ⲚⲒⲠⲢⲀⲜⲒⲤ 2
Toen de dag van het pinksterfeest was aangebroken, waren ze allen op één plaats bijeen.
2 ⲃ̅ ⲚⲞⲨϨⲞϮ ϦⲈⲚⲞⲨϨⲞϮ ⲀⲤϢⲰⲠⲒ ⲚϪⲈⲞⲨⲤⲘⲎ ⲈⲂⲞⲖ ϦⲈⲚⲦⲪⲈ ⲘⲪⲢⲎϮ ⲚⲞⲨⲐⲎⲞⲨ ⲈⲨⲒⲚⲒ ⲘⲘⲞϤ ⲚϪⲞⲚⲤ ⲞⲨⲞϨ ⲀϤⲘⲞϨ ⲘⲠⲒⲎⲒ ⲦⲎⲢϤ ⲈⲚⲀⲨϨⲈⲘⲤⲒ ⲚϦⲎⲦϤ.
Eensklaps kwam er een geruis uit de hemel als van een hevige windvlaag, en vulde het hele huis, waar ze waren vergaderd.
Vurige tongen verschenen hun, spreidden zich rond, en zetten zich op ieder van hen neer.
4 ⲇ̅ ⲞⲨⲞϨ ⲀⲨⲘⲞϨ ⲦⲎⲢⲞⲨ ⲈⲂⲞⲖ ϦⲈⲚⲞⲨⲠⲚⲈⲨⲘⲀⲈϤⲞⲨⲀⲂ ⲞⲨⲞϨ ⲀⲨⲞⲨⲀϨⲦⲞⲦⲞⲨ ⲈⲤⲀϪⲒ ⲚϨⲀⲚⲔⲈⲖⲀⲤ ⲔⲀⲦⲀ ⲪⲢⲎϮ ⲈⲦⲀϤϮ ⲚⲰⲞⲨ ⲚϪⲈⲠⲒⲠⲚⲈⲨⲘⲀⲈⲐⲢⲞⲨⲈⲢⲞⲨⲰ.
Allen werden vervuld van den Heiligen Geest, en begonnen verschillende talen te spreken, naar gelang de Geest hen liet spreken.
5 ⲉ̅ ⲚⲈ ⲞⲨⲞⲚ ϨⲀⲚⲞⲨⲞⲚ ⲆⲈ ⲈⲨϢⲞⲠ ϦⲈⲚⲒⲈⲢⲞⲤⲀⲖⲎⲘ ϨⲀⲚⲢⲰⲘⲒ ⲚⲒⲞⲨⲆⲀⲒ ⲈⲨⲈⲢϨⲞϮ ⲈⲂⲞⲖ ϦⲈⲚϢⲖⲰⲖ ⲚⲒⲂⲈⲚ ⲈⲦⲤⲀⲠⲈⲤⲎⲦ ⲚⲦⲪⲈ.
Nu vertoefden er te Jerusalem godvrezende Joden uit alle volken onder de hemel.
6 ⲋ̅ ⲈⲦⲀⲤϢⲰⲠⲒ ⲆⲈ ⲚϪⲈⲦⲀⲒⲤⲘⲎ ⲀⲨⲐⲰⲞⲨϮ ⲚϪⲈⲚⲒⲘⲎϢ ⲞⲨⲞϨ ⲀⲨϢⲐⲞⲢⲦⲈⲢ ϪⲈ ⲚⲀⲢⲈ ⲪⲞⲨⲀⲒ ⲪⲞⲨⲀⲒ ⲤⲰⲦⲈⲘ ⲈⲢⲰⲞⲨ ⲈⲨⲤⲀϪⲒ ϦⲈⲚⲦⲞⲨⲀⲤⲠⲒ.
Bij dat geruis liepen de mensen te hoop; ze stonden verwonderd, dat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken.
Ze raakten buiten zichzelf van verbazing, en zeiden: Zie, zijn allen, die daar spreken, geen Galileërs?
En hoe horen wij allen ze dan in onze eigen moedertaal spreken?
9 ⲑ̅ ⲚⲒⲠⲀⲢⲐⲞⲤ ⲚⲈⲘ ⲚⲒⲘⲎⲆⲞⲤ ⲚⲈⲘ ⲚⲒⲈⲖⲀⲘⲒⲦⲎ ⲤⲚⲈⲘ ⲚⲎ ⲈⲦϢⲞⲠ ϦⲈⲚϮⲘⲈⲤⲞⲠⲞⲦⲀⲘⲒⲀ ϮⲒⲞⲨⲆⲈⲀ ⲚⲈⲘ ϮⲔⲀⲠⲠⲞⲆⲞⲔⲒⲀ ⲠⲞⲚⲦⲞⲤ ⲚⲈⲘ ϮⲀⲤⲒⲀ.
Parten, Meden en Elamieten; bewoners van Mesopotámië, Judea en Kappadócië, van Pontus en Azië,
10 ⲓ̅ ϮⲪⲢⲒⲔⲒⲀ ⲚⲈⲘ ϮⲠⲀⲘⲪⲒⲖⲒⲀ ⲬⲎⲘⲒ ⲚⲈⲘ ⲚⲒⲤⲀ ⲚⲦⲈϮⲖⲨⲂⲎ ⲐⲎ ⲈⲦϨⲒ ⲚⲒⲤⲀ ⲚⲦⲈϮⲔⲨⲢⲒⲚⲚⲎ ⲚⲈⲘ ⲚⲒⲢⲰⲘⲈⲞⲤ ⲈⲦϢⲞⲠ ⲚϦⲎⲦⲈⲚ.
van Frúgië en Pamfúlië, van Egypte en de streken van Lybië bij Cyrene: romeinse kolonisten,
11 ⲓ̅ⲁ̅ ⲚⲒⲒⲞⲨⲆⲀⲒ ⲚⲈⲘ ⲚⲒϢⲈⲘⲘⲰⲞⲨ ⲚⲒⲔⲢⲒⲦⲎⲤ ⲚⲈⲘ ⲚⲒⲀⲢⲀⲂⲞⲤ ⲦⲈⲚⲤⲰⲦⲈⲘ ⲈⲢⲰⲞⲨ ⲈⲨⲤⲀϪⲒ ϦⲈⲚϨⲀⲚⲖⲀⲤ ⲚⲚⲒⲘⲈⲦⲚⲒϢϮ ⲚⲦⲈⲪⲚⲞⲨϮ.
Joden en proselieten, Kretenzen en Arabieren: we horen ze in onze eigen taal Gods grote werken verkondigen.
Allen stonden verbaasd en in twijfel. Sommigen zeiden tot elkander: Wat zou dat betekenen?
13 ⲓ̅ⲅ̅ ϨⲀⲚⲔⲈⲬⲰⲞⲨⲚⲒ ⲆⲈ ⲚⲀⲨⲈⲢϢⲈⲢϢⲒ ⲈⲨϪⲰ ⲘⲘⲞⲤ ϪⲈ ⲀⲚⲀⲒ ⲘⲀϨ ϦⲎⲦⲞⲨ ⲚⲈⲘⲂⲢⲒⲤ ϨⲀⲚⲔⲈⲬⲰⲞⲨⲚⲒ ⲆⲈ ⲚⲀⲨϪⲰ ⲘⲘⲞⲤ ϪⲈ ⲀⲢⲈ ⲚⲀⲒ ⲐⲀϦⲒ.
Maar anderen zeiden spottend: Ze zijn dronken van zoete wijn.
14 ⲓ̅ⲇ̅ ⲀϤⲞϨⲒ ⲆⲈ ⲈⲢⲀⲦϤ ⲚϪⲈⲠⲈⲦⲢⲞⲤ ⲚⲈⲘ ⲠⲒⲔⲈⲒⲀ ⲀϤϬⲒⲤⲒ ⲚⲦⲈϤⲤⲘⲎ ⲈϨⲢⲎⲒ ⲀϤⲈⲢⲞⲨⲰ ⲚⲰⲞⲨ ⲚⲒⲢⲰⲘⲒ ⲚⲒⲒⲞⲨⲆⲀⲒ ⲚⲈⲘ ⲚⲎ ⲈⲦϢⲞⲠ ϦⲈⲚⲒⲈⲢⲞⲤⲀⲖⲎⲘ ⲦⲎⲢⲞⲨ ⲪⲀⲒ ⲘⲀⲢⲈϤⲞⲨⲰⲚϨ ⲈⲢⲰⲦⲈⲚ ⲞⲨⲞϨ ϬⲒⲤⲘⲎ ⲈⲚⲀⲤⲀϪⲒ.
Toen stond Petrus op, omringd van al de elf; hij verhief zijn stem, en sprak hun toe: Joodse mannen, en gij allen, die in Jerusalem woont: Dit moet gij weten; geeft acht op mijn woorden.
Neen, deze mannen zijn niet dronken, zoals gij vermoedt; want het is eerst het derde uur van de dag.
Maar hier geschiedt, wat door den profeet Joël voorzegd is:
17 ⲓ̅ⲍ̅ ϪⲈ ⲈⲤⲈϢⲰⲠⲒ ϦⲈⲚⲚⲒⲈϨⲞⲞⲨ ⲚϦⲀⲈ ⲠⲈϪⲈ ⲪⲚⲞⲨϮ ⲈⲒⲈⲪⲰⲚ ⲈⲂⲞⲖ ϦⲈⲚⲠⲀⲠⲚⲈⲨⲘⲀⲈϪⲈⲚ ⲤⲀⲢⲜ ⲚⲒⲂⲈⲚ ⲞⲨⲞϨ ⲈⲨⲈⲈⲢⲠⲢⲞⲪⲎⲦⲈⲨⲒⲚ ⲚϪⲈⲚⲈⲦⲈⲚϢⲎⲢⲒ ⲚⲈⲘ ⲚⲈⲦⲈⲚϢⲈⲢⲒ ⲞⲨⲞϨ ⲚⲈⲦⲈⲚϦⲈⲖϢⲒⲢⲒ ⲈⲨⲈⲚⲀⲨ ⲈϨⲀⲚϨⲞⲢⲀⲤⲒⲤ ⲞⲨⲞϨ ⲚⲈⲦⲈⲚϦⲈⲖⲖⲞⲒ ⲈⲨⲈⲪⲰⲢ ⲚϨⲀⲚⲢⲀⲤⲞⲨⲒ.
En het zal geschieden op het einde der dagen, zegt God "Ik zal uitstorten van mijn Geest over alle vlees; Uw zonen en dochters zullen profeteren, Uw jonge mannen visioenen schouwen, Uw grijsaards dromen ontvangen;
18 ⲓ̅ⲏ̅ ⲔⲈⲄⲈ ⲈⲒⲈⲪⲰⲚ ⲈⲂⲞⲖ ϦⲈⲚⲠⲀⲠⲚⲈⲨⲘⲀⲈϨⲢⲎⲒ ⲈϪⲈⲚ ⲚⲀⲂⲰⲔ ⲚⲈⲘ ⲚⲀⲂⲰⲔⲒ ϦⲈⲚⲠⲒⲈϨⲞⲞⲨ ⲈⲦⲈⲘⲘⲀⲨ ⲞⲨⲞϨ ⲈⲨⲈⲈⲢⲠⲢⲞⲪⲎⲦⲈⲨⲒⲚ.
Zelfs over mijn slaven en slavinnen in die dagen, Stort Ik uit van mijn Geest, en ze zullen profeteren.
19 ⲓ̅ⲑ̅ ⲈⲒⲈϮ ⲚϨⲀⲚϢⲪⲎⲢⲒ ϦⲈⲚⲦⲪⲈ ⲈⲠϢⲰⲒ ⲚⲈⲘ ϨⲀⲚⲘⲎⲒⲚⲒ ϨⲒϪⲈⲚ ⲠⲔⲀϨⲒ ⲈⲠⲈⲤⲎⲦ ⲞⲨⲤⲚⲞϤ ⲚⲈⲘ ⲞⲨⲬⲢⲰⲘ ⲚⲈⲘ ⲞⲨⲬⲢⲈⲘⲦⲤ ⲚⲔⲀⲠⲚⲞⲤ.
Ik zal wonderen doen in de hemel daar boven, En tekenen op de aarde beneden: Bloed en vuur, en walm van rook.
De zon zal in duisternis verkeren, de maan in bloed, Voordat de Dag des Heren komt, Groot en heerlijk.
Dan zal iedereen worden gered, Die de naam des Heren aanroept!
22 ⲕ̅ⲃ̅ ⲚⲒⲢⲰⲘⲒ ⲚⲒⲒⲤⲢⲀⲎⲖⲒⲦⲎⲤ ⲤⲰⲦⲈⲘ ⲈⲚⲀⲤⲀϪⲒ ⲚⲀⲒ ⲒⲎⲤⲞⲨⲤ ⲠⲒⲚⲀⲌⲰⲢⲈⲞⲤ ⲞⲨⲢⲰⲘⲒ ⲈⲀ ⲪⲚⲞⲨϮ ⲞⲨⲞⲚϨϤ ⲈⲂⲞⲖ ϢⲀⲢⲰⲦⲈⲚ ⲠⲈ ϦⲈⲚϨⲀⲚϪⲞⲘ ⲚⲈⲘ ϨⲀⲚⲘⲎⲒⲚⲒ ⲚⲈⲘ ϨⲀⲚϢⲪⲎⲢⲒ ⲚⲎ ⲈⲦⲀ ⲪⲚⲞⲨϮ ⲀⲒⲦⲞⲨ ⲈⲂⲞⲖ ϨⲒⲦⲞⲦϤ ϦⲈⲚⲦⲈⲦⲈⲚⲘⲎϮ ⲔⲀⲦⲀ ⲪⲢⲎϮ ⲈⲦⲈⲦⲈⲚⲤⲰⲞⲨⲚ ⲚⲐⲰⲦⲈⲚ.
Mannen van Israël, hoort deze woorden: Jesus van Názaret, een man, voor wien God bij u heeft getuigd door krachten en wonderen en tekenen, welke God, zo gij weet, door Hem in uw midden verrichtte:
23 ⲕ̅ⲅ̅ ⲪⲀⲒ ϦⲈⲚⲠⲒⲤⲞϬⲚⲒ ⲈⲦⲐⲎϢ ⲚⲈⲘ ⲠⲒϢⲞⲢⲠ ⲚⲈⲘⲒ ⲚⲦⲈⲪⲚⲞⲨϮ ⲈⲀⲦⲈⲦⲈⲚⲦⲎⲒϤ ⲈϦⲢⲎⲒ ⲈⲚⲈⲚϪⲒϪ ⲚⲚⲒⲀⲚⲞⲘⲞⲤ ⲈⲀⲢⲈⲦⲈⲚⲀϢϤ ⲞⲨⲞϨ ⲀⲢⲈⲦⲈⲚϦⲞⲐⲂⲈϤ.
Hem hebt gij overgeleverd naar het vaste raadsbesluit en de voorkennis Gods, en door de hand van heidenen aan het kruis geslagen en gedood.
24 ⲕ̅ⲇ̅ ⲪⲀⲒ ⲈⲦⲀ ⲪⲚⲞⲨϮ ⲦⲞⲨⲚⲞⲤϤ ⲈⲀϤⲂⲰⲖ ⲈⲂⲞⲖ ⲚⲚⲒⲚⲀⲔϨⲒ ⲚⲦⲈⲀⲘⲈⲚϮ ϪⲈ ⲚⲈⲘⲘⲞⲚ ϢϪⲞⲘ ⲚⲤⲈⲀⲘⲀϨⲒ ⲘⲘⲞϤ ⲈⲂⲞⲖ ϨⲒⲦⲞⲦϤ.
Maar God heeft Hem opgewekt, en verbroken de strikken van de dood; daar het niet mogelijk was, dat deze Hem vasthield.
25 ⲕ̅ⲉ̅ ⲆⲀⲨⲒⲆ ⲄⲀⲢ ϤϪⲰ ⲘⲘⲞⲤ ⲈⲢⲞϤ ϪⲈ ⲀⲒⲈⲢϢⲞⲢⲠ ⲚⲚⲀⲨ ⲘⲠϬⲞⲒⲤ ⲘⲠⲀⲘⲐⲞ ⲈⲂⲞⲖ ⲚⲤⲎⲞⲨ ⲚⲒⲂⲈⲚ ⲈϤⲬⲎ ⲤⲀⲞⲨⲒⲚⲀⲘ ⲘⲘⲞⲒ ϪⲈ ⲚⲚⲀⲔⲒⲘ.
Want David zeide van Hem: "Den Heer hield ik altijd voor ogen; Want Hij staat mij ter zijde, opdat ik niet wankele
Daarom verheugt zich mijn hart, En jubelt mijn tong; Ook mijn vlees zal rusten vol hoop,
Want Gij laat mijn ziel niet in het dodenrijk achter. Uw Heilige laat Gij het bederf niet aanschouwen, (Hadēs g86)
Gij hebt mij de wegen van het leven getoond; Gij zult mij van vreugde vervullen Door uw aanschijn!
29 ⲕ̅ⲑ̅ ⲚⲒⲢⲰⲘⲒ ⲚⲈⲚⲤⲚⲎⲞⲨ ⲤϢⲈ ⲈⲤⲀϪⲒ ⲚⲈⲘⲰⲦⲈⲚ ϦⲈⲚⲞⲨⲞⲚϨ ⲈⲂⲞⲖ ⲈⲐⲂⲈ ⲠⲈⲚⲠⲀⲦⲢⲒⲀⲢⲬⲎ ⲤⲆⲀⲨⲒⲆ ϪⲈ ⲀϤⲘⲞⲨ ⲞⲨⲞϨ ⲀⲨⲔⲞⲤϤ ⲞⲨⲞϨ ⲠⲈϤⲘϨⲀⲨ ⲚϦⲎⲦⲈⲚ ϢⲀ ⲈϦⲞⲨⲚ ⲈⲪⲞⲞⲨ.
Mannen broeders, van den aartsvader David mag men u zeker wel openlijk zeggen, dat hij èn gestorven is én begraven; zijn graf staat in ons midden tot op de huidige dag.
30 ⲗ̅ ⲈⲞⲨⲠⲢⲞⲪⲎⲦⲎⲤ ⲞⲨⲚ ⲠⲈ ⲞⲨⲞϨ ⲈϤⲤⲰⲞⲨⲚ ϪⲈ ϦⲈⲚⲞⲨⲀⲚⲀϢ ⲀⲪⲚⲞⲨϮ ⲰⲢⲔ ⲚⲀϤ ⲈⲂⲞⲖ ϦⲈⲚⲠⲞⲨⲦⲀϨ ⲚⲦⲈⲦⲈϤϮⲠⲒ ⲈⲐⲢⲈϤϨⲈⲘⲤⲒ ϨⲒϪⲈⲚ ⲠⲈϤⲐⲢⲞⲚⲞⲤ.
Maar hij was een profeet; en hij wist, dat God hem onder ede beloofd had, een uit de vrucht zijner lende op zijn troon te doen zetelen.
31 ⲗ̅ⲁ̅ ⲈⲦⲀϤⲚⲀⲨ ⲞⲨⲚ ⲒⲤϪⲈⲚ ϢⲞⲢⲠ ⲀϤⲤⲀϪⲒ ⲈⲐⲂⲈ ⲦⲀⲚⲀⲤⲦⲀⲤⲒⲤ ⲘⲠⲬⲢⲒⲤⲦⲞⲤ ϪⲈ ⲘⲠⲈϤⲤⲞϪⲠϤ ϦⲈⲚⲀⲘⲈⲚϮ ⲞⲨⲆⲈ ⲘⲠⲈⲦⲈϤⲤⲀⲢⲜ ⲚⲀⲨ ⲈⲠⲦⲀⲔⲞ. (Hadēs g86)
En daar hij de toekomst voorzag, heeft hij over de verrijzenis van den Christus gezegd, dat Hij niet in het dodenrijk zou worden achtergelaten, en dat zijn vlees het bederf niet zou zien. (Hadēs g86)
Welnu, dezen Jesus heeft God doen verrijzen; daarvan zijn wij allen getuigen.
33 ⲗ̅ⲅ̅ ⲈⲀϤϬⲒⲤⲒ ⲤⲀⲞⲨⲒⲚⲀⲘ ⲘⲪⲚⲞⲨϮ ⲀϤϬⲒ ⲘⲠⲒⲰϢ ⲚⲦⲈⲠⲒⲠⲚⲈⲨⲘⲀⲈⲐⲞⲨⲀⲂ ⲈⲂⲞⲖ ϨⲒⲦⲞⲦϤ ⲘⲪⲒⲰⲦ ⲀϤⲪⲰⲚ ⲘⲘⲞϤ ⲪⲀⲒ ⲚⲐⲰⲦⲈⲚ ⲈⲦⲈⲦⲈⲚⲚⲀⲨ ⲈⲢⲞϤ ⲞⲨⲞϨ ⲦⲈⲦⲈⲚⲤⲰⲦⲈⲘ ⲈⲢⲞϤ.
En nu Hij, verheven aan Gods rechterhand, van den Vader den beloofden Heiligen Geest heeft ontvangen, nu heeft Hij Dien ook uitgestort, zoals gij ziet en hoort.
David is niet ten hemel gestegen; toch zegt hij het zelf: "De Heer heeft gesproken tot mijn Heer: Zet U aan mijn rechterhand,
Totdat Ik uw vijanden leg Als een voetbank voor uw voeten."
36 ⲗ̅ⲋ̅ ⲀⲤⲪⲀⲖⲰⲤ ⲞⲨⲚ ⲘⲀⲢⲈϤⲈⲘⲒ ⲚϪⲈⲠⲎⲒ ⲦⲎⲢϤ ⲘⲠⲒⲤⲖ ϪⲈ ⲀϤⲀⲒϤ ⲚϬⲞⲒⲤ ⲞⲨⲞϨ ⲀϤⲀⲒϤ ⲚⲬⲢⲤ ⲚϪⲈⲪⲚⲞⲨϮ ⲪⲀⲒ ⲠⲈ ⲒⲎⲤⲞⲨⲤ ⲪⲀⲒ ⲚⲐⲰⲦⲈⲚ ⲈⲦⲀⲢⲈⲦⲈⲚⲀϢϤ.
Heel het huis van Israël zij er dus van doordrongen, dat God dienzelfden Jesus, dien gij hebt gekruisigd, tot Heer en Christus heeft gesteld.
37 ⲗ̅ⲍ̅ ⲈⲦⲀⲨⲤⲰⲦⲈⲘ ⲆⲈ ⲀⲠⲞⲨϨⲎⲦ ⲘⲔⲀϨ ⲠⲈϪⲰⲞⲨ ⲘⲠⲈⲦⲢⲞⲤ ⲚⲈⲘ ⲠⲤⲰϪⲠ ⲚⲚⲒⲀⲠⲞⲤⲦⲞⲖⲞⲤ ϪⲈ ⲞⲨ ⲠⲈ ⲈⲦⲈⲚⲚⲀⲀⲒϤ ⲚⲒⲢⲰⲘⲒ ⲚⲈⲚⲤⲚⲎⲞⲨ.
Toen ze dit hoorden, werden ze diep getroffen; en ze zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Mannen broeders, wat moeten we doen?
38 ⲗ̅ⲏ̅ ⲠⲈⲦⲢⲞⲤ ⲆⲈ ⲠⲈϪⲀϤ ⲚⲰⲞⲨ ϪⲈ ⲀⲢⲒⲘⲈⲦⲀⲚⲞⲒⲚ ⲞⲨⲞϨ ⲘⲀⲢⲈ ⲪⲞⲨⲀⲒ ⲪⲞⲨⲀⲒ ⲘⲘⲰⲦⲈⲚ ⲞⲘⲤϤ ⲈⲪⲢⲀⲚ ⲚⲒⲎⲤⲞⲨⲤ ⲠⲬⲢⲒⲤⲦⲞⲤ ⲈⲠⲬⲰ ⲈⲂⲞⲖ ⲚⲦⲈⲚⲈⲦⲈⲚⲚⲞⲂⲒ ⲞⲨⲞϨ ⲦⲈⲦⲈⲚⲚⲀϬⲒ ⲚϮⲆⲰⲢⲈⲀ ⲚⲦⲈⲠⲒⲠⲚⲈⲨⲘⲀⲈⲐⲞⲨⲀⲂ.
Petrus zei hun: Bekeert u allen, en laat u dopen in de naam van Jesus Christus, tot vergiffenis uwer zonden; dan zult gij de gaven ontvangen van den Heiligen Geest.
Want voor u is de belofte; ook voor uw kinderen, en voor allen die van verre zijn: voor allen, die de Heer onze God Zich zal roepen.
40 ⲙ̅ ⲚϦⲢⲎⲒ ⲆⲈ ϦⲈⲚⲔⲈⲘⲎϢ ⲚⲤⲀϪⲒ ⲚⲀϤⲈⲢⲘⲈⲐⲢⲈ ⲚⲰⲞⲨ ⲞⲨⲞϨ ⲚⲀϤϦⲰⲚϪ ⲈⲢⲰⲞⲨ ⲈϤϪⲰ ⲘⲘⲞⲤ ϪⲈ ⲚⲀϨⲈⲘ ⲐⲎⲚⲞⲨ ⲈⲂⲞⲖ ϨⲀ ⲦⲀⲒⲄⲈⲚⲈⲀ ⲈⲦⲔⲞⲖϪ.
Met nog veel andere woorden legde hij getuigenis af; ook vermaande hij hen, en sprak: Redt u toch uit dit bedorven geslacht.
En zij, die zijn woord aanvaardden, ontvingen het doopsel; die dag traden er ongeveer drie duizend mensen toe.
Ze bleven volharden in de leer der apostelen en de onderlinge gemeenschap, in het breken des broods en in het gebed.
43 ⲙ̅ⲅ̅ ⲞⲨϨⲞϮ ⲆⲈ ⲚⲀⲤϢⲞⲠ ⲘⲮⲨⲬⲎ ⲚⲒⲂⲈⲚ ϨⲀⲚⲘⲎϢ ⲆⲈ ⲘⲘⲎⲚⲒ ⲚⲈⲘ ϨⲀⲚϢⲪⲎⲢⲒ ⲚⲀⲨϢⲞⲠ ⲠⲈ ⲈⲂⲞⲖ ϨⲒⲦⲞⲦⲞⲨ ⲚⲚⲒⲀⲠⲞⲤⲦⲞⲖⲞⲤ ϦⲈⲚⲒⲈⲢⲞⲤⲀⲖⲎⲘ ⲞⲨⲚⲒϢϮ ⲆⲈ ⲚϨⲞϮ ⲚⲀⲤϢⲞⲠ ϨⲒϪⲰⲞⲨ ⲦⲎⲢⲞⲨ ⲠⲈ.
Allen leefden in vrees. De apostelen verrichtten vele wonderen en tekenen.
En al de gelovigen waren ten nauwste vereend, en bezaten alles in gemeenschap.
45 ⲙ̅ⲉ̅ ⲞⲨⲞϨ ⲚⲞⲨⲒⲞϨⲒ ⲚⲈⲘ ⲚⲞⲨϨⲨⲠⲀⲢⲬⲞⲚⲦⲀ ⲚⲀⲨϮ ⲘⲘⲰⲞⲨ ⲈⲂⲞⲖ ⲞⲨⲞϨ ⲚⲀⲨⲪⲰϢ ⲘⲘⲰⲞⲨ ⲈϨⲢⲀⲨ ⲦⲎⲢⲞⲨ ⲔⲀⲦⲀ ⲠⲈⲦⲈ ⲠⲒⲞⲨⲀⲒ ⲠⲒⲞⲨⲀⲒ ⲈⲢⲬⲢⲒⲀ ⲘⲘⲞϤ.
Ze verkochten have en goed, en verdeelden het onder elkander, naar ieders behoefte.
46 ⲙ̅ⲋ̅ ⲚⲀⲨⲘⲎⲚ ⲆⲈ ⲘⲘⲎⲚⲒ ⲠⲈ ⲈⲠⲒⲈⲢⲪⲈⲒ ⲈⲨⲪⲰϢ ⲚⲞⲨⲰⲒⲔ ⲔⲀⲦⲀ ⲎⲒ ⲞⲨⲞϨ ⲚⲀⲨϬⲒ ⲚⲞⲨϦⲢⲈ ϦⲈⲚⲞⲨⲐⲈⲖⲎⲖ ⲚⲈⲘ ⲞⲨϨⲎⲦ ⲈϤⲞⲨⲀⲂ.
Iedere dag bezochten ze eendrachtig de tempel, en thuis braken ze het brood. Ze genoten hun voedsel in opgeruimdheid en eenvoud van hart.
47 ⲙ̅ⲍ̅ ⲈⲨⲤⲘⲞⲨ ⲈⲪⲚⲞⲨϮ ⲈⲞⲨⲞⲚ ⲚⲦⲰⲞⲨ ⲘⲘⲀⲨ ⲚⲞⲨϨⲘⲞⲦ ϦⲀⲦⲈⲚ ⲠⲒⲖⲀⲞⲤ ⲦⲎⲢϤ ⲠϬⲞⲒⲤ ⲆⲈ ϢⲀϤⲞⲨⲞϨ ⲈⲚⲎ ⲈⲦⲈϢⲀⲨⲚⲞϨⲈⲘ ⲘⲘⲎⲚⲒ ϨⲒ ⲪⲀⲒ ⲈⲪⲀⲒ.
Ze loofden God, en stonden in gunst bij heel het volk. En de Heer bracht iedere dag meer geredden bijeen.
