< Brojevi 8 >
2 “Govori Aronu i reci mu: 'Kad budeš palio svjetionice, neka sedam svjetionica svijetli na prednjoj strani svijećnjaka.'”
Beveel Aäron en zeg hem: Wanneer ge de lampen opstelt, moeten de zeven lampen naar de voorzijde van de kandelaar haar licht verspreiden.
3 Aron i učini tako: smjesti svjetionice na prednju stranu svijećnjaka, kako je Jahve Mojsiju naredio.
Aäron deed het, en plaatste de lampen zo, dat ze naar de voorkant van de kandelaar waren gekeerd, zoals Jahweh het bevolen had.
4 Svijećnjak bijaše skovan od zlata; skovan od svoga podnožja do svoje čaške. Svijećnjak je bio napravljen prema uzorku što ga je Jahve pokazao Mojsiju.
De kandelaar was uit goud gedreven, zowel zijn schacht als zijn bloesems waren drijfwerk. Naar het model door Jahweh aan Moses getoond, had hij de kandelaar gemaakt.
6 “Uzmi levite između Izraelaca i očisti ih!
Zonder de levieten van de Israëlieten af en reinig ze.
7 Ovako s njima postupi da ih očistiš: poškropi ih vodom za okajavanje; a oni neka se obriju po svemu svome tijelu, neka operu svoju odjeću i bit će čisti.
Zo zult ge doen, om hen te reinigen: Ge moet ze met reinigingswater besprenkelen, ze moeten hun hele lichaam scheren en hun kleren wassen; dan zijn ze rein.
8 Neka zatim uzmu jednog junca i prinosnicu od najboljeg brašna, zamiješena u ulju. A ti uzmi drugog junca za okajnicu.
Dan moeten ze een jongen stier gaan halen, en meelbloem, met olie aangemaakt, als het spijsoffer, dat daarbij hoort, terwijl gij een anderen jongen stier voor het zondeoffer moet nemen.
9 Dovedi onda levite pred Šator sastanka i skupi svu izraelsku zajednicu.
Vervolgens moet ge de levieten voor de openbaringstent doen treden, en heel de gemeenschap der Israëlieten verzamelen.
10 Kad dovedeš levite pred Jahvu, neka Izraelci stave na njih svoje ruke.
Doe de levieten dan voor het aanschijn van Jahweh treden, en laten de kinderen Israëls hun de handen opleggen.
11 Neka zatim Aron prinese levite, kao prikaznicu pred Jahvom, u ime Izraelaca. Tako će njihov posao biti da služe Jahvi.
Dan moet Aäron de levieten als een strekoffer van Israëls kinderen Jahweh aanbieden. Zo zullen zij voor de dienst van Jahweh worden bestemd.
12 Neka potom leviti stave svoje ruke juncima na glave; onda jednoga prinesi kao okajnicu, a drugoga kao paljenicu Jahvi, da se izvrši obred pomirenja nad levitima.
Daarna moeten de levieten hun handen op de kop der jonge stieren leggen, en den een moet ge als zondeoffer, den ander als brandoffer aan Jahweh opdragen, om verzoening te verkrijgen voor de levieten.
13 Stavivši levite pred Arona i njegove sinove, prikaži ih Jahvi žrtvom prikaznicom.
Ten slotte moet ge de levieten voor Aäron en zijn zonen plaatsen, en hen als een strekoffer Jahweh aanbieden.
14 Odvoji tako levite između Izraelaca da budu moji.
Zo moet ge de levieten van de Israëlieten afzonderen en zullen ze Mij toebehoren!
15 Poslije toga, pošto ih očistiš i prineseš žrtvom prikaznicom, neka leviti uđu u službu Šatora sastanka.
En nadat ge ze zo hebt gereinigd en als een strekoffer hebt aangeboden, mogen de levieten hun dienst bij de openbaringstent beginnen.
16 Jer oni su između Izraelaca meni potpuno darovani; njih sam sebi uzeo namjesto svih koji otvaraju majčinu utrobu, svih izraelskih prvorođenaca.
Want ze zijn uit de Israëlieten genomen, en te mijner beschikking gehouden; in plaats van wat de moederschoot opent, in plaats van alle eerstgeborenen van Israëls kinderen heb Ik ze voor Mijzelf behouden.
17 Svako, naime, prvorođenče među Izraelcima, kako čedo tako i živinče, moje je; sebi sam ih posvetio onoga dana kad sam pobio svu prvorođenčad u zemlji egipatskoj.
Want Mij behoren alle eerstgeborenen van Israëls kinderen, mens en dier; op de dag, dat Ik alle eerstgeborenen sloeg in Egypte, heb Ik ze Mij toegewijd.
18 Tako sam uzeo levite namjesto svih izraelskih prvorođenaca.
Maar Ik neem de levieten in plaats van alle eerstgeborenen van Israëls kinderen,
19 I predao sam levite između Izraelaca kao dar Aronu i njegovim sinovima da mjesto Izraelaca obavljaju službu u Šatoru sastanka; da nad njima obavljaju obred pomirenja, tako da kakva nedaća ne bi pogodila Izraelce što bi se približili Svetištu.”
en Ik neem ze uit de Israëlieten en stel ze ter beschikking van Aäron en zijn zonen, om voor de Israëlieten de dienst in de openbaringstent te verrichten, om verzoening te verkrijgen voor de Israëlieten, en om de kinderen Israëls voor onheil te behoeden, als zij tot het heiligdom zouden naderen.
20 Mojsije, Aron i sva izraelska zajednica učine tako s levitima; kako je Jahve naredio Mojsiju za levite, tako im Izraelci i učine.
Moses, Aäron en heel de gemeenschap der Israëlieten deden dus met de levieten, zoals Jahweh Moses omtrent de levieten bevolen had.
21 Leviti se očiste i operu svoju odjeću; onda ih Aron prinese pred Jahvu žrtvom prikaznicom. Aron nad njima obavi obred pomirenja da ih očisti.
De levieten reinigden zich van zonde, en wasten hun kleren; en Aäron bood ze Jahweh als strekoffer aan, verkreeg verzoening voor hen en reinigde hen.
22 Poslije toga uđu leviti u službu u Šator sastanka, u nazočnosti Arona i njegovih sinova. Kako je Jahve naredio Mojsiju za levite, tako su s njima i uradili.
Daarna begonnen de levieten hun dienst bij de openbaringstent onder toezicht van Aäron en zijn zonen. Wat Jahweh omtrent de levieten aan Moses bevolen had, bracht men nauwkeurig ten uitvoer.
24 “I ovo se tiče levita: od dvadeset i pet godina naviše neka leviti po redu preuzimaju službu u Šatoru sastanka.
Dit is de wet voor de levieten: Van vijf en twintig jaar af is hij verplicht dienst te verrichten bij de openbaringstent.
25 A kad kome bude pedeset godina, neka istupi iz službe i neka više ne služi.
Na zijn vijftigste jaar is hij van zijn verplichting ontslagen, en behoeft geen dienst meer te doen.
26 Ali može pomagati svojoj braći u vršenju njihovih dužnosti u Šatoru sastanka, no sam ne mora vršiti službe. Tako postupi prema levitima za njihove dužnosti!”
Hij mag zijn broeders wel behulpzaam zijn bij de openbaringstent in het uitoefenen van hun ambtsplichten, maar eigenlijk werk behoeft hij niet meer te doen. Deze beschikking zult ge maken omtrent de ambtsplichten der levieten.