ईयोब 21
Job antwoordde, en sprak:
Luistert aandachtig naar wat ik ga zeggen; En dat uw troost zich daartoe bepale!
Laat mij uitspreken op mijn beurt, Wanneer ik klaar ben, kunt ge spotten!
Heb ik me soms over mensen beklaagd, Of heb ik geen grond, om mismoedig te zijn?
Ziet mij aan, en staat verstomd, En legt uw hand op de mond!
6 ६ माझ्यावर आलेल्या त्रांसाचा विचार करायला लागलो म्हणजे मला भीती वाटते आणि माझ्या शरीराचा थरकाप होतो.
Wanneer ik er aan denk, sta ik verbijsterd, En huivert mijn vlees:
"Waarom blijven de bozen in leven Worden zij oud en groeien in kracht?"
8 ८ आणि त्याचे वंशज त्याच्या डोळ्यासमोर स्थापीत होतात, आणि त्याच्या डोळ्यासमोर त्याची मुलेबाळे नांदतात.
Hun kroost gedijt voor hun aanschijn, Hun geslacht houdt stand voor hun ogen;
Hun huizen zijn veilig en zonder vrees, Gods roede valt er niet op neer.
10 १० त्यांच्या बैलाचे प्रजोत्पादन असफल होत नाही. त्यांच्या गायींना वासरे होतात आणि त्यांची वासरे अकाली मृत्युमुखी पडत नाहीत.
Hun stier bespringt en bevrucht, Hun koeien kalven en hebben geen misdracht;
Als een kudde laten ze hun jongens naar buiten, En hun kinderen springen rond.
Ze zingen bij pauken en citer, Vermaken zich bij de tonen der fluit;
Ze slijten hun dagen in weelde, En dalen in vrede ten grave. (Sheol h7585)
Toch zeggen ze tot God: Blijf verre van ons, We willen uw wegen niet kennen!
Wat is de Almachtige, dat we Hem zouden dienen; Wat baat het ons, te smeken tot Hem?
Ligt hun geluk niet in hun eigen hand, Bemoeit Hij Zich wel met de plannen der bozen?
17 १७ वांरवार दुष्टाचा दिप विझवला जातो, त्याची विपत्ती त्यांच्यावर येते? आणि असे कीतीतरी वेळ घडते की, देव त्याच्या क्रोधाने त्यांची पीडा त्यांना वाटून देतो.
Hoe dikwijls gaat de lamp der bozen wel uit, En stort er rampspoed op hen neer? Hoe dikwijls vernielt Hij de slechten in zijn toorn, Grijpen de weeën hen aan in zijn gramschap;
Worden zij als stro voor de wind, Als kaf, opgejaagd door de storm?
19 १९ पण तू म्हणतोस देव वडिलांच्या पापाबद्दल मुलाला शिक्षा करतो. तर त्याने त्यालाच प्रतिफळ द्यावे म्हणजेच त्यास त्याचा दोष कळेल.
Gij zegt: God wreekt zijn misdaad op zijn kinderen, En zal hem zo zijn wraak laten voelen!
Maar zijn eigen ogen moesten zijn rampspoed aanschouwen, Zelf moest hij de toorn van den Almachtige drinken!
21 २१ जेव्हा त्याच्या आयुष्याची मद्दत कमी करण्यास येईल, तेव्हा त्याच्या मरणानंतर तो त्याच्या परीवाराची काळजी कशी करील?
Want wat bekommert hij zich om zijn gezin na zijn dood, Wanneer het getal zijner maanden ten einde is?
Zou men soms God de les willen lezen, Hij, die de hemelingen richt?
En de een gaat dood, geheel voldaan, Volkomen gelukkig en rustig,
Zijn lenden vol vet, Het merg in zijn beenderen nog fris.
De ander sterft met een verbitterd gemoed, Zonder ooit het geluk te hebben gesmaakt!
Tezamen liggen ze neer in het stof, Door de wormen bedekt!
27 २७ पाहा, मला तुमचे विचार माहीती आहेत, कोणत्या चुकांनी मला दु: ख द्यायची तुझी इच्छा आहे हे मला माहीत आहे.
Zeker, ik ken uw gedachten, En de bedenkingen, die gij tegen mij aanvoert;
Gij zegt: "Waar is het huis van den tyran, Waar de tent, waar de bozen in wonen?"
Hebt gij de reizigers dan nooit ondervraagd, Of aanvaardt gij hun getuigenis niet:
"De boze blijft gespaard op de dag van verderf, En ontsnapt op de dag van de gramschap!"
Wie houdt hem zijn wandel voor ogen, Wie zet hem betaald wat hij deed?
Hij wordt ten grave gedragen, En een tombe houdt er de wacht.
33 ३३ खोऱ्यातील ढेकळे त्यास गोड लागतील, सर्व लोक त्याच्या पाठीमागे जातील जसे असंख्य लोक होऊन गेले तसे ते सर्व त्याच्या मागे जातील
Zacht ligt hij neer Op de kluiten in het dal; Heel de wereld trekt achter hem aan, Talloos velen lopen uit voor zijn stoet.
34 ३४ मग तुमच्या मुर्खपणाने तुम्ही माझे सांत्वन कसे करु शकता, म्हणून तुमची उत्तरे काहीच नाही ती मुर्खपणाची आहेत.”
Wat is uw vertroosting dus schraal, Uw antwoord anders dan leugens!
