< 雅歌 6 >

1 ◆耶京女郎: 妳這女中極美麗的啊! 妳的愛人往那裏去了﹖妳的愛人轉向何處去了﹖妳讓我們同妳一起去尋找﹖◆新娘:
Waar is uw Liefste heengegaan, o gij schoonste onder de vrouwen? Waarheen heeft uw Liefste het aangezicht gewend, opdat wij Hem met u zoeken?
2 我的愛人到自己的花園,到香畦去了,好在花園中牧羊,採百合花。
Mijn Liefste is afgegaan in Zijn hof, tot de specerijbedden, om te weiden in de hoven, en om de lelien te verzamelen.
3 我屬於我的愛人,我的愛人屬於我,他在百合花間,牧放他的羊群。◆新郎:
Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die onder de lelien weidt.
4 我的愛卿! 妳美麗有如提爾匝,可愛有如耶路撒冷,莊嚴有如整齊的軍旅。
Gij zijt schoon, Mijn vriendin, gelijk Thirza, liefelijk als Jeruzalem, schrikkelijk als slagorden met banieren.
5 轉過妳的眼去,不要看我,因為妳的眼使我迷亂;妳的頭髮猶如由基肋阿得山下來的一群山羊。
Wend uw ogen van Mij af, want zij doen Mij geweld aan; uw haar is als een kudde geiten, die het gras van Gilead afscheren.
6 妳的牙齒像一群浴後上來的母綿羊,都懷有雙胎,沒有不生育的。
Uw tanden zijn als een kudde schapen, die uit de wasstede opkomen, die al te zamen tweelingen voortbrengen, en onder dezelve is geen jongeloos.
7 妳隱在面紗後的兩頰,有如分裂兩半的石榴。
Uw wangen zijn als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten.
8 皇后六十,嬪妃八十,少女無數:
Er zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal.
9 但是,我的鴿子,我的完人,只有一個,她是生養她者的愛女;少女見了她,都稱她有福;皇后與嬪妃,也都讚揚她。◆耶京女郎:
Een enige is Mijn duive, Mijn volmaakte, de enige harer moeder, zij is de zuivere dergenen, die haar gebaard heeft; als de dochters haar zien, zo zullen zij haar welgelukzalig roemen, de koninginnen en de bijwijven; en zij zullen haar prijzen.
10 「那上升如晨曦,美麗如月亮,光耀如太陽,莊嚴如整齊軍旅的,是誰﹖」[第五幕:愛情的享受]◆新娘:
Wie is zij, die er uitziet als de dageraad, schoon, gelijk de maan, zuiver als de zon, schrikkelijk als slagorden met banieren?
11 我下到核桃園中,要欣賞谷中的新綠,看看葡萄樹是否發了芽,石榴樹是否開了花﹖
Ik ben tot den notenhof afgegaan om de groene vruchten der vallei te zien; om te zien, of de wijnstok bloeide, de granaatbomen uitbotten.
12 我的熱誠摧促我登上了我民主上的御駕。
Eer ik het wist, zette mij mijn ziel op de wagens van mijn vrijwillig volk.
13 耶京女郎:1. 歸來,歸來! 叔拉米特! 歸來,歸來! 讓我看看妳! 妳們要看叔拉米特什麼﹖看她在兩隊中舞蹈。◆甲:
Keer weder, keer weder, o Sulammith! Keer weder, keer weder, dat wij u mogen aanzien. Wat ziet gijlieden de Sulammith aan? Zij is als een rei van twee heiren.

< 雅歌 6 >