< 使徒行傳 12 >
En omtrent denzelfden tijd sloeg de koning Herodes de handen aan sommigen van de Gemeente, om die kwalijk te handelen.
En hij doodde Jakobus, den broeder van Johannes, met het zwaard.
3 他見猶太人喜歡這事,又去捉拿彼得。那時正是除酵的日子。
En toen hij zag, dat het den Joden behagelijk was, voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en het waren de dagen der ongehevelde broden);
4 希律拿了彼得,收在監裏,交付四班兵丁看守,每班四個人,意思要在逾越節後把他提出來,當着百姓辦他。
Denwelken ook gegrepen hebbende, hij in de gevangenis zette, en gaf hem over aan vier wachten, elk van vier krijgsknechten, om hem te bewaren, willende na het paas feest hem voorbrengen voor het volk.
5 於是彼得被囚在監裏;教會卻為他切切地禱告上帝。
Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan.
6 希律將要提他出來的前一夜,彼得被兩條鐵鍊鎖着,睡在兩個兵丁當中;看守的人也在門外看守。
Toen hem nu Herodes zou voorbrengen, sliep Petrus dienzelfden nacht tussen twee krijgsknechten, gebonden met twee ketenen; en de wachters voor de deur bewaarden den gevangenis.
7 忽然,有主的一個使者站在旁邊,屋裏有光照耀,天使拍彼得的肋旁,拍醒了他,說:「快快起來!」那鐵鍊就從他手上脫落下來。
En ziet, een engel des Heeren stond daar, en een licht scheen in de woning, en slaande de zijde van Petrus, wekte hij hem op, zeggende: Sta haastelijk op. En zijn ketenen vielen af van de handen.
8 天使對他說:「束上帶子,穿上鞋。」他就那樣做。天使又說:「披上外衣,跟着我來。」
En de engel zeide tot hem: Omgord u, en bind uw schoenzolen aan. En hij deed alzo. En hij zeide tot hem: Werp uw mantel om, en volg mij.
9 彼得就出來跟着他,不知道天使所做是真的,只當見了異象。
En uitgaande volgde hij hem, en wist niet, dat het waarachtig was, hetgeen door den engel geschiedde, maar hij meende, dat hij een gezicht zag.
10 過了第一層第二層監牢,就來到臨街的鐵門,那門自己開了。他們出來,走過一條街,天使便離開他去了。
En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem.
11 彼得醒悟過來,說:「我現在真知道主差遣他的使者,救我脫離希律的手和猶太百姓一切所盼望的。」
En Petrus, tot zichzelven gekomen zijnde, zeide: Nu weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft, en mij verlost heeft uit de hand van Herodes, en uit al de verwachting van het volk der Joden.
12 想了一想,就往那稱呼馬可的約翰、他母親馬利亞家去,在那裏有好些人聚集禱告。
En als hij alles overlegd had, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die toegenaamd was Markus, alwaar velen samenvergaderd en biddende waren.
13 彼得敲外門,有一個使女,名叫羅大,出來探聽,
En als Petrus aan de deur van de voorpoort klopte, kwam een dienstmaagd voor om te luisteren, met name Rhode.
14 聽得是彼得的聲音,就歡喜的顧不得開門,跑進去告訴眾人說:「彼得站在門外。」
En zij de stem van Petrus bekennende, deed van blijdschap de voorpoort niet open, maar liep naar binnen en boodschapte, dat Petrus voor aan de voorpoort stond.
15 他們說:「你是瘋了!」使女極力地說:「真是他!」他們說:「必是他的天使!」
En zij zeiden tot haar: Gij raast. Doch zij bleef er sterk bij, dat het alzo was. En zij zeiden: Het is zijn engel.
16 彼得不住地敲門。他們開了門,看見他,就甚驚奇。
Maar Petrus bleef kloppende: en als zij opengedaan hadden, zagen zij hem, en ontzetten zich.
17 彼得擺手,不要他們作聲,就告訴他們主怎樣領他出監;又說:「你們把這事告訴雅各和眾弟兄。」於是出去,往別處去了。
En als hij hen met de hand gewenkt had, dat zij zwijgen zouden, verhaalde hij hun, hoe hem de Heere uit de gevangenis uitgeleid had, en zeide: Boodschapt dit aan Jakobus en de broederen. En hij uitgegaan zijnde, reisde naar een andere plaats.
18 到了天亮,兵丁擾亂得很,不知道彼得往哪裏去了。
En als het dag was geworden, was er geen kleine beroerte onder de krijgsknechten, wat toch aan Petrus mocht geschied zijn.
19 希律找他,找不着,就審問看守的人,吩咐把他們拉去殺了。後來希律離開猶太,下凱撒利亞去,住在那裏。
En als Herodes hem gezocht had, en niet vond, en de wachters rechtelijk ondervraagd had, gebood hij, dat zij weggeleid zouden worden. En hij vertrok van Judea naar Cesarea, en hield zich aldaar.
20 希律惱怒泰爾、西頓的人。他們那一帶地方是從王的地土得糧,因此就託了王的內侍臣伯拉斯都的情,一心來求和。
En Herodes had in den zin tegen de Tyriers en Sidoniers te krijgen; maar zij kwamen eendrachtelijk tot hem, en Blastus, die des konings kamerling was, overreed hebbende, begeerden vrede, omdat hun land gespijzigd werd van des konings land.
21 希律在所定的日子,穿上朝服,坐在位上,對他們講論一番。
En op een gezetten dag, Herodes, een koninklijk kleed aangedaan hebbende, en op den rechterstoel gezeten zijnde, deed een rede tot hen.
22 百姓喊着說:「這是神的聲音,不是人的聲音。」
En het volk riep hem toe: Een stem Gods, en niet eens mensen!
23 希律不歸榮耀給上帝,所以主的使者立刻罰他,他被蟲所咬,氣就絕了。
En van stonde aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten, en gaf den geest.
En het Woord Gods wies, en vermenigvuldigde.
25 巴拿巴和掃羅辦完了他們供給的事,就從耶路撒冷回來,帶着稱呼馬可的約翰同去。
Barnabas nu en Saulus keerden wederom van Jeruzalem, als zij den dienst volbracht hadden, medegenomen hebbende ook Johannes, die toegenaamd werd Markus.