Psalmi 126

1 Hodočasnička pjesma. Kad Jahve vraćaše sužnjeve sionske, bilo nam je k'o da snivamo.

Een bedevaartslied. Toen Jahweh Sion uit de ballingschap bracht, Was het ons als een droom;

2 Usta nam bjehu puna smijeha, a jezik klicanja. Među poganima tad se govorilo: “Velika im djela Jahve učini!”

Toen werd onze mond met lachen gevuld, Onze tong met gejubel. Toen zei men onder de volken: "Jahweh heeft hun grote dingen gedaan!"

3 Velika nam djela učini Jahve: opet smo radosni!

Ja, grote dingen heeft Jahweh ons gedaan; En daarom zijn wij verheugd!

4 Vrati, o Jahve, sužnjeve naše k'o potoke negepske!

Ach Jahweh, wend ons lot weer ten beste, Als voor de dorre greppels van Négeb:

5 Oni koji siju u suzama, žanju u pjesmi.

Die nu zaaien met tranen, Laat ze maaien met jubel!

6 Išli su plačući noseći sjeme sjetveno: vraćat će se s pjesmom, noseći snoplje svoje.

Met geween trekt men op, Om het zaad uit te strooien: Maar met gejuich keert men terug, Met schoven beladen!