< 诗篇 100 >
Een lofzang. Gij ganse aarde! juicht den HEERE.
Dient den HEERE met blijdschap, komt voor Zijn aanschijn met vrolijk gezang.
3 你们当晓得耶和华是 神! 我们是他造的,也是属他的; 我们是他的民,也是他草场的羊。
Weet, dat de HEERE is God; Hij heeft ons gemaakt (en niet wij), Zijn volk en de schapen Zijner weide.
4 当称谢进入他的门; 当赞美进入他的院。 当感谢他,称颂他的名!
Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofgezang; looft Hem, prijst Zijn Naam.
5 因为耶和华本为善。 他的慈爱存到永远; 他的信实直到万代。
Want de HEERE is goed; Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid, en Zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht.