ⲒⲰⲀⲚⲚⲎⲚ 1
In het begin was het Woord; En het Woord was bij God, En het Woord was God;
Het was bij God in het begin.
Alles is door Hem ontstaan; En zonder Hem is niets ontstaan.
In wat bestond, was Hij het leven, En het Leven was het licht der mensen;
Het Licht schijnt in de duisternis, Maar de duisternis nam het niet aan.
Er kwam een mens, van God gezonden; Johannes was zijn naam.
Hij kwam tot getuigenis, om van het Licht te getuigen, Opdat allen door hem zouden geloven.
Hijzelf was niet het Licht, Maar hij moest getuigen van het Licht.
Het waarachtige Licht, Dat alle mensen verlicht, Kwam in de wereld.
Hij was in de wereld, En ofschoon de wereld door Hem was ontstaan, Erkende de wereld Hem niet.
Hij kwam in zijn eigen bezit; Ook de zijnen ontvingen Hem niet.
Maar aan allen, die Hem ontvingen, Gaf Hij de macht, Gods kinderen te worden: Aan allen, die in zijn Naam geloven,
13 ⲓ̅ⲅ̅ ⲛⲏ ⲇⲉ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲥⲛⲟϥ ⲁⲛ ⲛⲉ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲫⲟⲩⲱϣ ⳿ⲛⲥⲁⲣⲝ ⲁⲛ ⲛⲉ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲫⲟⲩⲱϣ ⳿ⲛⲣⲱⲙⲓ ⲁⲛ ⲛⲉ ⲁⲗⲗⲁ ⲉⲧⲁⲩⲙⲁⲥⲟⲩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲫϯ.
Die niet uit bloed, Noch uit de wil van vlees of man, Maar die uit God zijn geboren.
14 ⲓ̅ⲇ̅ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⲁϥⲉⲣⲟⲩⲥⲁⲣⲝ ⲟⲩⲟϩ ⲁϥϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧⲉⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲛⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲡⲉϥⲱⲟⲩ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⳿ⲙ⳿ⲡⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲟⲩϣⲏⲣⲓ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⳿ⲛⲧⲟⲧϥ ⳿ⲙⲡⲉϥⲓⲱⲧ ⲉϥⲙⲉϩ ⳿ⲛ⳿ϩⲙⲟⲧ ⲛⲉⲙ ⲙⲉⲑⲙⲏⲓ.
Het Woord is vlees geworden, En heeft onder ons gewoond! En wij hebben zijn glorie aanschouwd: Een glorie als van den Eengeborene uit den Vader, Vol van genade en waarheid.
15 ⲓ̅ⲉ̅ ⲓⲱⲁⲛⲛⲏⲥ ⳿ϥⲉⲣⲙⲉⲑⲣⲉ ⲉⲑⲃⲏⲧϥ ⲟⲩⲟϩ ⳿ϥⲱϣ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲉϥϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⲫⲁⲓ ⲫⲏⲉⲧⲁⲓϫⲟϥ ⲉⲑⲃⲏⲧϥ ϫⲉ ⲫⲏⲉⲑⲛⲏⲟⲩ ⲙⲉⲛⲉⲛⲥⲱⲓ ⲁϥⲉⲣϣⲟⲣⲡ ⳿ⲉⲣⲟⲓ ϫⲉ ⲛⲉ ⲟⲩϣⲟⲣⲡ ⳿ⲉⲣⲟⲓ ⲣⲱ ⲡⲉ.
Johannes getuigde van Hem en riep uit: Van Hem was het, dat ik sprak: Die na mij komt, is mij voorafgegaan; Want Hij bestond eerder dan ik.
Waarachtig, uit zijn volheid ontvingen wij allen De éne genade na de andere;
17 ⲓ̅ⲍ̅ ϫⲉ ⲡⲓⲛⲟⲙⲟⲥ ⲁⲩⲧⲏⲓϥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ⲙⲱ⳿ⲩⲥⲏⲥ ⲡⲓ⳿ϩⲙⲟⲧ ⲇⲉ ⲛⲉⲙ ϯⲙⲉⲑⲙⲏⲓ ⲁⲩϣⲱⲡⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅.
Zeker, de Wet is door Moses gegeven, Maar de genade en waarheid zijn door Jesus Christus gekomen.
Niemand heeft ooit God gezien; God zelf, de eengeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is, Heeft Hem verkondigd.
19 ⲓ̅ⲑ̅ ⲟⲩⲟϩ ⲑⲁⲓ ⲧⲉ ϯⲙⲉⲧⲙⲉⲑⲣⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲓⲱⲁⲛⲛⲏⲥ ϩⲟⲧⲉ ⲉⲧⲁⲩⲟⲩⲱⲣⲡ ϩⲁⲣⲟϥ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲓⲓⲟⲩⲇⲁⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲓⲗ̅ⲏ̅ⲙ̅ ⳿ⲛϩⲁⲛⲟⲩⲏⲃ ⲛⲉⲙ ϩⲁⲛⲗⲉⲩⲓⲧⲏⲥ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲟⲩϣⲉⲛϥ ϫⲉ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲛⲓⲙ.
En dit is de getuigenis van Johannes, toen de Joden uit Jerusalem priesters en levieten tot hem zonden, om hem te vragen: Wie zijt gij?
Hij erkende het openlijk: Niet ik ben de Christus.
Ze vroegen hem: Wat dan? Zijt gij Elias? Hij zeide: Ik ben het niet. Zijt gij de profeet? Hij antwoordde: Neen.
Ze zeiden hem dan: Wie zijt ge; opdat we antwoord brengen aan hen, die ons gezonden hebben; wat zegt ge van uzelf?
23 ⲕ̅ⲅ̅ ⲡⲉϫⲁϥ ϫⲉ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ⲡⲉ ϯ⳿ⲥⲙⲏ ⲉⲧⲱϣ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓ ⳿ⲡϣⲁϥⲉ ϫⲉ ⲥⲟⲩⲧⲉⲛ ⲡⲓⲙⲱⲓⲧ ⳿ⲛⲧⲉ Ⲡ⳪ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲉⲧⲁϥϫⲟⲥ ⳿ⲛϫⲉ ⳿ⲏⲥⲁ⳿ⲓⲁⲥ ⲡⲓ⳿ⲡⲣⲟⲫⲏ ⲧⲏⲥ.
Hij sprak: Ik ben de "stem van een roepende in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren", zoals de profeet Isaias heeft gezegd.
De afgevaardigden nu behoorden tot de farizeën;
25 ⲕ̅ⲉ̅ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩϣⲉⲛϥ ⲉⲩϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⲉⲑⲃⲉⲟⲩ ⳿ⲕϯⲱⲙⲥ ⲓⲥϫⲉ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲁⲛ ⲡⲉ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲏⲗⲓⲁⲥ ⲟⲩⲇⲉ ⲡⲓ⳿ⲡⲣⲟⲫⲏⲧⲏⲥ.
ze ondervroegen hem, en zeiden: Waarom doopt ge dan, zo ge de Christus niet zijt, noch Elias, noch de profeet?
26 ⲕ̅ⲋ̅ ⲁϥⲉⲣⲟⲩⲱ ⲛⲱⲟⲩ ⳿ⲛϫⲉ ⲓⲱⲁⲛⲛⲏⲥ ⲉϥϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ϯⲱⲙⲥ ⳿ⲙⲙⲱⲧⲉⲛ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲱⲟⲩ ⳿ϥ⳿ⲟϩⲓ ⳿ⲉⲣⲁⲧϥ ϧⲉⲛ ⲧⲉⲧⲉⲛⲙⲏϯ ⳿ⲛϫⲉ ⲫⲏⲉⲧⲉⲧⲉⲛⲥⲱⲟⲩⲛ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⲁⲛ.
Johannes gaf hun ten antwoord: Ik doop met water; maar midden onder u staat Hij, dien gij niet kent.
Hij is het, die na mij komt; ik ben niet waardig, zijn schoenriem los te maken.
Dit gebeurde te Betánië, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes toen doopte.
29 ⲕ̅ⲑ̅ ⳿ⲉⲡⲉϥⲣⲁⲥϯ ⲇⲉ ⲁϥⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲒⲏ̅ⲥ̅ ⲉϥⲛⲏⲟⲩ ϩⲁⲣⲟϥ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉϫⲁϥ ϫⲉ ⲓⲥ ⲡⲓϩⲓⲏⲃ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁⲱⲗⲓ ⳿ⲙ⳿ⲫⲛⲟⲃⲓ ⳿ⲙⲡⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ.
Daags daarna zag hij Jesus tot zich komen; en hij zeide: Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.
30 ⲗ̅ ⲫⲁⲓ ⲡⲉ ⲫⲏⲉⲧⲁⲓϫⲟⲥ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ⲉⲑⲃⲏⲧⲕ ϫⲉ ⳿ϥⲛⲏⲟⲩ ⲙⲉⲛⲉⲛⲥⲱⲓ ⳿ⲛϫⲉ ⲟⲩⲣⲱⲙⲓ ⳿ⲉⲁϥⲉⲣϣⲟⲣⲡ ⳿ⲉⲣⲟⲓ ϫⲉ ⲟⲩϣⲟⲣⲡ ⳿ⲉⲣⲟⲓ ⲣⲱ ⲡⲉ.
Deze is het, van wien ik sprak: Na mij komt een Man, die mij is voorafgegaan; want Hij bestond eerder dan ik.
31 ⲗ̅ⲁ̅ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ⲛⲁⲓⲥⲱⲟⲩⲛ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⲁⲛ ⲡⲉ ⲁⲗⲗⲁ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉϥⲟⲩⲱⲛϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲙⲡⲓⲥ̅ⲗ̅ ⲉⲑⲃⲉ ⲫⲁⲓ ⲁⲓ⳿ⲓ ⳿ⲉϯⲱⲙⲥ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲱⲟⲩ.
Ook ik kende Hem niet; maar juist daarom kwam ik dopen met water, om Hem aan Israël bekend te maken.
32 ⲗ̅ⲃ̅ ⲟⲩⲟϩ ⲁϥⲉⲣⲙⲉⲑⲣⲉ ⳿ⲛϫⲉ ⲓⲱⲁⲛⲛⲏⲥ ⲉϥϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⲁⲓⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲡⲓⲡ͞ⲛⲁ̅ ⲉϥⲛⲏⲟⲩ ⳿ⲉ⳿ϧⲣⲏ ⲓ ⳿ⲉϫⲱϥ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⳿ⲛⲟⲩϭⲣⲟⲙⲡⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲧⲫⲉ ⲁϥⲟϩⲓ ϩⲓϫⲱϥ.
Nog getuigde Johannes: Ik heb den Geest als een duif uit de hemel zien dalen, en op Hem rusten.
33 ⲗ̅ⲅ̅ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ⲛⲁⲓⲥⲱⲟⲩⲛ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⲁⲛ ⲡⲉ ⲁⲗⲗⲁ ⲫⲏⲉⲧⲁϥⲧⲁⲟⲩⲟⲓ ⳿ⲉϯⲱⲙⲥ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲑⲟϥ ⲡⲉⲧⲁϥϫⲟⲥ ⲛⲏⲓ ϫⲉ ⲫⲏⲉⲧⲉⲕⲛⲁⲩ ⲉⲡⲓⲡ͞ⲛⲁ̅ ⲉϥⲛⲏⲟⲩ ⳿ⲉ⳿ϧⲣⲏⲓ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲧⲉϥⲟϩⲓ ϩⲓϫⲱϥ ⲫⲁⲓ ⲡⲉ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁϯⲱⲙⲥ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲡ͞ⲛⲁ̅ ⲉϥⲟⲩⲁⲃ.
Ook ik kende Hem niet; maar Hij die mij zond, om met water te dopen, Hij sprak tot mij: Op wien ge den Geest ziet nederdalen en rusten, Hij is het, die doopt met den Heiligen Geest.
Ik heb het gezien, en ik heb getuigd: Hij is de Zoon van God.
Daags daarna stond Johannes daar weer met twee zijner leerlingen.
En met de blik op Jesus, die voorbijging, zeide hij: Zie het Lam Gods.
De twee leerlingen hoorden hem dit zeggen, en gingen Jesus achterna.
38 ⲗ̅ⲏ̅ ⲉⲧⲁϥⲫⲟⲛϩϥ ⲇⲉ ⳿ⲛϫⲉ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲧⲁϥⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲉⲩⲙⲟϣⲓ ⳿ⲛⲥⲱϥ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲱⲟⲩ ϫⲉ ⲁⲣⲉⲧⲉⲛⲕⲱϯ ⳿ⲛⲥⲁ ⲟⲩ ⳿ⲛⲑⲱⲟⲩ ⲇⲉ ⲡⲉϫⲱⲟⲩ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⲣⲁⲃⲃⲓ ⲫⲏⲉⲧⲉ ϣⲁⲩⲟⲩⲁϩⲙⲉϥ ϫⲉ ⳿ⲫⲣⲉϥϯ⳿ⲥⲃⲱ ⲁⲕϣⲟⲡ ⲑⲱⲛ.
Jesus keerde Zich om, zag dat ze Hem volgden, en sprak tot hen: Wat zoekt gij? Ze zeiden Hem: Rabbi (dat betekent: Meester), waar houdt Gij verblijf?
39 ⲗ̅ⲑ̅ ⳿ⲛⲑⲟϥ ⲇⲉ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲱⲟⲩ ϫⲉ ⳿ⲁⲙⲱⲓⲛⲓ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲁⲛⲁⲩ ⲁⲩ⳿ⲓ ⲟⲩⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩⲛⲁⲩ ϫⲉ ⲁϥϣⲟⲡ ⲑⲱⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩϣⲱⲡⲓ ϧⲁⲧⲟⲧϥ ⳿ⲙⲡⲓ⳿ⲉϩⲟⲟⲩ ⳿ⲉⲧⲉ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⲛⲉ ⳿ⲫⲛⲁⲩ ⲇⲉ ⳿ⲛⲁϫⲡ ⲓ̅ ⲡⲉ.
Hij zei hun: Komt het zien. Ze kwamen dan zien, waar Hij verblijf hield, en bleven die dag bij Hem. Het was omtrent het tiende uur.
40 ⲙ̅ ⲁⲛⲇⲣⲉⲁⲥ ⲇⲉ ⳿ⲡⲥⲟⲛ ⳿ⲛⲥⲓⲙⲱⲛ ⲡⲉⲧⲣⲟⲥ ⲛⲉ ⲟⲩⲁⲓ ⲡⲉ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲡⲓⲃ̅ ⲉⲧⲁⲩⲥⲱⲧⲉⲙ ⳿ⲛⲧⲉ ⲓⲱⲁⲛⲛⲏⲥ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩⲙⲟϣⲓ ⳿ⲛⲥⲱϥ.
Andreas, de broer van Simon Petrus, was één van de twee, die dit van Johannes hadden gehoord, en Hem waren gevolgd.
41 ⲙ̅ⲁ̅ ⲫⲁⲓ ⲇⲉ ⲁϥϫⲓⲙⲓ ⳿ⲛϣⲟⲣⲡ ⳿ⲙⲡⲉϥⲥⲟⲛ ⲥⲓⲙⲱⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⲁⲛϫⲓⲙⲓ ⳿ⲙⲙⲉⲥⲓⲁⲥ ⲫⲏⲉⲧⲉ ⲡⲉϥⲟⲩⲱϩⲉⲙ ⲡⲉ Ⲡⲭ̅ⲥ̅.
Hij ontmoette zijn broer Simon het eerst, en zeide tot hem: We hebben den Messias (dat betekent: Christus) gevonden.
42 ⲙ̅ⲃ̅ ⲫⲁⲓ ⲁϥ⳿ⲉⲛϥ ϩⲁ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲉⲧⲁϥϫⲟⲩϣⲧ ⲇⲉ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⳿ⲛϫⲉ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲡⲉ ⲥⲓⲙⲱⲛ ⳿ⲡϣⲏⲣⲓ ⳿ⲛⲓⲱⲁⲛⲛⲏⲥ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲉⲩ⳿ⲉⲙⲟⲩϯ ⳿ⲉⲣⲟⲕ ϫⲉ ⲕⲏⲫⲁ ⲫⲏ ⳿ⲉϣⲁⲩⲟⲩⲁϩⲙⲉϥ ϫⲉ ⲡⲉⲧⲣⲟⲥ.
En hij leidde hem tot Jesus. Jesus zag hem aan, en sprak: Gij zijt Simon, de zoon van Jona; gij zult Kefas heten (dat betekent: Petrus).
Daags daarna wilde Hij naar Galilea vertrekken; toen ontmoette Hij Filippus. En Jesus zeide tot hem: Volg Mij.
Filippus was van Betsáida, de stad van Andreas en Petrus.
45 ⲙ̅ⲉ̅ ⲫⲓⲗⲓⲡⲡⲟⲥ ⲇⲉ ⲁϥϫⲓⲙⲓ ⳿ⲛⲛⲁⲑⲁⲛⲁⲏⲗ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⲫⲏⲉⲧⲁ ⲙⲱ⳿ⲩⲥⲏⲥ ⳿ⲥϧⲁⲓ ⲉⲑⲃⲏⲧϥ ϩⲓ ⲡⲓⲛⲟⲙⲟⲥ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲡⲣⲟⲫⲏⲧⲏⲥ ⲁⲛϫⲉⲙϥ ⲉⲧⲉ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲡⲉ ⳿ⲡϣⲏⲣⲓ ⳿ⲛⲓⲱⲥⲏⲫ ⲡⲓ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲛⲁⲍⲁⲣⲉⲑ.
Filippus ontmoette Natánaël, en sprak tot hem: Van wien Moses in de Wet en ook de profeten hebben geschreven, dien hebben we gevonden: Jesus, den zoon van Josef, uit Názaret.
46 ⲙ̅ⲋ̅ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉϫⲉ ⲛⲁⲑⲁⲛⲁⲏⲗ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⲁⲛ ⲟⲩⲟⲛ ⳿ϣϫⲟⲙ ⳿ⲛⲧⲉ ⲟⲩ⳿ⲁⲅⲁⲑⲟⲛ ϣⲱⲡⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲛⲁⲍⲁⲣⲉⲑ ⲡⲉϫⲉ ⲫⲓⲗⲓⲡⲡⲟⲥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⳿ⲁⲙⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲁⲛⲁⲩ.
Natánaël zei hem: Kan er iets goeds komen uit Názaret? Filippus zei hem: Kom het zien.
47 ⲙ̅ⲍ̅ ⲁϥⲛⲁⲩ ⲇⲉ ⳿ⲛϫⲉ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⳿ⲉⲛⲁⲑⲁⲛⲁⲏⲗ ⲉϥⲛⲏⲟⲩ ϩⲁⲣⲟϥ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉϫⲁϥ ⲉⲑⲃⲏⲧϥ ϫⲉ ⲓⲥ ϩⲏⲡⲡⲉ ⲧⲁ⳿ⲫⲙⲏⲓ ⲓⲥ ⲟⲩ⳿ⲓⲥⲣⲁⲏⲗⲓⲧⲏⲥ ⳿ⲙⲙⲟⲛ ⲇⲟⲗⲟⲥ ⳿ⲛϧⲏⲧϥ.
Jesus zag Natánaël naar Zich toe komen, en zeide van hem: Ziedaar een waar Israëliet, in wien geen bedrog is.
48 ⲙ̅ⲏ̅ ⲡⲉϫⲉ ⲛⲁⲑⲁⲛⲁⲏⲗ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⲁⲕⲥⲱⲟⲩⲛ ⳿ⲙⲙⲟⲓ ⲑⲱⲛ ⲁϥⲉⲣⲟⲩⲱ ⳿ⲛϫⲉ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⳿ⲙⲡⲁⲧⲉ ⲫⲓⲗⲓⲡⲡⲟⲥ ⲙⲟⲩϯ ⳿ⲉⲣⲟⲕ ⲉⲕⲭⲏ ϧⲁⲧⲟⲧⲥ ⳿ⲛϯⲃⲱ ⳿ⲛⲕⲉⲛⲧⲉ ⲁⲓⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲟⲕ.
Natánaël zeide Hem: Hoe kent Gij mij? Jesus gaf hem ten antwoord: Voordat Filippus u riep, zag Ik u onder de vijgeboom.
49 ⲙ̅ⲑ̅ ⲁϥⲉⲣⲟⲩⲱ ⲛⲁϥ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲁⲑⲁⲛⲁⲏⲗ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⲣⲁⲃⲃⲁⲓ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲡⲉ ⳿ⲡϣⲏⲣⲓ ⳿ⲙⲫϯ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲡⲉ ⳿ⲡⲟⲩⲣⲟ ⳿ⲙⲡⲓⲥ̅ⲗ̅.
Natánaël antwoordde Hem: Rabbi, Gij zijt de Zoon van God; Gij zijt de Koning van Israël.
50 ⲛ̅ ⲁϥⲉⲣⲟⲩⲱ ⳿ⲛϫⲉ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⲁⲓϫⲟⲥ ⲛⲁⲕ ϫⲉ ⲁⲓⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲟⲕ ϧⲁⲣⲁⲧⲥ ⳿ⲛϯ ⲃⲱ ⳿ⲛⲕⲉⲛⲧⲉ ⳿ⲭⲛⲁϩϯ ϩⲁⲛⲛⲓϣϯ ⳿ⲉⲛⲁⲓ ⲉⲕ⳿ⲉⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ.
Jesus antwoordde hem: Gelooft ge, omdat Ik u zeide: Ik zag u onder de vijgeboom? Grotere dingen zult ge zien.
51 ⲛ̅ⲁ̅ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉϫⲁϥ ϫⲉ ⲁⲙⲏⲛ ⲁⲙⲏⲛ ϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲱⲧⲉⲛ ϫⲉ ⲉⲣⲉⲧⲉⲛ⳿ⲉⲛⲁⲩ ⳿ⲉ⳿ⲧⲫⲉ ⲉⲥⲟⲩⲏ ⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲛⲓⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲉⲩⲛⲁ ⳿ⲉ⳿ⲡϣⲱⲓ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲩⲛⲏⲟⲩ ⲉⲡⲉⲥⲏⲧ ⳿ⲛⲥⲁ ⳿ⲡϣⲏⲣⲓ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲱⲙⲓ
En Hij sprak tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Gij zult de hemel geopend zien, en de engelen Gods zien opstijgen en nederdalen over den Mensenzoon.
