< 詩篇 122 >
1 我喜歡,因為有人向我說:我們要進入上主的聖殿。
Een lied Hammaaloth, van David. Ik verblijd mij in degenen, die tot mij zeggen: Wij zullen in het huis des HEEREN gaan.
Onze voeten zijn staande in uw poorten, o Jeruzalem!
3 耶路撒冷的建築好似京城,確是內部劃一整齊的京城。
Jeruzalem is gebouwd, als een stad, die wel samengevoegd is;
4 各支派,上主的各支派都齊聚在那裡,按照以色列的法律讚頌上主的名字。
Waarheen de stammen opgaan, de stammen des HEEREN, tot de getuigenis Israels, om den Naam des HEEREN te danken.
5 那裡設立了執政者的座席,那裡有達味王室的寶位。
Want daar zijn de stoelen des gerichts gezet, de stoelen van het huis van David.
Bidt om den vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.
Vrede zij in uw vesting, welvaren in uw paleizen.
Om mijner broederen en mijner vrienden wil, zal ik nu spreken, vrede zij in u!
9 為了上主我們天主的殿宇,我為您懇切祈禱,祝您幸福。
Om des huizes des HEEREN, onzes Gods wil, zal ik het goede voor u zoeken.