< 詩篇 111 >
1 你們要讚美耶和華! 我要在正直人的大會中,並公會中, 一心稱謝耶和華。
Halleluja! Ik wil Jahweh loven met heel mijn hart In de kring en de gemeente der vromen:
Groot zijn de werken van Jahweh, En door allen gezocht, die hun vreugd erin vinden.
Zijn daden stralen van glorie en luister, En zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand.
4 他行了奇事,使人記念; 耶和華有恩惠,有憐憫。
Door zijn wonderen heeft Hij het in de herinnering gegrift: "Genadig en barmhartig is Jahweh!"
Hij gaf voedsel aan hen, die Hem vreesden, En bleef zijn Verbond voor eeuwig indachtig;
6 他向百姓顯出大能的作為, 把外邦的地賜給他們為業。
Hij heeft zijn volk zijn machtige daden getoond, Door hun het erfdeel der heidenen te schenken.
Waarheid en recht zijn het werk zijner handen, Onveranderlijk al zijn geboden:
Onwrikbaar voor altijd en eeuwig, Gedragen door trouw en door recht.
9 他向百姓施行救贖, 命定他的約,直到永遠; 他的名聖而可畏。
Hij heeft zijn volk verlossing gebracht, Zijn Verbond voor eeuwig bekrachtigd; Heilig, ontzaglijk is zijn Naam!
10 敬畏耶和華是智慧的開端; 凡遵行他命令的是聰明人。 耶和華是永遠當讚美的!
Het begin van de wijsheid is de vreze van Jahweh, En die haar beoefent, zal helder inzicht bekomen; Voor eeuwig zij Hij geprezen!