< 出埃及記 40 >
Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
Op den dag der eerste maand, te weten op den eersten der maand, zult gij den tabernakel, de tent der samenkomst, oprichten.
En gij zult aldaar zetten de ark der getuigenis; en gij zult de ark met de voorhang bedekken.
4 把桌子搬進去,擺設上面的物。把燈臺搬進去,點其上的燈。
Daarna zult gij de tafel daarin brengen, en gij zult schikken wat daarop te schikken is; gij zult ook den kandelaar daarin brengen, en zijn lampen aansteken.
En gij zult het gouden altaar ten reukwerk voor de ark der getuigenis zetten, dan zult gij het deksel van de deur des tabernakels ophangen.
Gij zult ook het altaar des brandoffers zetten voor de deur van den tabernakel, van de tent der samenkomst.
En gij zult het wasvat zetten tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en gij zult water daar in doen.
Daarna zult gij den voorhof rondom zetten, en gij zult het deksel ophangen aan de poort des voorhofs.
9 用膏油把帳幕和其中所有的都抹上,使帳幕和一切器具成聖,就都成聖。
Dan zult gij de zalfolie nemen en zalven den tabernakel, en al wat daarin is; en gij zult dezelven heiligen, met al zijn gereedschap, en het zal een heiligheid zijn.
10 又要抹燔祭壇和一切器具,使壇成聖,就都成為至聖。
Gij zult ook het altaar des brandoffers zalven, en al zijn gereedschap; en gij zult het altaar heiligen, en het altaar zal heiligheid der heiligheden zijn.
Dan zult gij het wasvat zalven, en deszelfs voet; en gij zult het heiligen.
Gij zult ook Aaron en zijn zonen doen naderen, tot de deur van de tent der samenkomst; en gij zult hen met water wassen.
13 要給亞倫穿上聖衣,又膏他,使他成聖,可以給我供祭司的職分;
En gij zult Aaron de heilige klederen aantrekken; en gij zult hem zalven, en hem heiligen, dat hij Mij het priesterambt bediene.
Gij zult ook zijn zonen doen naderen, en zult hun de rokken aantrekken.
15 怎樣膏他們的父親,也要照樣膏他們,使他們給我供祭司的職分。他們世世代代凡受膏的,就永遠當祭司的職任。」
En gij zult hen zalven, gelijk als gij hun vader zult gezalfd hebben, dat zij Mij het priesterambt bedienen. En het zal geschieden, dat hun hun zalving zal zijn tot een eeuwig priesterdom bij hun geslachten.
Mozes nu deed het naar alles, wat hem de HEERE geboden had; alzo deed hij.
En het geschiedde in de eerste maand, in het tweede jaar, op den eersten der maand, dat de tabernakel opgericht werd.
18 摩西立起帳幕,安上帶卯的座,立上板,穿上閂,立起柱子。
Want Mozes richtte den tabernakel op, en zette zijn voeten, en stelde zijn berderen, en zette zijn richelen daaraan, en hij richtte deszelfs pilaren op.
19 在帳幕以上搭罩棚,把罩棚的頂蓋蓋在其上,是照耶和華所吩咐他的。
En hij spreidde de tent uit over den tabernakel, en hij zette het deksel der tent daar bovenop, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
20 又把法版放在櫃裏,把槓穿在櫃的兩旁,把施恩座安在櫃上。
Voorts nam hij, en legde de getuigenis in de ark, en deed de handbomen aan de ark, en hij zette het verzoendeksel boven op de ark.
21 把櫃抬進帳幕,掛上遮掩櫃的幔子,把法櫃遮掩了,是照耶和華所吩咐他的。
En hij bracht de ark in den tabernakel, en hij hing den voorhang van het deksel op, en bedekte de ark der getuigenis, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
Hij zette ook de tafel in de tent der samenkomst, aan de zijde des tabernakels tegen het noorden, buiten den voorhang.
23 在桌子上將餅陳設在耶和華面前,是照耶和華所吩咐他的。
En hij schikte daarop het brood in orde, voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
24 又把燈臺安在會幕內,在帳幕南邊,與桌子相對,
Hij zette ook den kandelaar in de tent der samenkomst, recht over de tafel, aan de zijde des tabernakels, zuidwaarts.
En hij stak de lampen aan voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
En hij zette het gouden altaar in de tent der samenkomst, voor den voorhang.
27 在壇上燒了馨香料做的香,是照耶和華所吩咐他的。
En hij stak daarop aan reukwerk van welriekende specerijen, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
Hij hing ook het deksel van de deur des tabernakels.
29 在會幕的帳幕門前,安設燔祭壇,把燔祭和素祭獻在其上,是照耶和華所吩咐他的。
En hij zette het altaar des brandoffers aan de deur des tabernakels, van de tent der samenkomst; en hij offerde daarop brandoffer, en spijsoffer, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had.
30 把洗濯盆安在會幕和壇的中間,盆中盛水,以便洗濯。
Hij zette ook het wasvat tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en hij deed water daarin om te wassen.
En Mozes en Aaron, en zijn zonen wiesen daaruit hun handen en hun voeten.
32 他們進會幕或就近壇的時候,便都洗濯,是照耶和華所吩咐他的。
Als zij ingingen tot de tent der samenkomst, en als zij tot het altaar naderden, zo wiesen zij zich, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.
33 在帳幕和壇的四圍立了院帷,把院子的門簾掛上。這樣,摩西就完了工。
Hij richtte ook den voorhof op, rondom den tabernakel en het altaar, en hij hing het deksel van de poort des voorhofs op. Alzo voleindigde Mozes het werk.
34 當時,雲彩遮蓋會幕,耶和華的榮光就充滿了帳幕。
Toen bedekte de wolk de tent der samenkomst; en de heerlijkheid des HEEREN vervulde den tabernakel.
35 摩西不能進會幕;因為雲彩停在其上,並且耶和華的榮光充滿了帳幕。
Zodat Mozes niet kon ingaan in de tent der samenkomst, dewijl de wolk daarop bleef, en de heerlijkheid des HEEREN den tabernakel vervulde.
Als nu de wolk opgeheven werd van boven den tabernakel, zo reisden de kinderen Israels voort in al hun reizen.
37 雲彩若不收上去,他們就不起程,直等到雲彩收上去。
Maar als de wolk niet opgeheven werd, zo reisden zij niet tot op den dag, dat zij opgeheven werd.
38 日間,耶和華的雲彩是在帳幕以上;夜間,雲中有火,在以色列全家的眼前。在他們所行的路上都是這樣。
Want de wolk des HEEREN was op den tabernakel bij dag, en het vuur was er bij nacht op, voor de ogen van het ganse huis Israels in al hun reizen.