< 箴言 18 >
1 與眾寡合的,獨自尋求心願, 並惱恨一切真智慧。
Die zich afzondert, tracht naar wat begeerlijks; hij vermengt zich in alle bestendige wijsheid.
De zot heeft geen lust aan verstandigheid, maar daarin, dat zijn hart zich ontdekt.
Als de goddeloze komt, komt ook de verachting en met schande versmaadheid.
4 人口中的言語如同深水; 智慧的泉源好像湧流的河水。
De woorden van den mond eens mans zijn diepe wateren; en de springader der wijsheid is een uitstortende beek.
Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen.
De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept naar slagen.
De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.
De woorden des oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks.
Ook die zich slap aanstelt in zijn werk, die is een broeder van een doorbrenger.
De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.
11 富足人的財物是他的堅城, 在他心想,猶如高牆。
Des rijken goed is de stad zijner sterkte, en als een verheven muur in zijn inbeelding.
Voor de verbreking zal des mensen hart zich verheffen; en de nederigheid gaat voor de eer.
Die antwoord geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande.
14 人有疾病,心能忍耐; 心靈憂傷,誰能承當呢?
De geest eens mans zal zijn krankheid ondersteunen; maar een verslagen geest, wie zal dien opheffen?
Het hart der verstandigen bekomt wetenschap, en het oor der wijzen zoekt wetenschap.
De gift des mensen maakt hem ruimte, en zij geleidt hem voor het aangezicht der groten.
17 先訴情由的,似乎有理; 但鄰舍來到,就察出實情。
Die de eerste is in zijn twistzaak, schijnt rechtvaardig te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem.
Het lot doet de geschillen ophouden, en maakt scheiding tussen machtigen.
19 弟兄結怨,勸他和好,比取堅固城還難; 這樣的爭競如同堅寨的門閂。
Een broeder is wederspanniger dan een sterke stad; en de geschillen zijn als een grendel van een paleis.
20 人口中所結的果子,必充滿肚腹; 他嘴所出的,必使他飽足。
Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de inkomst zijner lippen.
21 生死在舌頭的權下, 喜愛它的,必吃它所結的果子。
Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.
22 得着賢妻的,是得着好處, 也是蒙了耶和華的恩惠。
Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken van den HEERE.
De arme spreekt smekingen; maar de rijke antwoordt harde dingen.
24 濫交朋友的,自取敗壞; 但有一朋友比弟兄更親密。
Een man, die vrienden heeft, heeft zich vriendelijk te houden; want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder.