< 約伯記 35 >
Elihoe vervolgde, en sprak:
Houdt ge dit voor behoorlijk, Noemt ge dit "mijn rechtvaardiging voor God",
3 才說這與我有甚麼益處? 我不犯罪比犯罪有甚麼好處呢?
Als ge vraagt: Wat baat het mij, Wat voordeel heb ik, als ik niet zondig?
Ik zal u antwoord geven op uw vraag, En aan uw vrienden met u.
Blik naar de hemel op, en zie, Aanschouw de wolken, hoog boven u uit!
6 你若犯罪,能使上帝受何害呢? 你的過犯加增,能使上帝受何損呢?
Wanneer ge zondigt, wat deert het Hem; Zijn uw misdrijven talrijk, wat doet het Hem;
7 你若是公義,還能加增他甚麼呢? 他從你手裏還接受甚麼呢?
Zijt ge rechtschapen, wat schenkt ge Hem, Of wat ontvangt Hij van u?
8 你的過惡或能害你這類的人; 你的公義或能叫世人得益處。
Uw boosheid raakt enkel den mens, als gij, Uw gerechtigheid het mensenkind!
Men klaagt wel over allerhande verdrukking En jammert onder de macht der tyrannen,
10 卻無人說:造我的上帝在哪裏? 他使人夜間歌唱,
Maar men zegt niet: Waar is God, die ons schiep, Die ons visioenen geeft in de nacht,
11 教訓我們勝於地上的走獸, 使我們有聰明勝於空中的飛鳥。
Die ons onderricht door de dieren der aarde Door de vogels in de lucht ons wijsheid leert.
12 他們在那裏, 因惡人的驕傲呼求,卻無人答應。
Zo roept men wel, maar Hij antwoordt niet, Om de hoogmoed der bozen.
13 虛妄的呼求,上帝必不垂聽; 全能者也必不眷顧。
Maar als God niet luistert naar ijdel geroep, De Almachtige er geen aandacht aan schenkt,
14 何況你說,你不得見他; 你的案件在他面前,你等候他吧。
Hoeveel te minder, als ge beweert, dat ge Hem niet bespeurt, Dat ge een proces met Hem aangaat, en gij op Hem wacht;
Of zelfs, dat zijn gramschap niet straft, En dat Hij niet eens de misdaad kent!
16 所以約伯開口說虛妄的話, 多發無知識的言語。
Job opent zijn mond tot ijdel gezwets, Spreekt grote woorden in onverstand.