< 詩篇 124 >
1 大衛上行之詩。 以色列人要說: 若不是耶和華幫助我們,
Een lied Hammaaloth, van David. Ten ware de HEERE, Die bij ons geweest is, zegge nu Israel,
Ten ware de HEERE, Die bij ons geweest is, als de mensen tegen ons opstonden;
Toen zouden zij ons levend verslonden hebben, als hun toorn tegen ons ontstak.
Toen zouden ons de wateren overlopen hebben; een stroom zou over onze ziel gegaan zijn.
Toen zouden de stoute wateren over onze ziel gegaan zijn.
6 耶和華是應當稱頌的! 他沒有把我們當野食交給他們吞吃。
De HEERE zij geloofd, Die ons in hun tanden niet heeft overgegeven tot een roof.
7 我們好像雀鳥,從捕鳥人的網羅裏逃脫; 網羅破裂,我們逃脫了。
Onze ziel is ontkomen, als een vogel uit den strik der vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen.
Onze hulp is in den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft.