< Psalmen 24 >
1 Een psalm van David. De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, en die daarin wonen.
The earth and everything in it belongs to Yahweh; all the people in the world belong to him, too,
2 Want Hij heeft ze gegrond op de zeeen, en heeft ze gevestigd op de rivieren.
because he caused the ground to be above the water, above the water that was deep below the surface of the earth.
3 Wie zal klimmen op den berg des HEEREN, en wie zal staan in de plaats Zijner heiligheid?
Who will be allowed to go up on Zion Hill [in Jerusalem], in order to stand [and worship] in Yahweh’s holy temple?
4 Die rein van handen, en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert;
[Only] those whose actions [MTY] and thoughts are pure, who have not worshiped idols, and who do not tell lies when they have solemnly promised [to tell the truth].
5 Die zal den zegen ontvangen van den HEERE, en gerechtigheid van den God zijns heils.
(They will be blessed by Yahweh/Yahweh will bless them). When God [judges them], he, who has saved them, will say that they (have done nothing wrong/are without fault).
6 Dat is het geslacht dergenen, die naar Hem vragen, die Uw aangezicht zoeken, dat is Jakob! (Sela)
They are the ones who approach God, they are the ones who may worship God, the one [we] Israelis worship.
7 Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga!
Open up [APO] the [temple] gates in order that our glorious king may enter!
8 Wie is de Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig in den strijd.
[Do you know] who the glorious king is? He is Yahweh, the one who is very strong [DOU]; He is Yahweh, who conquers [all his enemies] in battles!
9 Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga!
Open up the [temple] gates in order that our glorious king may enter!
10 Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE der heirscharen, Die is de Koning der ere. (Sela)
[Do you know] who the glorious king is? He is Yahweh almighty; he is our glorious king!