भजन संहिता 37

1 दावीद की रचना दुष्टों के कारण मत कुढ़ो, कुकर्मियों से डाह मत करो;

Van David. Wees niet afgunstig op zondaars, En benijd de boosdoeners niet;

2 क्योंकि वे तो घास के समान शीघ्र मुरझा जाएंगे, वे हरे पौधे के समान शीघ्र नष्ट हो जाएंगे.

Want snel versmachten zij als gras, Verkwijnen als het groen gewas.

3 याहवेह में भरोसा रखते हुए वही करो, जो उपयुक्त है; कि तुम सुरक्षित होकर स्वदेश में खुशहाल निवास कर सको.

Vertrouw op Jahweh, doe enkel wat goed is, Blijf in het land en wees trouw;

4 तुम्हारा आनंद याहवेह में मगन हो, वही तुम्हारे मनोरथ पूर्ण करेंगे.

Dan zult gij uw vreugde in Jahweh vinden, En Hij schenkt u wat uw hart maar begeert.

5 याहवेह को अपने जीवन की योजनाएं सौंप दो; उन पर भरोसा करो और वे तुम्हारे लिए ये सब करेंगे:

Laat Jahweh uw weg maar bestieren, Verlaat u op Hem: Hij zal hem banen;

6 वे तुम्हारी धार्मिकता को सबेरे के सूर्य के समान तथा तुम्हारी सच्चाई को मध्याह्न के सूर्य समान चमकाएंगे.

Als de dageraad doet Hij uw gerechtigheid stralen, En als de middagzon uw recht.

7 याहवेह के सामने चुपचाप रहकर धैर्यपूर्वक उन पर भरोसा करो; जब दुष्ट पुरुषों की युक्तियां सफल होने लगें अथवा जब वे अपनी बुराई की योजनाओं में सफल होने लगें तो मत कुढ़ो!

Berust in Jahweh, En blijf op Hem hopen. Benijd niet den man, wien het goed gaat, Ofschoon hij bedriegt.

8 क्रोध से दूर रहो, कोप का परित्याग कर दो; कुढ़ो मत! इससे बुराई ही होती है.

Word niet toornig en maak u niet boos, Wind u niet op: gij maakt het maar erger;

9 कुकर्मी तो काट डाले जाएंगे, किंतु याहवेह के श्रद्धालुओं के लिए भाग आरक्षित है.

Want de zondaars worden vernietigd, Maar die op Jahweh vertrouwen, bezitten het Land!

10 कुछ ही समय शेष है जब दुष्ट का अस्तित्व न रहेगा; तुम उसे खोजने पर भी न पाओगे.

Een ogenblik maar: en de zondaar is er niet meer; Gij zoekt naar zijn plaats: hij is weg.

11 किंतु नम्र लोग पृथ्वी के अधिकारी होंगे, वे बड़ी समृद्धि में आनंदित रहेंगे.

Maar de rechtschapenen bezitten het Land, En genieten een heerlijke vrede.

12 दुष्ट धर्मियों के विरुद्ध बुरी युक्ति रचते रहते हैं, उन्हें देख दांत पीसते रहते हैं;

De zondaar belaagt den rechtvaardige, En knarst tegen hem op zijn tanden;

13 किंतु प्रभु दुष्ट पर हंसते हैं, क्योंकि वह जानते हैं कि उसके दिन समाप्‍त हो रहे हैं.

Maar de Heer lacht hem uit, Want Hij ziet zijn Dag al nabij.

14 दुष्ट तलवार खींचते हैं और धनुष पर डोरी चढ़ाते हैं कि दुःखी और दीन दरिद्र को मिटा दें, उनका वध कर दें, जो सीधे हैं.

De bozen trekken hun zwaard en spannen hun boog, Om ongelukkigen en armen te doden, en vromen te slachten;

15 किंतु उनकी तलवार उन्हीं के हृदय को छेदेगी और उनके धनुष टूट जाएंगे.

Maar het zwaard dringt in hun eigen hart, En hun bogen worden gebroken.

16 दुष्ट की विपुल संपत्ति की अपेक्षा धर्मी की सीमित राशि ही कहीं उत्तम है;

Beter het weinige, dat de rechtvaardige heeft, Dan de geweldige rijkdom der bozen;

17 क्योंकि दुष्ट की भुजाओं का तोड़ा जाना निश्चित है, किंतु याहवेह धर्मियों का बल हैं.

Want de arm der bozen wordt gebroken, Maar voor de rechtvaardigen is Jahweh een stut.

18 याहवेह निर्दोष पुरुषों की आयु पर दृष्टि रखते हैं, उनका निज भाग सर्वदा स्थायी रहेगा.

Jahweh zorgt voor de dagen der vromen, En hun erfdeel blijft eeuwig bijeen;

19 संकट काल में भी उन्हें लज्जा का सामना नहीं करना पड़ेगा; अकाल में भी उनके पास भरपूर रहेगा.

Ze staan niet verlegen in tijden van rampspoed, Maar worden verzadigd bij hongersnood.

20 दुष्टों का विनाश सुनिश्चित है: याहवेह के शत्रुओं की स्थिति घास के वैभव के समान है, वे धुएं के समान विलीन हो जाएंगे.

Maar de goddelozen gaan zeker te gronde, En hun kinderen bedelen om brood; Jahweh’s vijanden vergaan als de glorie der velden, En verdwijnen als rook.

21 दुष्ट ऋण लेकर उसे लौटाता नहीं, किंतु धर्मी उदारतापूर्वक देता रहता है;

De boze moet lenen, en kan niet betalen, De gerechte kan mild zijn en geven;

22 याहवेह द्वारा आशीषित पुरुष पृथ्वी के भागी होंगे, याहवेह द्वारा शापित पुरुष नष्ट कर दिए जाएंगे.

Want wien Hij zegent, bezit het Land, Maar wien Hij vervloekt, wordt vernietigd.

23 जिस पुरुष के कदम याहवेह द्वारा नियोजित किए जाते हैं, उसके आचरण से याहवेह प्रसन्‍न होते हैं;

Jahweh leidt de schreden der mensen, Hij richt overeind, wiens gedrag Hem behaagt;

24 तब यदि वह लड़खड़ा भी जाए, वह गिरेगा नहीं, क्योंकि याहवेह उसका हाथ थामे हुए हैं.

En mocht hij al wankelen, toch zal hij niet vallen, Want Jahweh houdt hem bij de hand.

25 मैंने युवावस्था देखी और अब मैं प्रौढ़ हूं, किंतु आज तक मैंने न तो धर्मी को शोकित होते देखा है और न उसकी संतान को भीख मांगते.

Ik was jong, en nu ben ik oud: Maar nooit heb ik een vrome verlaten gezien;

26 धर्मी सदैव उदार ही होते हैं तथा उदारतापूर्वक देते रहते हैं; आशीषित रहती है उनकी संतान.

Steeds kan hij nog mild zijn en aan anderen lenen, Zijn nageslacht tot zegen zijn.

27 बुराई से परे रहकर परोपकार करो; तब तुम्हारा जीवन सदैव सुरक्षित बना रहेगा.

Houd u ver van het kwaad, en doe enkel wat goed is, Dan woont gij veilig voor eeuwig;

28 क्योंकि याहवेह को सच्चाई प्रिय है और वे अपने भक्तों का परित्याग कभी नहीं करते. वह चिरकाल के लिए सुरक्षित हो जाते हैं; किंतु दुष्ट की सन्तति मिटा दी जाएगी.

Want Jahweh heeft de gerechtigheid lief, En nimmer verlaat Hij zijn vromen. De bozen worden voor eeuwig vernietigd, En het geslacht van de zondaars vergaat;

29 धर्मी पृथ्वी के भागी होंगे तथा उसमें सर्वदा निवास करेंगे.

Maar de rechtvaardigen bezitten het Land, En blijven er altijd in wonen.

30 धर्मी अपने मुख से ज्ञान की बातें कहता है, तथा उसकी जीभ न्याय संगत वचन ही उच्चारती है.

De mond van den rechtvaardige verkondigt de wijsheid, En zijn tong spreekt wat recht is.

31 उसके हृदय में उसके परमेश्वर की व्यवस्था बसी है; उसके कदम फिसलते नहीं.

Hij draagt de Wet van zijn God in zijn hart; Nooit wankelen zijn schreden.

32 दुष्ट, जो धर्मी के प्राणों का प्यासा है, उसकी घात लगाए बैठा रहता है;

De boze loert op den vrome, En zoekt hem te doden;

33 किंतु याहवेह धर्मी को दुष्ट के अधिकार में जाने नहीं देंगे और न ही न्यायालय में उसे दोषी प्रमाणित होने देंगे.

Maar Jahweh laat hem niet in zijn macht, En duldt geen veroordeling, als men hem richt.

34 याहवेह की सहायता की प्रतीक्षा करो और उन्हीं के सन्मार्ग पर चलते रहो. वही तुमको ऐसा ऊंचा करेंगे, कि तुम्हें उस भूमि का अधिकारी कर दें; दुष्टों की हत्या तुम स्वयं अपनी आंखों से देखोगे.

Blijf op Jahweh vertrouwen, En bewandel zijn wegen; Dan stelt Hij u in het bezit van het Land, En zult gij de verdelging der zondaars aanschouwen.

35 मैंने एक दुष्ट एवं क्रूर पुरुष को देखा है जो उपजाऊ भूमि के हरे वृक्ष के समान ऊंचा था,

Ik heb een zondaar gezien in zijn vermetele trots, Hoog als een Libanon-ceder;

36 किंतु शीघ्र ही उसका अस्तित्व समाप्‍त हो गया; खोजने पर भी मैं उसे न पा सका.

Ik ging voorbij: zie, hij was er niet meer; Ik zocht hem, hij was niet te vinden.

37 निर्दोष की ओर देखो, खरे को देखते रहो; उज्जवल होता है शांत पुरुष का भविष्य.

Geef acht op den vrome en let op den brave: Het kroost van dien man leeft in vrede;

38 किंतु समस्त अपराधी नाश ही होंगे; दुष्टों की सन्तति ही मिटा दी जाएगी.

Maar de zondaars gaan allen te gronde, De kinderen der bozen worden vernietigd.

39 याहवेह धर्मियों के उद्धार का उगम स्थान हैं; वही विपत्ति के अवसर पर उनके आश्रय होते हैं.

Jahweh is het heil van de vromen, Hun toevlucht in tijden van nood;

40 याहवेह उनकी सहायता करते हुए उनको बचाते हैं; इसलिये कि धर्मी याहवेह का आश्रय लेते हैं, याहवेह दुष्ट से उनकी रक्षा करते हुए उनको बचाते हैं.

Jahweh helpt en beschermt hen tegen de bozen, Hij redt hen, als ze vluchten tot Hem!