< 約伯記 25 >
Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:
Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten.
3 他的隊伍,豈可勝數﹖他的光明升起,誰不蒙受照耀﹖
Is er een getal Zijner benden? En over wien staat Zijn licht niet op?
4 人在天主面前,怎能自以為義﹖婦人所生的,怎能自稱潔淨﹖
Hoe zou dan een mens rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn, die van een vrouw geboren is?
Zie, tot de maan toe, en zij zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen.
Hoeveel te min de mens, die een made is, en des mensen kind, die een worm is!