. (aiōnios g166)
namelijk eeuwig leven aan degenen die, met volharding in goeddoen, naar glorie en eer en onverderfelijkheid zoeken; (aiōnios g166)
Eezi zyakachitilwa kuti, ichibi mbuchakeendelezya mulufu, mbombubo luzyalo mbuluyooyendelezya kwiindila mubululami bwabuumi butamani kwiindila muli Jesu KkilisitoMwaami wesu. (aiōnios g166)
opdat zooals de zonde heerschte in den dood, alzoo ook de genade heerschen zou door rechtvaardigheid tot eeuwig leven, door Jezus Christus onzen Heere. (aiōnios g166)
Pesi lino mbulimbumwakangununwa kuzwa kuchibi akuba bazike kuli Leza, mula michelo yanu yakusalazigwa. Impindu mbumi butamani. (aiōnios g166)
Maar nu vrijgemaakt zijnde van de zonde en Gode dienstbaar geworden, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking en het einde is het eeuwige leven; (aiōnios g166)
Nkambo mpindu yazibi ndufu, pesi chipo chaLeza mbumi butamani muliKkilisto Jesu Mwami wesu. (aiōnios g166)
want het loon der zonde is de dood, maar de gifte van Gods genade is het eeuwig leven in Christus Jezus onzen Heere. (aiōnios g166)
Bamataata babo chiindi kwakazwa Kkilisto, kwiinda munyama - we kali Leza atala zyoonse. weelede kulumbayizigwa mane kutamani. Ameni. (aiōn g165)
Van wie de vaderen zijn, en uit wie de Christus is, wat het vleesch betreft, die God is boven allen, geprezen tot in eeuwigheid. Amen. (aiōn g165)
; aboobo utambi kuti ngwani uyoselukila kubusena busiya (nkokuti akeete Kkilisitu kuzwa kubafu). (Abyssos g12)
of: wie zal afdalen naar den afgrond? dat is, om Christus uit de dooden op te brengen. (Abyssos g12)
Nkaambo Leza wakazijalila zyoonse mukutaswilila kuchitila kuti atondezye luse kuli bonse. (eleēsē g1653)
Want God heeft allen besloten tot ongehoorzaamheid opdat Hij allen zou barmhartig zijn. (eleēsē g1653)
Nkaambo kuzwa mulinguwe alimwi akwiinda mulinguwe alimwi akuli nguwe zyoonse zintu nkuzibede. Kulinguwe abube bulemu bwalyoonse. Amen. (aiōn g165)
Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen! Hem de glorie tot in eeuwigheid! Amen. (aiōn g165)
Mutakozyanisigwi anchito zyanyika, pesi musanduke kukuchitulula kwamizeezo yanu. Amukachite eechi kuti mukazibe chibotu. Awumwi mbuli mweelwe walusyomo Leza ndwamupede. (aiōn g165)
En wordt niet gelijkvormig aan deze eeuw, maar wordt veranderd door de vernieuwing des gemoeds, om te beproeven welke de wil van God zij, wat goed en welgevallig en volmaakt zij. (aiōn g165)
Lino kuliyoyo ukonzya kukuchita usime mbuli makani angu mabotu akompolola kwaJesu Kkilisito, mbuli chiyubunizyo chensiiswa zyakasisikene kwachiindi chilamfu, (aiōnios g166)
Hem nu die machtig is ulieden te versterken, volgens mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, volgens de openbaring der verborgenheid, die gedurende onheugelijke tijden verzwegen is, (aiōnios g166)
pesi lino lyakayubununwa lyachitwa kuti lizibikane kwiinda akulemba kwaba sinsimi kunyika zyoonse, akulayilila kwaLeza bwinibwini, mukweeta kuteelela kwalusyomo. (aiōnios g166)
maar nu is geopenbaard en door de profetische Schrifturen volgens bevel des eeuwigen Gods is bekend geworden onder alle volken, tot gehoorzaamheid des geloofs, (aiōnios g166)
Kuliyooyo uchenjede Leza kwindilila aJesu Kkilisito, abulemu kutamani. Ameni. (aiōn g165)
den alleen wijzen God, door Jezus Christus, Hem de glorie tot in eeuwigheid! Amen. (aiōn g165)
Ulikuli muntu musongo? Ulikuli mulembi? Ulikuli sikukazya wanyika eeno? Sa Leza takasandula busongo bwanyika kubufubafuba? (aiōn g165)
Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de twistredenaar dezer eeuw? Heeft God de wijsheid der wereld niet verdwaasd? (aiōn g165)
Lino twambula busongo mukati kabantu bazyikitide, pesi butali busongo bwanyika eeyi, kana bwendelezi bwalino, aboo bayobwinda. (aiōn g165)
Toch spreken wij wijsheid onder de volwassenen, doch een wijsheid niet van deze eeuw, noch van de oversten dezer eeuw die verdwijnen; (aiōn g165)
Anukuti twambula abusongo bwaLeza musimpe lisisidwe, busongo busisidwe oobo Leza mbwakali wabikka kunembo lyamyaka yabulemu besu. (aiōn g165)
maar wij spreken Gods wijsheid in een verborgenheid, die bedekt was, en die God vóór de eeuwen bestemd had tot onze glorie, (aiōn g165)
Takwe naba omwe wabendelezi balino wakachimvwisisisya, nkambo anoli bakachimvwisissya, nikuli tebakamukankamina pe Mwami wabulemu. (aiōn g165)
die niemand van de oversten dezer eeuw gekend heeft; want als zij ze gekend hadden dan zouden zij den Heere der glorie niet gekruisigd hebben. (aiōn g165)
Kutabi umwi uulyena. Na umwi wenu akati kenu uyeya kuti musongo muchiindi echino, mumuleke abe “mufubafuba” kuti abe musongo. (aiōn g165)
Dat niemand zich zelven bedriege! Als iemand onder ulieden denkt verstandig te zijn in deze eeuw, dat hij dan een dwaas worde, opdat hij verstandig moge worden. (aiōn g165)
Nkinkaako, na kulya chaba chilebyo kumukwesu, nsikoyoolya limbi nyama, kuti nditawisyi mukwesu. (aiōn g165)
Daarom, als spijze mijn broeder ergert, zal ik volstrekt nooit vleesch eten, opdat ik mijn broeder niet zou ergeren. (aiōn g165)
Lino ezi zintu zyakachitika kuli mbabo mbuli chitondezyo kuli ndiswe. Zyakalembelwa kuti lube lulayo kulindiswe - kuli ndiswe abo mamanino achindi ngasikilide. (aiōn g165)
Deze dingen nu zijn hun overkomen bij maniere van voorbeelden, en ze zijn beschreven tot waarschuwing van ons tot wie de einden der eeuwen zijn gekomen. (aiōn g165)
“Lufu, lulikuli luzundo lwako. Lufu, lulikuli lumoola lwako?” (Hadēs g86)
O dood, waar is uw overwinning? O dood, waar is uw prikkel? (Hadēs g86)
Mukambo kabo, baLeza bayeyi nyika bawofwazya ikutasyoma kwamizezo. Nkambo kambubobu, tabakonzyi kubona mumuni wamakani mabotu abulemu bwaKkilisito, ulichikozyanyo chaLeza. (aiōn g165)
in wie de god dezer eeuw de zinnen der ongeloovigen heeft verblind, opdat zij niet zouden zien het licht des Evangelies der glorie van Christus, die het beeld van God is. (aiōn g165)
Echi chiyezyo mapenzi mawubawuba alikutubambila butamani bundemenene bwabulemu obo bwindilila zyoonse zyelesyo. (aiōnios g166)
Want onze lichte verdrukking, die maar voor een oogenblik is, werkt ons op de meest uitnemende wijze een eeuwig gewicht van glorie, (aiōnios g166)
Lino tatulangililwi kuzintu ezyo zibonwa pesi kuzintu zitabonwi. Zintu ezi nzitubona zilamana, pesi zintu zitabonwi tazimani. (aiōnios g166)
omdat wij niet het oog hebben op de dingen die zichtbaar zijn, maar op de dingen die niet zichtbaar zijn; want de zichtbare dingen zijn voor een tijd, maar de onzichtbare dingen zijn eeuwig. (aiōnios g166)
Tulizi kuti na nganda yesu yansi chilawu - yamwayisigwa, tulabuyaki kuliLeza. Ninganda itayakwi amaboko abantu pesi nganda itamani, ilikujulu. (aiōnios g166)
Want wij weten, als deze onze aardsche woning zal afgebroken zijn, dat wij een gebouw uit God hebben, een woning zonder handen gemaakt, eeuwig, in de hemelen. (aiōnios g166)
Kuli mbuli mbukulembedwe: “Wakaaba buvubi bwakwe akubupa kubachete. Bululami bwakwe bulapona kwalyoonse.” (aiōn g165)
zooals er geschreven is: hij heeft uitgedeeld; hij heeft den armen gegeven; zijn rechtvaardigheid blijft tot in eeuwigheid. (aiōn g165)
Leza alimwi Wisi waMwaami Jesu, ooyo wakalongezegwa kutamani, ulizi kuti nsili kubeja pe! (aiōn g165)
De God en Vader van den Heere Jezus, die geprezen zij in der eeuwigheid, weet dat ik niet lieg! (aiōn g165)
Wakalipeda lwakwe kuzibi zyesu kuchitilakuti atwaangunune kuzwa kububi bwalino, kwiinda mukuyanda kwa Leza wesu mpwao a Taata, (aiōn g165)
die zich zelven gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige booze eeuw, naar den wil van God, onzen Vader, (aiōn g165)
Kulinguwe akube bulemu kwalyoonse alyoonse. Amen. (aiōn g165)
wien de glorie zij tot in alle eeuwigheid! Amen. (aiōn g165)
Nkambo oyo ubyala imbuto munyama yakwe, kuzwa kunyama uyotebula lunyonyko. Kuli ooyo ubyala imbuto kumuuya kuzwa kumuuya uyotebula buumi ibutamani. (aiōnios g166)
Want hij die zaait op zijn eigen vleesch zal uit het vleesch verderf maaien; maar hij die zaait op den geest zal uit den geest eeuwig leven maaien. (aiōnios g166)
Wakakkazika Kkilisito kule atala lyayoonse milawu abwendelezi anguzu abasinguzu, alyoonse zina eelyo lyuzikidwe Kkilisito uyoyendelezya kutensi mulicheechi chibela luzutu, pesi amuchibeela chiza. (aiōn g165)
verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam die genoemd wordt, niet alleen in deze eeuw, maar ook in de toekomende; (aiōn g165)
Mwakali kupona kwindila kumuzuluzi wamulawu wamuuya, muuya oyo ulikubeleka mubana batakwe lulayo. (aiōn g165)
waarin gij vroeger gewandeld hebt naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid, (aiōn g165)
Kuchitila kuti muminyaka iza akatondezya kulindiswe kulindiswe buvubi bwakwe bupati buteleki kwa luzyalo lwakwe lutondezegwe mulwetelelo lwakwe kulindiswe muli Kkilisitu Jesu. (aiōn g165)
opdat Hij betoonen zou in de toekomende eeuwen den alles overtreffenden rijkdom zijner genade, in zijn goedertierenheid over ons in Christus Jezus. (aiōn g165)
akweta kumumuni kuli boonse mabambe - ezintu zyakasisidwe kwaminyaka myiingi muli Leza, wakalenga zintu zyoonse. (aiōn g165)
en voor allen in het licht te stellen welke de bedeeling is der verborgenheid die door alle eeuwen heen verborgen is geweest in God die alle dingen geschapen heeft, (aiōn g165)
Eezi zyakachitika kwindilila kumabambe atamani ayo ngakazuzikizya muli Kkilisito Jesu Mwami wesu. (aiōn g165)
naar het eeuwig voornemen dat Hij opgevat heeft in Christus Jezus, onzen Heere, (aiōn g165)
Kulinguwe akube bulemu mumbungano amuli Kkilisito Jesu kumikkowa yoonse kwalyoonse alyoonse. Amen. (aiōn g165)
Hem zij de glorie in de gemeente en in Christus Jezus, door alle geslachten van alle eeuwen. Amen. (aiōn g165)
Eelyo kupengana kwesu takwiminene enyama abulowa, pesi kwiminene abendelezi abendelezi, kwiminene anguzu ezi ziliwo zyamudima, kwiminene abwendelezi bwamyuya mibi ili mumilengalenga yakujulu. (aiōn g165)
Want voor ons is de worsteling niet tegen vleesch en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheerschers dezer duisternis, tegen de geestelijke wezens der boosheid in de hemelsche plaatsen. (aiōn g165)
Lino kuli Leza a Taata akube bulemu bwalyoonse alyoonse. Ameni. (aiōn g165)
Gode en onzen Vader zij de glorie in alle eeuwigheden. Amen. (aiōn g165)
Makani aayubide aasisidwe muchindi chamazyalani akalekale. Pele kwaino aliyubunwidwe kubasalali ba Leza. (aiōn g165)
te weten de verborgenheid die verborgen is geweest van alle eeuwen en geslachten, doch nu geopenbaard is aan zijn heiligen, (aiōn g165)
Bayopengana achisubulo chalunyonyoko lutamanikuzwa kunembo lyaMwami akuzwa kubulemu bwanguzuzyakwe. (aiōnios g166)
die gestraft zullen worden met een eeuwig verderf van het aangezicht des Heeren en van de glorie zijner sterkte, (aiōnios g166)
Elyo Mwami wesu Jesu Kkilisito mwini aLeza Taatesu, wakatuyanda akutupa lumbulizyo lutamani abulangilizi bubootu kwiinda muluzyalo, (aiōnios g166)
En onze Heere Jezus Christus zelf en onze God en Vader die ons bemind heeft en een eeuwige vertroosting gegeven heeft, en goede hope in genade, (aiōnios g166)
Pesi nkaambo kaboobo ndakapegwa luse, kuti mulindime, mutanzi, Kkilisito Jesu akonzyed kutondezya moyo mulamfu. Wakachita eechi mbuli chitondezyo kulibaabo bayosyoma mulinguwe kubuumi butamani. (aiōnios g166)
Maar daarom verkreeg ik barmhartigheid, opdat Jezus Christus in mij, als den eerste, alle lankmoedigheid zou betoonen, tot een voorbeeld van degenen die gelooven zullen tot het eeuwige leven. (aiōnios g166)
Lino kuMwaami wachindi, utafwi, utabonwi, Leza uumwi luzutu, ngakube bulumbu alimwi bulemu kuli lyoonsea lyoonse. Ameni. (aiōn g165)
Den Koning nu der eeuwen, den onverderfelijken, onzichtbaren, eenigen God, zij lof en glorie tot in alle eeuwigheid! Amen. (aiōn g165)
Lwana kulwana kubotu kwalusyomo. Jatisya buumi butamani ooko nkuwakiitwa, alimwi ooko nkuwakapa kwaamba kabotu kunembo lyabakamboni biingi. (aiōnios g166)
Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis beleden hebt voor het aangezicht van veel getuigen. (aiōnios g166)
Alike utafwi alimwi uukkala mumumuni utakonzyi kuswenegwa aafwifwi. Tawo pe muntu kumubona na ukonzya kumulanga. Kulinguwe akube bulemu abweendelezi butamani. Ameni. (aiōnios g166)
die alleen onsterfelijkheid bezit, een ongenaakbaar licht bewonende, dien geen mensch gezien heeft, noch zien kan; aan wien de eere toekomt en eeuwige kracht! Amen. (aiōnios g166)
Mubululami layilila ibanotede munyika iino kuti batabi balisumpula alimwi batabi balangilila kubunoti, butazibinkene. Aboobo, beelede kuba aabulangilizi muliLeza. Ulapa kulindiswe toonse bunoti bwanchoonzyo kuti tunonenwe. (aiōn g165)
Aan de rijken in de tegenwoordige eeuw moet gij gebieden niet hoogmoedig te zijn, noch te vertrouwen op de ongestadigheid van den rijkdom, maar op den God die leeft en die ons alle dingen overvloediglijk verschaft tot gebruik; (aiōn g165)
Ngu Leza wakakufutula alimwi wakatwiita alwiito lusalala. Wakachita eezi, kutali kumilimu yesu, pesi mukwiindilila mumakanze aakwe aluzyalo. Wakatupa zintu zyoonse eezi muli Kkilisito Jesu zintu zyoonse nkazitanabawo. (aiōnios g166)
die ons verlost heeft en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken maar naar zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen, (aiōnios g166)
Aboobo ndakakatila muzintu zyoonse akaambo kabasale, kuti ambweni abalabo bakatambule lufutuko oolo luli muli Kkilisito Jesu, abulemu butamani. (aiōnios g166)
Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid bekomen zouden, die is in Christus Jezus, met eeuwige glorie. (aiōnios g166)
Nkaambo Demasi wandikaka. Wayanda zintu zyanyika alimwi winka kuTesalonika. Kkilisensi wakaya kuaGalatiya, alimwi Tayitasi wakaya kuDalumatiya. (aiōn g165)
Want Demas heeft mij verlaten, uit liefde tot de tegenwoordige eeuw, en is gereisd naar Thessalonika, Krescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië. (aiōn g165)
Mwami uyondivuna kulizyoonse incito mbi akundifutula nkaambo kabwami bwakwe bwakujulu. Kulinguwe kube bulemu kwalyoonse alyoonse. Ameni. (aiōn g165)
De Heere zal mij verlossen van alle kwaad werk en zal mij bewaren tot zijn hemelsch koninkrijk. Hem zij de glorie tot in alle eeuwigheid! Amen. (aiōn g165)
abulangilizi bwabuumi bwalyoonse oobo Leza utabeji pe, mbwakasyomezya chiindi kakutana kwaba zyoonse pe. (aiōnios g166)
op hope van het eeuwige leven, dat God die niet liegt beloofd heeft vóór de tijden der eeuwen, (aiōnios g166)
Lwakatuyiisya kukukazika zintu zitakwe buna Leza azisusi zyenyika, akupona chakulijata, akululama, akupona buumi bulabuna Leza muchiindi echino. (aiōn g165)
ons opvoedende, opdat wij, de goddeloosheid en de wereldsche lusten verzakende, matig, en rechtvaardig, en godvruchtig zouden leven in de tegenwoordige eeuw, (aiōn g165)
Ezi wakazichita kuti tululamikwe kuluzyalo, tuzobe basikukona katulabulangizi bwabuumi ibutamani. (aiōnios g166)
opdat wij, gerechtvaardigd zijnde door zijn genade, erfgenamen zouden worden, naar de hope des eeuwigen levens. (aiōnios g166)
Alimwi kuli zeezi wakaanzanisigwa ayebo kwachindi, kuti uzyoobawe musule akutamani. (aiōnios g166)
Misschien toch is hij daarom voor een tijd van u gescheiden geweest, opdat gij hem voor eeuwig zoudt wederbekomen; (aiōnios g166)
Pesi muli aaya mazuba aamamanino wakaambula kulindiswe kwiinda mumwana mulombe, ooyo ngwaakayimikizya kuti akabesikulya lukonowezintu zyoonse. Nkwiindila mulinguwe alubo Leza wakachita bwaanze. (aiōn g165)
heeft Hij op het laatst dezer dagen tot ons gesproken in den Zoon, dien Hij heeft gesteld tot erfgenaam van alle dingen, door wien Hij ook de eeuwen gemaakt heeft; (aiōn g165)
Pesi aatala amwana utuu, “Chuuno chakwe, Leza, chikkala mane kukabe kutamani. Lubeteko lwabwami bwako ndubeteko lwabululami. (aiōn g165)
maar tot den Zoon zegt Hij: uw troon, o God, is tot in alle eeuwigheid, en de staf der rechtvaardigheid is de staf van uw koninkrijk; (aiōn g165)
Kulimbuli mbukwaambidwe kulibumwi busena kutgi, “Uli mupayizi walyoonse mbuli Melukkizedeki.” (aiōn g165)
Zooals Hij ook op een andere plaats zegt: Gij zijt een eeuwig priester naar de orde van Melchizedek. (aiōn g165)
Wakachitwa mululami mpawo, kubantu boonse bamulemeka, wakabapa lufutuko lutaman. (aiōnios g166)
en volmaakt zijnde is Hij voor allen die Hem gehoorzamen de bron eener eeuwige behoudenis geworden, (aiōnios g166)
Olo matalikilo aanjisyo yazyalubbabbatizyo, buyale bwamaboko, bubuke bwabafu, alubeta lutamani. (aiōnios g166)
van de leer der reinigingen, en van handenoplegging en van verrijzenis der dooden, en van een eeuwig oordeel. (aiōnios g166)
mpawo akulabila ijwi bbotu lyaLeza amanguzu achiindi chiza, (aiōn g165)
en die het goede woord Gods gesmaakt hebben, en de krachten der toekomende eeuw, (aiōn g165)
Jesu, wakeendakunembo lyesu, nkwakanjilila mubusena obo akambo kesu. Elyo wakaba mupayizi mupati kwakutamani musule amalayilile aMelikizedeki. (aiōn g165)
waar Jezus als voorlooper voor ons is ingegaan, die naar de orde van Melchizedek een Hoogepriester geworden is tot in eeuwigheid. (aiōn g165)
Nkambo magwalo ababukamboni anguwe: “Ulimupayizi kwalyoonse kwinda mumabmbe aMelikizedeki.” (aiōn g165)
Want er wordt gezegd: Gij zijt priester tot in eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek. (aiōn g165)
Pesi wakaba mupayizi kwinda muchikonke nchaakatola kulumwi ooyo wakati kulinguwe, “Mwaami wakakonka alubo taakwe nazosanduka pe muzezo wakwe: Ulimupayizi kwalyoonse.” (aiōn g165)
maar Jezus met eedzwering door dengene die tot Hem gezegd heeft: de Heere heeft gezworen, en zal geen berouw hebben: Gij zijt priester tot in eeuwigheid (aiōn g165)
Pesi akambo kakuti Jesu ulapona kwalyonse, ulabupayizi bwalyoonse. (aiōn g165)
maar deze, omdat Hij blijft tot in eeuwigheid, heeft een onvergankelijk priesterschap. (aiōn g165)
Nkambo mulawu upa bapayizi kumuntu ulabukompami. Pesi ijwi lyachi chikonke, eelyo lyakaza kunembo amulawu, lyakapa mwana, ooyo wakasalazigwa kwalyoonse. (aiōn g165)
Want de wet stelt aan tot hoogepriesters menschen die zwakheden hebben, maar het woord der eedzwering, dat na de wet kwam, stelt den Zoon aan, die tot in eeuwigheid volkomen geworden is. (aiōn g165)
Tekwakali kwabulowa bwampongo abwang'ombe, pesi abulowa bwakwe obo bwakanjilila mubusena busalalisya kamwi kwalyoonse akujana akukwabilila kwaununuko lwenu lutamani. (aiōnios g166)
noch door het bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed, een eeuwige verlossing verworven hebbende. (aiōnios g166)
buyoba byeni bulowa bwaKkilisito, ngwani mukwiinda mumuya uusalala utamani wakalipeda lwakwe mwiini kutakwe kampenda kuli Leza, kuto asalazye kubisya kwesu kuzwa kumilimu ifwide kuti babelekele Leza upona? (aiōnios g166)
hoeveel te meer zal dan het bloed van Christus die door den eeuwigen Geest zich zelven onbevlekt aan God heeft opgeofferd, uw konsciëntie reinigen van doode werken, om den levenden God te dienen? (aiōnios g166)
Akambo kabobu ngusikwima akati wachizuminano chipya. Ezi zilimbulikuti kuzwa kuchindi lufu nilwakabweza busena mulwangunuko kulibabo bali ansi achizuminano chitanzi kuzwa kuzibi zyabo, abo bayitwa kuti bayojana chisyomezyo chitamani chalukono. (aiōnios g166)
En daarom is Hij Middelaar van een nieuw verbond opdat, nu er een dood is bij gekomen tot verlossing der overtredingen die onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte der eeuwige–erfenis zouden ontvangen. (aiōnios g166)
Nikuli ako nkikaambo, mpawo ulelede kufwaba muzintu zyiingo kuzwa kuntalisyo yanyika. Pesi lino wasika chantanganana kumamanino azyiindi kuzogwisya kulibali azibi kulipayizya kwakwe mwini. (aiōn g165)
— anders had Hij dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld af— maar nu is Hij eenmaal, bij het einde der eeuwen, geopenbaard tot het wegdoen der zonde door zijn eigen offerande. (aiōn g165)
Kwiinda mulusyomo tumvwisisya kuti nyika yakalengwa akulayilila kwaLez, kutondezya kuti iziboneka tezyakalengwa kuzwa kuzintu zyakali kuboneka. (aiōn g165)
Door het geloof verstaan wij dat de eeuwen zijn geformeerd door Gods Woord, zoodat hetgeen gezien wordt niet is geworden uit zichtbare dingen. (aiōn g165)
Jesu Kkilisito nguwe wajilo, sunu mane kukabe kutamani. (aiōn g165)
Jezus Christus is dezelfde, gisteren, en heden, en tot in eeuwigheid. (aiōn g165)
Lino Leza waluumuno oyo wakabozya kuzwa kulufu mweembeli mupati wembelele, Mwami wesu Jesu, akubulowa bwachizuminano chitamani. (aiōnios g166)
De God des vredes nu, die den grooten Herder der schapen uit de dooden heeft wedergebracht, door het bloed van een eeuwig verbond, namelijk onzen Heere Jezus, (aiōnios g166)
Kupa zyonse zibelesyo mukukusimya kuzintu zyoonse, mukubeleka mulindiswe kulecho chimubotezya, mukwindila muliJesu Kkilisito, kulinguwe akube bulemu kwalyoonse alyoonse. Ameni. (aiōn g165)
die bekwame ulieden in alle goed werk om zijn wil te doen, werkende in u wat aangenaam is voor zijn aan gezicht door Jezus Christus, wien de glorie zij tot in alle eeuwen. Amen. (aiōn g165)
Lulimi alulalo nkalilo, inyika yazibi ibikidwe mukkati kabamwi besu. Lulimi lubozeka mubili woonse, luumpa buumi boonse, alimwi alulalo lubikwa mumulilo mubbibi lyazibi. (Geenna g1067)
De tong is ook een vuur, de wereld der ongerechtigheid. De tong is onder onze leden als datgene wat het geheele lichaam besmet en den geheelen omloop van ons leven ontsteekt en ontstoken wordt van de hel. (Geenna g1067)
Mwakazyalwa bupya, kutali kuzwa kumbuto ikulumpala pe, pesi kuzwa kumbuto itakulumpali, kwinda mujwi lya-Leza litakasyale kalipona (aiōn g165)
gij die wedergeboren zijt niet uit verderfelijk maar uit onverderfelijk zaad door het woord van God, die leeft en blijft. (aiōn g165)
Pesi ijwi lya-Mwami linoliwo kwalyoonse.” Elijwi mulumbe wamakani mabotu ayo akakambawukwa kulindinywe. (aiōn g165)
maar het woord des Heeren blijft tot in eeuwigheid. En dat is het woord dat aan u verkondigd is. (aiōn g165)
Na kakuli uwambula, kwambuula kwakwe akube kwamajwi a Leza. Na kakuli ubeleka milimo, abeleke kazizwa kunguzu nzyamupa Leza. Amukachite zyoonse zintu kuchitila kuti munzila zyonse Leza akalumbayizigwe kwinda muli Jesu Kkilisito. Akube kuti kuli Jesu Kkilisito bulemu abwami zibe kulinguwe kwalyoonse alyonse. Ameni. (aiōn g165)
Als iemand spreekt, dan spreke hij als woorden Gods, als iemand een bediening heeft, dan diene hij als uit kracht die God verleent, opdat God in alles de glorie ontvange, door Jezus Christus, aan wien de glorie toekomt, en de heerschappij tot in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn g165)
Musule akuyochiswa kwachindi chinini, Leza siluzyalo loonseni, oyo wakamwiita mubulemu bwakwe ibutamani muli Kkilisito, uyomusalazya, akumusimpa, akumusimya, akuyomuzikitizya. (aiōnios g166)
Doch de God van alle genade, die u geroepen heeft tot zijn eeuwige glorie in Christus, nadat gij een weinig zult geleden hebben, die zal u volmaken, versterken, bevestigen en fundeeren. (aiōnios g166)
Kulinguwe akube bwami kwalyonse a lyonse. Ameni. (aiōn g165)
Hem zij de glorie en de heerschappij tot in alle eeuwigheid! Amen. (aiōn g165)
Mukuchita obu muyofonkwedwa mubwingi lweenu imwenya wakuyonjila mubwami bwa Mwami a Mufutuli wesu Jesu Kkilisito. (aiōnios g166)
Want alzoo zal u een ruime ingang gebaand worden tot het eeuwig koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. (aiōnios g166)
Nkambo Leza takabaleka nibaba baangelo ibakabisya. Pele wakabaaba kuli Tatalasi kuti babambwe mumacheni alamudima waansi mane dokukabe lubeta. Zimwi njiisyo mpati zyabansiku ba Giliki zibalika oobu, bayolondolwa mumilindi ilamudima unikide mane kukabe lubeta. (Tartaroō g5020)
Want is het dat God de engelen die gezondigd hebben niet gespaard heeft maar hen in de hel geworpen heeft, en overgegeven heeft in de boeien der duisternis, om bewaard te worden tot het oordeel; (Tartaroō g5020)
Pesi kamuya bukomena kuluzyalo amuluzibo lwa Mwami a Mufutuli wesu Jesu Kkilisito. Akube bulemu kulinguwe kwalyoonse sunu mane kukabe ikutamani. Ameni! (aiōn g165)
Maar wast op in genade en in kennis van onzen Heer en Verlosser Jezus Christus. Hem zij de glorie, zoowel nu als tot den dag der eeuwigheid. Amen. (aiōn g165)
Alimwi, buumi bwakachitwa kuti buzibwe, alimwi twakabubona, tububeda bukamboni. Tulikumwambila buumi ibutamani, bwakali a Taata, alimwi bwakazibisigwa kuli ndiswe. (aiōnios g166)
— en het leven is openbaar geworden, en wij hebben gezien, en getuigen, en verkondigen ulieden het leven dat eeuwig is, dat was bij den Vader en aan ons is openbaar geworden— (aiōnios g166)
Alimwi nyika anzyiyanda ziliinda. Pele kufumbwa uuchita luyando lwa Leza uyokkalilila akutamani. (aiōn g165)
En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, die blijft tot in eeuwigheid. (aiōn g165)
Eechi nchechisyomezyo nchaakapa kuli ndiswe - buumi ibutamani. (aiōnios g166)
En dit is de belofte die Hij zelf ons beloofd heeft, het eeuwige leven. (aiōnios g166)
Kufumbwa uusula munyina mujayi. Mulizi kuti taakwe mujayi ulaabuumi butamani pe bukkede mulinguwe. (aiōnios g166)
Al wie zijn broeder haat is een menschenmoordenaar, en gij weet dat geen menschenmoordenaar eeuwig leven in zich blijvende heeft. (aiōnios g166)
Bukamboni mbobu: Leza wakatupa buumi butamani, alimwi obu buumi buli mu Mwana wakwe. (aiōnios g166)
En deze is de getuigenis, dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft, en dit leven is in zijn Zoon. (aiōnios g166)
Ndamulembela zintu ezi kuchitila kuti muzibe kuti mula buumi butamani - kuli ndinywe nimusyoma muzina lya Mwana wa Leza. (aiōnios g166)
Deze dingen heb ik aan u geschreven, opdat gij zoudt weten dat gij eeuwig leven hebt, gij die gelooft in den Naam des Zoons van God. (aiōnios g166)
Pele tulizi kuti Mwana wa Leza wakaza alimwi wakatupa kumvwisisisya kuchitila kuti tumuzibe oyo wabwini. Alimwi, tuli mulinguwe oyo wabwiini, mu Mwana wakwe Jesu Kkilisito. Oyo ngo- Leza wabwini abuumi butamani. (aiōnios g166)
Doch wij weten dat de Zoon van God is gekomen, en Hij heeft ons verstand gegeven, opdat wij den Waarachtige zouden kennen; en wij zijn in den Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven. (aiōnios g166)
Nkambo kakasimpe kakkalilide mulindiswe elyo kanoli andiswe mane kukabe kutamani. (aiōn g165)
ter wille van de waarheid die in ons blijft, en met ons zal blijven tot in eeuwigheid: (aiōn g165)
Alubo, baangelo batakwe bakabamba chuuno chabwendelezi, pesi aabo bakasya busena bwabo bulikabotu bwakukkala - Leza wakabamba kuzyaanzyo zitamani, akunjila mumudima, walubeteko lwazuba bupati. (aïdios g126)
en engelen, die hun eigen waardigheid niet bewaard hebben, maar die hun eigen woning verlaten hebben, heeft Hij in eeuwige boeien onder de duisternis bewaard tot het oordeel van den grooten dag. (aïdios g126)
Aboobo, Sodoma a Gomola amadolopo azisi zyengeelede aakati kabo balinjizya beni mumamambi anchinto zyabumambi aabo balabeleka mbuli chitondeezyo chabaabo bapenzengwa aachisubulo chamililo utamani. (aiōnios g166)
Gelijk Sodom en Gomorra en de omliggende steden, die op gelijke maniere als dezen hebben gehoereerd en ander vleesch hebben nageloopen, tot een voorbeeld gesteld zijn, dragende tot straf het eeuwig vuur. (aiōnios g166)
Mayuwe ali aabukali amulwizi, akubumba bubi, inyenyeezi ziya bwendeende, babambilidwe kusiya kwamudima mawuse kwalyoonse. (aiōn g165)
woeste baren der zee, hun eigen schande opwerpende, dwalende planeten, voor wie de donkerheid der duisternis tot in eeuwigheid bewaard is. (aiōn g165)
Amukkale muluyando lwa Leza, akulinda luse lwa Mwami Jesu Kkilisitu weeta buumi butamani. (aiōnios g166)
moet gij u zelven bewaren in de liefde Gods, verwachtende de barmhartigheid van onzen Heere Jezus Christus, ten eeuwigen leven. (aiōnios g166)
kuli Leza luzutu mufutuli wesu mukwiinda muli Jesu Kkilisito Mwami wesu, akube bulemu, bupati anguzu, abwami, zyiindi zyoonse zyakaliwo, lino akwalyoonse. Amen. (aiōn g165)
den eenigen God, onzen Verlosser, door Jezus Christus onzen Heere, zij glorie, majesteit, heerschappij en macht door alle eeuwen, en nu en tot in alle eeuwigheid! Amen. (aiōn g165)
wakatuchita kuba ba Pulisita babwami, bawisi Leza wakwe a wisikuli nguwe kube bulemu a nguzu mane kukabe kutamani. Ameni. (aiōn g165)
en die ons gemaakt heeft tot een koninkrijk, tot priesters voor God en zijn Vader, — Hem zij de glorie, en de heerschappij tot in alle eeuwigheid! Amen. (aiōn g165)
ndime ooyo uupona lyoonse. Ndakalifwide pesi laanga, ndilapona kwalyoonse alyoonse! Alubo ndijisi chijaluzyo chalufu a Hedesi. (aiōn g165, Hadēs g86)
en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid; en Ik heb de sleutels van den dood en het doodenrijk. (aiōn g165, Hadēs g86)
Lino banyama bapona nibapa bulemu, lulemeko amilumbe kulooyo ukkede aachuuno chabwami ooyo upona kwalyoonse, (aiōn g165)
En als de levende wezens glorie en eer en dankzegging zullen geven aan Hem die op den troon zit, den Levende tot in alle eeuwigheid, (aiōn g165)
bapati bali makumi aabili abane baliwisya aansi kunembo lyaayoyo uukkede achuuno chaabwami akumukomba ooyo uupona kwa lyoonse alyoonse. Bakabika misini yabo kunembo lyachuuno chabwami, bati, (aiōn g165)
dan zullen de vier en twintig ouderlingen nedervallen vóór dengene die op den troon zit, en zullen aanbidden den Levende tot in alle eeuwigheid, en zullen hun kroonen nederwerpen voor het aangezicht van den troon, zeggende: (aiōn g165)
Ndakamvwa zintu zyakalengwa zyoonse eezyo zyakali mujulu amunyika akunsi aanyika amulwizi - zyoonse mulimbabo - bati, Mebo “Kuluumwi ukkede aachuno chabwami aku Mwanambelele aakube ntembawuzyo, lulemeko, bulemu, akwendelezya kwalyonse alyoonse. (aiōn g165)
En alle schepsel dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en op de zee, en al wat daarin is, hoorde ik ook zeggen: aan Hem die op den troon zit, en aan het Lam, zij de dankzegging, en de eerbied, en de glorie, en de heerschappij, tot in alle eeuwigheid! (aiōn g165)
Mpawo ndakabona mbizi isiyasiya. Mweenzyi wakakkede alinjiyo wakali kutegwa Lufu, alakwe Gehena wakali kumutobela. Bakapegwa nguzu kuchipanzi chane chaansi, kuti bajaye ikafulo, anzala mpati adwazi, abanyama bamusokwe baansi. (Hadēs g86)
En ik zag en zie, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de Dood, en het doodenrijk volgde met hem. En aan dezen werd macht gegeven over het vierde deel der aarde, om te dooden met het zwaard, en met den honger, en met den dood, en door de wilde beesten der aarde. (Hadēs g86)
kabati, “Ameni! Ntembawuzyo, bulemu, busongo, bulumbu, kulemekwa, nguzu, akuyuma zibe kuli Leza wesu lyoonse! Ameni!” (aiōn g165)
zeggende: Amen! De lofzegging, en de glorie, en de wijsheid, en de dankzeging, en de eerbied, en de macht, en de sterkte, zij onzen God tot in alle eeuwigheid! Amen. (aiōn g165)
Mpawo mungelo wamusanu wakalizya mweeembo wakw, ndakabona nyenyeezi kujulu yakali yawida ansi anyika. Inyenyeezi eyi yakapegwa achijaluzyo mulyango wamulindi uutagoli. (Abyssos g12)
En de vijfde engel heeft getrompet; en ik zag een ster uit den hemel gevallen naar de aarde, en aan haar werd de sleutel gegeven van den put des afgronds. (Abyssos g12)
Wakajula mulyango wamulindi, alimwi busi bwakaya mujulu kuzwa kuzwa kumulyango mbuli busi buzwa muchijikilo chansimbi. Izuba amoya zyakasanduka kuba mudima abusi bwakwazwa kumulyango. (Abyssos g12)
En zij deed den put des afgronds open; en er kwam rook op uit den afgrond, als rook van een grooten oven, en de zon en de lucht werden verduisterd door den rook des afgronds. (Abyssos g12)
Bali mbuli mwami wabo mungelo wamumulindi utagoli. Izina lyakwe muchiHibbulu walikutegwa Abbadoni, muchiGilikki kali azina litegwa Apoloni. (Abyssos g12)
Zij hadden tot hun koning den engel des afgronds, wiens naam in het Hebreeuwsch is Abaddon, en in het Grieksch is zijn naam Apollyon. (Abyssos g12)
Wakakonka awoyo uupona lyoonse alimwi chakutamana, wakalenga julu alimwi azyoonse zili mukati kalyo, nyika alimwi azyoonse zili alinjiyo, alimwi a lwizi alimwi azyoonse zili mulindulo, alimwi mungelo wakati, “Takuchiyoobi limbi kunonoka. (aiōn g165)
en hij zwoer bij den Levende tot in alle eeuwigheid, die den hemel en wat daarin is geschapen heeft, de aarde en wat daarin is, en de zee en wat daarin is, dat er geen tijd meer zijn zal, (aiōn g165)
Nibanooli bamanisya bukamboni bwabo, chinyama chizwa mumulindi utagoli chiyyobusya nkondo aatala ambabo. Uuyoobazunda akubajeya. (Abyssos g12)
En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, dan zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, met hen oorlog voeren, en hen overwinnen en hen dooden. (Abyssos g12)
Elyo angelo wamusanu ababili wakasiba mpeta, alubo majwi mapati akambuulwa kujulu eelyo akati, “Bwami bwanyika bwaba bwami bwa Mwami wesu aKkilisito wakwe, aboobo uyoyendelezya kwalyoonse.” (aiōn g165)
En de zevende engel heeft getrompet; en er geschiedden groote stemmen in den hemel, zeggende: het koninkrijk der wereld is geworden van onzen Heere en van zijn Christus, en Hij zal heerschen tot in alle eeuwigheid! (aiōn g165)
Ndakabona uumbi mungelo uuyobuluka mujulu, wakajisi makani mabotu aatamani aakwaambila baabo bakali kupona aanyika - kuli woonse masena, misyobo, milaka, akubantu. (aiōnios g166)
En ik zag een anderen engel, vliegende door het midden des hemels, hebbende het eeuwig Evangelie, om te verkondigen onder degenen die op de aarde wonen, en onder alle natie, en stam, en taal, en volk, (aiōnios g166)
Ibusi bwamapenzi aabo bula lunta lyoonse kukabe butamani mpawo tabakwe kulyookezya bunini sikati kana mansiku - aabo bakomba banyama azikozyanio, mpawo abaabo boonsebatambula bulembo bwazina lyakwe. (aiōn g165)
En de rook hunner pijniging klimt op tot in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en nacht die voor het beest en voor zijn beeld nederknielen, en als iemand het merkteeken zijns naams ontvangt! (aiōn g165)
Umwi wabanyama bane bapona wakapa kubangelo bali musanu ababili zibikilo zyangolida zizwide bukali bwa Leza, kuli yoyo upona kwa lyoonse akutamani. (aiōn g165)
En een uit de vier levende wezens gaf aan de zeven engelen zeven schalen van goud, gevuld met de gramschap Gods, die leeft tot in alle eeuwigheid. (aiōn g165)
Chinyama nchiwakabona kachipona, tachchiponi pe lino, alimwi chamba kusika aansi loko amulindi. Mpawo ulayinkila mukunyonyoka. Abo bapona munyika, abo bajanika mazina aabo katalembedwe pe mubbuku lyabuumi kuzwa muntalisyo yanyika - bayoyowesya nibakubona chinyama, nkambo chakaliwo, alimwi lino tachiwope, alimwi chiyoboola. (Abyssos g12)
Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit den afgrond en ten verderve gaan, en degenen die op de aarde wonen, wier namen niet geschreven zijn op het boek des levens van de grondlegging der wereld, — die zullen verwonderd staan, als zij het beest zien, hoe het was en niet is en zal zijn. (Abyssos g12)
Bkaambula lubo lwabili, “Haleluya! Busi bwakabuka kuzwa kulinguwe kwalyonse alyoonse. (aiōn g165)
En voor de tweede maal zeiden zij: Hallelujah! En haar rook gaat op tot in alle eeuwigheid. (aiōn g165)
Chinyama chakajatwa anguwe abasinsimi babeji bakali kuchita zitondezyo kaliwo. Azitondezyo ezi wakeena abo bakali batambula bulembyo bwachinyama ababo bakali kukomba chikkozyanio. Babili aaba bakasowelwa mubbila lyamulilo kabachipona mubbila lyamulilo wasilufa. (Limnē Pyr g3041 g4442)
En het beest werd gegrepen en daarmede de schijnprofeet, die de teekenen gedaan had voor zijn aangezicht, waardoor hij verleid had degenen die het merkteeken van het beest hadden ontvangen en die voor zijn beeld hadden geknield. Levende zijn die twee geworpen in den poel des vuurs, die van sulfer brandt. (Limnē Pyr g3041 g4442)
Mpawo ndakabona mungelo kaaza aansi kuzwa kujulu. Nguwakajisi luzibo anguzu atala adindi litakwe magolelo, alimwi wakalijisi inketani mpati mujanza lyakwe. (Abyssos g12)
En ik zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den sleutel des afgronds en een groote keten op zijn hand. (Abyssos g12)
Wakamuwaala mudindi litakwe magolelo. Wakalijala alimwi wabuumuna atala anguwe. Eezi zyakali kuchitilwa kuti atakonzyi kweenena iluundu lwazisi alimbi mane kwiinde chuulu chamwaaka. Musule lyaboobo kweelede akangununwe kwachiindi chifwifwi. (Abyssos g12)
en wierp hem naar den afgrond en hij sloot dien toe en verzegelde dien over hem, opdat hij de volken niet meer zou verleiden, totdat de duizend jaar voleindigd zouden zijn. Daarna moet hij voor een korten tijd losgemaakt worden. (Abyssos g12)
Satani, ooyo wakabeena, wakawalilwa mubbibi lyamulilo, wasalufa, ooko munyama abasinsimi babeji nkubakawalilwa. Bayosukusigwa imansiku asikati kwalyoonse alyonse. (aiōn g165, Limnē Pyr g3041 g4442)
En de duivel die hen verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en des sulfers, waar het beest is en de schijnprofeet; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht tot in alle eeuwigheid. (aiōn g165, Limnē Pyr g3041 g4442)
Ilwizi lwakapedekezegwa bafwide bali mulindulo. Ilufu a Hadesi zyakapedekezegwa bafwide bakali muli nzizyo, alimwi bafwide bakabetekwa kwindila munchito zyabo. (Hadēs g86)
En de zee gaf de dooden die in haar waren, en de dood en het doodenrijk gaven de dooden die in hen waren; en zij werden geoordeeld een ieder naar zijn werken. (Hadēs g86)
Ilufu a Hadesi zyakawalilwa mumulungu wa mulilo. Oolu ndolufu lwabili - ibbibi lyamulilo. (Hadēs g86, Limnē Pyr g3041 g4442)
En de dood en het doodenrijk werden geworpen naar den poel des vuurs. Dit is de tweede dood, de poel des vuurs. (Hadēs g86, Limnē Pyr g3041 g4442)
Nakuti izina lyawumwi telyajanika kalilembedwe mubbuku lya Buumi, wakali kuwalilwa mumulungu wamulilo. (Limnē Pyr g3041 g4442)
En als iemand niet gevonden werd in het boek des levens geschreven te zijn, dan werd hij geworpen naar den poel des vuurs. (Limnē Pyr g3041 g4442)
Pesi kuli abo bayowa, batakwe lusyomo, abazumina masunko, abajayi abasibwamu, bakomba zikozyanisyo, ababeji boonse, busena bwabo buyooba kubbibi pati lyamulilo uuyaka. Oolo ndolufu lwabili.” (Limnē Pyr g3041 g4442)
Maar wat aangaat den vreesachtigen en ongeloovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en toovenaars, en afgodendienaars en al den leugenaars, — hun deel is in den poel die brandt van vuur en sulfer, dat is de tweede dood. (Limnē Pyr g3041 g4442)
Takuyoba limbi mansiku tabachiyoyandi mumuni walampi nikuba wazuba nkaambo Mwami Leza uuyobamunikila. Bayoyendelezya lyoonse alyonse. (aiōn g165)
En nacht zal er niet meer zijn en zij zullen geen fakkellicht of zonnelicht noodig hebben, want de Heere God zal over hen licht geven en zij zullen heerschen tot in alle eeuwigheid. (aiōn g165)
Questioned verse translations do not contain Aionian Glossary words, but may wrongly imply eternal or Hell
Aba balumi balimbuli zilambwa zitakwe meenda. Bali mbuli mayooba ayobupepuka aguuwo. Balindililwa amudima usiya ngubabambilidwe. (questioned)

DOM > Aionian Verses: 200, Questioned: 1
FLE > Aionian Verses: 200