Aionian Verses
En al zijn zonen, en al zijn dochteren maakten zich op, om hem te troosten; maar hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Want ik zal, rouw bedrijvende, tot mijn zoon in het graf nederdalen. Alzo beweende hem zijn vader. (Sheol )
and all his sons and all his daughters rise to comfort him, and he refuses to comfort himself, and says, “For I go down to my son mourning, to Sheol,” and his father weeps for him. (Sheol )
Maar hij zeide: Mijn zoon zal met ulieden niet aftrekken; want zijn broeder is dood, en hij is alleen overgebleven; zo hem een verderf ontmoette op den weg, dien gij zult gaan, zo zoudt gij mijn grauwe haren met droefenis ten grave doen nederdalen. (Sheol )
and he says, “My son does not go down with you, for his brother [is] dead, and he by himself is left; when harm has met him in the way in which you go, then you have brought down my grey hairs in sorrow to Sheol.” (Sheol )
Indien gij nu dezen ook van mijn aangezicht wegneemt, en hem een verderf ontmoette, zo zoudt gij mijn grauwe haren met jammer ten grave doen nederdalen! (Sheol )
when you have taken also this from my presence, and harm has met him, then you have brought down my grey hairs with evil to Sheol. (Sheol )
Zo zal het geschieden, als hij ziet, dat de jongeling er niet is, dat hij sterven zal; en uw knechten zullen de grauwe haren van uw knecht, onzen vader, met droefenis ten grave doen nederdalen. (Sheol )
then it has come to pass, when he sees that the youth is not, that he has died, and your servants have brought down the grey hairs of your servant our father with sorrow to Sheol; (Sheol )
Maar indien de HEERE wat nieuws zal scheppen, en het aardrijk zijn mond zal opendoen, en verslinden hen met alles wat hunner is, en zij levend ter helle zullen nedervaren; alsdan zult gij bekennen, dat deze mannen de HEERE getergd hebben. (Sheol )
but if YHWH does a strange thing, and the ground has opened her mouth and swallowed them and all that they have, and they have gone down alive to Sheol, then you have known that these men have despised YHWH.” (Sheol )
En zij voeren neder, zij en alles wat hunner was, levend ter helle; en de aarde overdekte hen, en zij kwamen om uit het midden der gemeente. (Sheol )
and they go down—they and all that they have—alive to Sheol, and the earth closes over them, and they perish from the midst of the assembly; (Sheol )
Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten. (Sheol )
For a fire has been kindled in My anger, And it burns to the lowest [part] of Sheol, And consumes earth and its increase, And sets on fire [the] foundations of mountains. (Sheol )
De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen. (Sheol )
YHWH puts to death, and keeps alive, He brings down to Sheol, and brings up. (Sheol )
Banden der hel omringden mij; strikken des doods bejegenden mij. (Sheol )
The cords of Sheol have surrounded me, The snares of death have been before me. (Sheol )
Doe dan naar uw wijsheid, dat gij zijn grauwe haar niet met vrede in het graf laat dalen. (Sheol )
and you have done according to your wisdom, and do not let his old age go down in peace to Sheol. (Sheol )
Maar nu, houd hem niet onschuldig, dewijl gij een wijs man zijt; en gij zult weten, wat gij hem doen zult, opdat gij zijn grauwe haar met bloed in het graf doet dalen. (Sheol )
and now, do not acquit him, for you [are] a wise man, and you have known that which you do to him, and have brought down his old age with blood to Sheol.” (Sheol )
Een wolk vergaat en vaart henen; alzo die in het graf daalt, zal niet weder opkomen. (Sheol )
A cloud has been consumed, and it goes, So he who is going down to Sheol does not come up. (Sheol )
Zij is als de hoogten der hemelen, wat kunt gij doen? Dieper dan de hel, wat kunt gij weten? (Sheol )
Heights of the heavens—what [can] you do? Deeper than Sheol—what [can] you know? (Sheol )
Och, of Gij mij in het graf verstaakt, mij verborgt, totdat Uw toorn zich afkeerde; dat Gij mij een bepaling steldet, en mijner gedachtig waart! (Sheol )
O that You would conceal me in Sheol, Hide me until the turning of Your anger, Set a limit for me, and remember me. (Sheol )
Zo ik wacht, het graf zal mijn huis wezen; in de duisternis zal ik mijn bed spreiden. (Sheol )
If I wait—Sheol [is] my house, In darkness I have spread out my bed. (Sheol )
Zij zullen ondervaren met de handbomen des grafs, als er rust te zamen in het stof wezen zal. (Sheol )
You go down [to] the parts of Sheol, If we may rest together on the dust.” (Sheol )
In het goede verslijten zij hun dagen; en in een ogenblik dalen zij in het graf. (Sheol )
They wear out their days in good, And in a moment go down [to] Sheol. (Sheol )
De droogte mitsgaders de hitte nemen de sneeuwwateren weg; alzo het graf dergenen, die gezondigd hebben. (Sheol )
Drought—also heat—consume snow-waters, Sheol—[those who] have sinned. (Sheol )
De hel is naakt voor Hem, en geen deksel is er voor het verderf. (Sheol )
Sheol [is] naked before Him, And there is no covering to destruction. (Sheol )
Want in den dood is Uwer geen gedachtenis; wie zal U loven in het graf? (Sheol )
For in death there is no memorial of You, In Sheol, who gives thanks to You? (Sheol )
De goddelozen zullen terugkeren, naar de hel toe, alle godvergetende heidenen. (Sheol )
The wicked turn back to Sheol, All nations forgetting God. (Sheol )
Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat Uw Heilige de verderving zie. (Sheol )
For You do not leave my soul to Sheol, Nor give your Holy One to see corruption. (Sheol )
Banden der hel omringden mij, strikken des doods bejegenden mij. (Sheol )
Cords of Sheol have surrounded me, Snares of death have been before me. (Sheol )
HEERE! Gij hebt mijn ziel uit het graf opgevoerd; Gij hebt mij bij het leven behouden, dat ik in den kuil niet ben nedergedaald. (Sheol )
YHWH, You have brought up my soul from Sheol, You have kept me alive, From going down [to] the pit. (Sheol )
HEERE! laat mij niet beschaamd worden, want ik roep U aan; laat de goddelozen beschaamd worden, laat hen zwijgen in het graf. (Sheol )
O YHWH, do not let me be ashamed, For I have called You, let the wicked be ashamed, Let them become silent to Sheol. (Sheol )
Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, elk uit zijn woning. (Sheol )
They have set themselves as sheep for Sheol, Death afflicts them, And the upright rule over them in the morning, And their form [is] for consumption. Sheol [is] a dwelling for him. (Sheol )
Maar God zal mijn ziel van het geweld des grafs verlossen, want Hij zal mij opnemen. (Sela) (Sheol )
Only, God ransoms my soul from the hand of Sheol, For He receives me. (Selah) (Sheol )
Dat hun de dood als een schuldeiser overvalle, dat zij als levend ter helle nederdalen; want boosheden zijn in hun woning, in het binnenste van hen. (Sheol )
Desolations [are] on them, They go down [to] Sheol—alive, For wickedness [is] in their dwelling, in their midst. (Sheol )
Want Uw goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit het onderste des grafs uitgerukt. (Sheol )
For Your kindness [is] great toward me, And You have delivered my soul from the lowest Sheol. (Sheol )
Want mijn ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf. (Sheol )
For my soul has been full of evils, And my life has come to Sheol. (Sheol )
Wat man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs? (Sela) (Sheol )
Who [is] the man that lives, and does not see death? He delivers his soul from the hand of Sheol. (Selah) (Sheol )
De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis. (Sheol )
Cords of death have surrounded me, And straits of Sheol have found me, I find distress and sorrow. (Sheol )
Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie, Gij zijt daar. (Sheol )
If I ascend the heavens—You [are] there, And spread out a bed in Sheol, behold, You! (Sheol )
Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde iets gekloofd en verdeeld had. (Sheol )
As one tilling and ripping up in the land, Have our bones been scattered at the command of Saul. (Sheol )
Laat ons hen levend verslinden, als het graf; ja, geheel en al, gelijk die in den kuil nederdalen; (Sheol )
We swallow them as Sheol—alive, And whole—as those going down [to] the pit, (Sheol )
Haar voeten dalen naar den dood, haar treden houden de hel vast. (Sheol )
Her feet are going down to death, Her steps take hold of Sheol. (Sheol )
Haar huis zijn wegen des grafs, dalende naar de binnenkameren des doods. (Sheol )
The ways of Sheol—her house, Going down to inner chambers of death! (Sheol )
Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in de diepten der hel. (Sheol )
And he has not known that Rephaim [are] there, Her invited ones in deep places of Sheol! (Sheol )
De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensen kinderen? (Sheol )
Sheol and destruction [are] before YHWH, Surely also the hearts of the sons of men. (Sheol )
De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. (Sheol )
A path of life [is] on high for the wise, To turn aside from Sheol beneath. (Sheol )
Gij zult hem met de roede slaan, en zijn ziel van de hel redden. (Sheol )
You strike him with a rod, And you deliver his soul from Sheol. (Sheol )
De hel en het verderf worden niet verzadigd; alzo worden de ogen des mensen niet verzadigd. (Sheol )
Sheol and destruction are not satisfied, And the eyes of man are not satisfied. (Sheol )
Het graf, de gesloten baarmoeder, de aarde, die van water niet verzadigd wordt, en het vuur zegt niet: Het is genoeg! (Sheol )
Sheol, and a restrained womb, Earth—it [is] not satisfied [with] water, And fire—it has not said, “Sufficiency,” (Sheol )
Alles, wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw macht; want er is geen werk, noch verzinning, noch wetenschap, noch wijsheid in het graf, daar gij heengaat. (Sheol )
All that your hand finds to do, with your power do, for there is no work, and plan, and knowledge, and wisdom in Sheol to where you are going. (Sheol )
Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN. (Sheol )
Set me as a seal on your heart, as a seal on your arm, For strong as death is love, Sharp as Sheol is jealousy, Its burnings [are] burnings of fire, a flame of YAH! (Sheol )
Daarom zal het graf zichzelf wijd opensperren, en zijn mond opendoen, zonder maat; opdat nederdale haar heerlijkheid, en haar menigte, met haar gedruis, en die in haar van vreugde opspringt. (Sheol )
Therefore Sheol has enlarged herself, And has opened her mouth without limit. And its honor has gone down, and its multitude, And its noise, and its exulting one—into her. (Sheol )
Eis u een teken van den HEERE, uw God; eis beneden in de diepte, of eis boven uit de hoogte. (Sheol )
“Ask for a sign from your God YHWH, Make the request deep, or make [it] high upwards.” (Sheol )
De hel van onderen was beroerd om uwentwil, om u tegemoet te gaan, als gij kwaamt; zij wekt om uwentwil de doden op, al de bokken der aarde; zij doet al de koningen der heidenen van hun tronen opstaan. (Sheol )
Sheol beneath has been troubled at you, To meet your coming in, It is waking up Rephaim for you, All chief ones of earth, It has raised up from their thrones All kings of nations. (Sheol )
Uw hovaardij is in de hel nedergestort, met het geklank uwer luiten; de maden zullen onder u gestrooid worden, en de wormen zullen u bedekken. (Sheol )
Your excellence has been brought down to Sheol, The noise of your stringed instruments, The worm has been spread out under you, Indeed, the worm is covering you. (Sheol )
Ja, in de hel zult gij nedergestoten worden, aan de zijden van den kuil! (Sheol )
Only—you are brought down to Sheol, To the sides of the pit. (Sheol )
Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen. (Sheol )
Because you have said: “We have made a covenant with death, And we have made a provision with Sheol, An overflowing scourge, when it passes over, Does not meet us, Though we have made a lie our refuge, And have been hidden in falsehood.” (Sheol )
En ulieder verbond met den dood zal te niet worden, en uw voorzichtig verdrag met de hel zal niet bestaan; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, dan zult gijlieden van denzelven vertreden worden. (Sheol )
And your covenant with death has been annulled, And your provision with Sheol does not stand, An overflowing scourge, when it passes over, Then you have been to it for a treading-place. (Sheol )
Ik zeide: Vanwege de afsnijding mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren. (Sheol )
“I said in the cutting off of my days, I go to the gates of Sheol, I have numbered the remnant of my years. (Sheol )
Want het graf zal U niet loven, de dood zal U niet prijzen; die in den kuil nederdalen, zullen op Uw waarheid niet hopen. (Sheol )
For Sheol does not confess You, Death does not praise You, Those going down to the pit do not hope for Your truth. (Sheol )
En gij trekt met olie tot den koning, en gij vermenigvuldigt uw welriekende zalven; en gij zendt uw gezanten verre weg, en vernedert u tot de hel toe. (Sheol )
And go joyfully to the king in ointment, And multiply your perfumes, And send your ambassadors far off, And humble yourself to Sheol. (Sheol )
Zo zegt de Heere HEERE: Ten dage, als hij ter helle nederdaalde, maakte Ik een treuren; Ik bedekte om zijnentwil den afgrond, en weerde de stromen van dien, en de grote wateren werden geschut; en Ik maakte den Libanon om zijnentwil zwart, en al het geboomte des velds was om zijnentwil bewonden. (Sheol )
Thus said Lord YHWH: I have caused mourning in the day of his going down to Sheol, I have covered the deep over him, and diminish its flowings, And many waters are restrained, And I make Lebanon black for him, And all trees of the field [have been] a covering for him. (Sheol )
Van het geluid zijns vals deed Ik de heidenen beven, als Ik hem ter helle deed nederdalen, met degenen, die in den kuil nederdalen; en alle bomen van Eden, de keur en het beste van Libanon, alle bomen, die water drinken, troostten zich in het onderste der aarde. (Sheol )
I have caused nations to shake at the sound of his fall, In My causing him to go down to Sheol, With those going down to the pit, And all trees of Eden are comforted in the lower earth, The choice and good of Lebanon—All drinking waters. (Sheol )
Diezelve daalden ook met hem neder ter helle, tot de verslagenen van het zwaard; en die zijn arm geweest waren, die onder zijn schaduw in het midden der heidenen gezeten hadden. (Sheol )
Those with him have also gone down to Sheol, To the pierced of the sword, And—his arm—they dwelt in his shade in the midst of nations. (Sheol )
De machtigste der helden zullen hem, met zijn helpers, toespreken, uit het midden der hel; zij zijn nedergedaald, de onbesnedenen liggen er, verslagen van het zwaard; (Sheol )
The gods of the mighty speak to him out of the midst of Sheol, With his helpers—they have gone down, They have lain with the uncircumcised, The pierced of the sword. (Sheol )
Maar zij liggen niet met de helden, die onder de onbesnedenen gevallen zijn; die ter helle zijn nedergedaald met hun krijgswapenen, en welker zwaarden men gelegd heeft onder hun hoofden; welker ongerechtigheid nochtans op hun beenderen is, omdat der helden schrik in het land der levenden geweest is. (Sheol )
And they do not lie with the mighty, Who are falling of the uncircumcised, Who have gone down to Sheol with their weapons of war, And they put their swords under their heads, And their iniquities are on their bones, For the terror of the mighty [is] in the land of the living. (Sheol )
Doch Ik zal hen van het geweld der hel verlossen, Ik zal ze vrijmaken van den dood: o dood! waar zijn uw pestilentien? hel! waar is uw verderf? Berouw zal van Mijn ogen verborgen zijn, (Sheol )
Will I ransom them from the hand of Sheol? Will I redeem them from death? Where [is] your plague, O death? Where your destruction, O Sheol? Comfort is hid from My eyes. (Sheol )
Al groeven zij tot in de hel, zo zal Mijn hand ze van daar halen, en al klommen zij in den hemel, zo zal Ik ze van daar doen nederdalen. (Sheol )
If they dig through into Sheol, From there My hand takes them, And if they go up [to] the heavens, From there I cause them to come down. (Sheol )
En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem. (Sheol )
And he says: “I called, because of my distress, to YHWH, And He answers me, From the belly of Sheol I have cried, You have heard my voice. (Sheol )
En ook dewijl hij trouwelooslijk handelt bij den wijn, een trots man is, en in zijn woning niet blijft; die zijn ziel wijd opendoet als het graf, en gelijk de dood is, die niet zat wordt, en tot zich verzamelt al de heidenen, en vergadert tot zich alle volken. (Sheol )
And also, because the wine [is] treacherous, A man is haughty, and does not remain at home, Who has enlarged his soul as Sheol, And is as death that is not satisfied, And gathers to itself all the nations, And assembles to itself all the peoples, (Sheol )
Doch Ik zeg u: Zo wie te onrecht op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! die zal strafbaar zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door het helse vuur. (Geenna )
but I say to you that everyone who is angry at his brother without cause will be in danger of the judgment, and whoever may say to his brother, Stupid, will be in danger of the Sanhedrin, and whoever may say, Moron, will be in danger of the Gehenna of fire. (Geenna )
Indien dan uw rechteroog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. (Geenna )
But if your right eye causes you to stumble, pluck it out and cast from you, for it is good to you that one of your members may perish, and not your whole body be cast into Gehenna. (Geenna )
En indien uw rechterhand u ergert, houwt ze af, en werpt ze van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. (Geenna )
And if your right hand causes you to stumble, cut it off, and cast from you, for it is good to you that one of your members may perish, and not your whole body be cast into Gehenna. (Geenna )
En vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel. (Geenna )
And do not be afraid of those killing the body, and are not able to kill the soul, but rather fear Him who is able to destroy both soul and body in Gehenna. (Geenna )
En gij, Kapernaum! die tot den hemel toe zijt verhoogd, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden. Want zo in Sodom die krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden tot op den huidigen dag gebleven zijn. (Hadēs )
And you, Capernaum, which were exalted to Heaven, will be brought down to Hades, because if the mighty works that were done in you had been done in Sodom, it had remained to this day; (Hadēs )
En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende. (aiōn )
And whoever may speak a word against the Son of Man it will be forgiven to him, but whoever may speak against the Holy Spirit, it will not be forgiven him, neither in this age, nor in that which is coming. (aiōn )
En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar. (aiōn )
And that sown toward the thorns, this is he who is hearing the word, and the anxiety of this age, and the deceitfulness of the riches, chokes the word, and it becomes unfruitful. (aiōn )
En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen. (aiōn )
and the enemy who sowed them is the Devil, and the harvest is [the] full end of the age, and the reapers are messengers. (aiōn )
Gelijkerwijs dan het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt, alzo zal het ook zijn in de voleinding dezer wereld. (aiōn )
As, then, the darnel is gathered up, and is burned with fire, so will it be in the full end of this age; (aiōn )
Alzo zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de engelen zullen uitgaan, en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden; (aiōn )
so will it be in the full end of the age, the messengers will come forth and separate the evil out of the midst of the righteous, (aiōn )
En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen. (Hadēs )
And I also say to you that you are Peter, and on this rock I will build My Assembly, and [the] gates of Hades will not prevail against it; (Hadēs )
Indien dan uw hand of uw voet u ergert, houwt ze af en werpt ze van u. Het is u beter, tot het leven in te gaan, kreupel of verminkt zijnde, dan twee handen of twee voeten hebbende, in het eeuwige vuur geworpen te worden. (aiōnios )
And if your hand or your foot causes you to stumble, cut them off and cast [them] from you; it is good for you to enter into life lame or maimed, rather than having two hands or two feet, to be cast into the continuous fire. (aiōnios )
En indien uw oog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u. Het is u beter, maar een oog hebbende, tot het leven in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden. (Geenna )
And if your eye causes you to stumble, pluck it out and cast from you; it is good for you to enter into life one-eyed, rather than having two eyes to be cast into the Gehenna of fire. (Geenna )
En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem: Goede Meester! wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe? (aiōnios )
And behold, one having come near, said to Him, “Good Teacher, what good thing will I do that I may have continuous life?” (aiōnios )
En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven beerven. (aiōnios )
and everyone who left houses, or brothers, or sisters, or father, or mother, or wife, or children, or fields, for My Name’s sake, will receive a hundredfold, and will inherit continuous life; (aiōnios )
En ziende, een vijgeboom aan den weg, ging Hij naar hem toe, en vond niets aan denzelven, dan alleenlijk bladeren; en zeide tot hem: Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid! En de vijgeboom verdorde terstond. (aiōn )
and having seen a certain fig tree on the way, He came to it, and found nothing in it except leaves only, and He says to it, “No more fruit may be from you—throughout the age”; and instantly the fig tree withered. (aiōn )
Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, en als hij het geworden is, zo maakt gij hem een kind der helle, tweemaal meer dan gij zijt. (Geenna )
Woe to you, scribes and Pharisees, hypocrites! Because you go around the sea and the dry land to make one proselyte, and whenever it may happen—you make him a son of Gehenna twofold more than yourselves. (Geenna )
Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden? (Geenna )
Serpents! Brood of vipers! How may you escape from the judgment of Gehenna? (Geenna )
En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld? (aiōn )
And when He is sitting on the Mount of Olives, the disciples came near to Him by Himself, saying, “Tell us, when will these be? And what [is] the sign of Your coming, and of the full end of the age?” (aiōn )
Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linker hand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is. (aiōnios )
Then will He say also to those on the left hand, Go from Me, the cursed, into the continuous fire that has been prepared for the Devil and his messengers; (aiōnios )
En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven. (aiōnios )
And these will go away into continuous punishment, but the righteous into continuous life.” (aiōnios )
lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen. (aiōn )
teaching them to observe all, whatever I commanded you, and behold, I am with you all the days—until the full end of the age.” (aiōn )
Maar zo wie zal gelasterd hebben tegen den Heiligen Geest, die heeft geen vergeving in der eeuwigheid, maar hij is schuldig des eeuwigen oordeels. (aiōn , aiōnios )
but whoever may slander in regard to the Holy Spirit has no forgiveness—throughout the age, but is in danger of continuous judgment; (aiōn , aiōnios )
En de zorgvuldigheden dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms en de begeerlijkheden omtrent de andere dingen, inkomende, verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. (aiōn )
and the anxieties of this age, and the deceitfulness of the riches, and the desires concerning the other things, entering in, choke the word, and it becomes unfruitful. (aiōn )
En indien uw hand u ergert, houwt ze af; het is u beter verminkt tot het leven in te gaan, dan de twee handen hebbende, heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur; (Geenna )
And if your hand may cause you to stumble, cut it off; it is better for you to enter into life maimed, than having the two hands, to go away into Gehenna, into the fire—the unquenchable— (Geenna )
En indien uw voet u ergert, houwt hem af; het is u beter kreupel tot het leven in te gaan, dan de twee voeten hebbende, geworpen te worden in de hel, in het onuitblusselijk vuur; (Geenna )
And if your foot may cause you to stumble, cut it off; it is better for you to enter into life lame, than having the two feet to be cast into Gehenna, into the fire—the unquenchable— (Geenna )
En indien uw oog u ergert, werpt het uit; het is u beter maar een oog hebbende in het Koninkrijk Gods in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden; (Geenna )
And if your eye may cause you to stumble, cast it out; it is better for you to enter into the Kingdom of God one-eyed, than having two eyes, to be cast into the Gehenna of fire— (Geenna )
En als Hij uitging op den weg, liep een tot Hem, en voor Hem op de knieen vallende, vraagde Hem: Goede Meester! wat zal ik doen, opdat ik het eeuwige leven beerve? (aiōnios )
And as He is going forth into the way, one having run and having kneeled to Him, was questioning Him, “Good Teacher, what may I do that I may inherit continuous life?” (aiōnios )
Of hij ontvangt honderdvoud, nu in dezen tijd, huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers, met de vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
who may not receive a hundredfold now in this time, houses, and brothers, and sisters, and mothers, and children, and fields, with persecutions, and in the age that is coming, continuous life; (aiōn , aiōnios )
En Jezus, antwoordende, zeide tot denzelven: Niemand ete enige vrucht meer van u in der eeuwigheid! En Zijn discipelen hoorden het. (aiōn )
and Jesus answering said to it, “No longer from you—throughout the age—may any eat fruit”; and His disciples were hearing. (aiōn )
En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn. (aiōn )
and He will reign over the house of Jacob for all ages; and of His kingdom there will be no end.” (aiōn )
(Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid. (aiōn )
As He spoke to our fathers, To Abraham and to his seed—throughout the age.” (aiōn )
Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin der wereld geweest zijn; (aiōn )
As He spoke by the mouth of His holy prophets, Which have been from the age; (aiōn )
En zij baden Hem, dat Hij hun niet gebieden zou in den afgrond heen te varen. (Abyssos )
and he was calling on Him that He may not command them to go away into the abyss, (Abyssos )
En gij, Kapernaum, die tot den hemel toe verhoogd zijt, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden. (Hadēs )
And you, Capernaum, which were exalted to Heaven, you will be brought down to Hades. (Hadēs )
En ziet, een zeker wetgeleerde stond op, Hem verzoekende, en zeggende: Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? (aiōnios )
And behold, a certain lawyer stood up, trying Him, and saying, “Teacher, what having done, will I inherit continuous life?” (aiōnios )
Maar Ik zal u tonen, Wien gij vrezen zult: vreest Dien, Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen; ja, Ik zeg u, vreest Dien! (Geenna )
but I will show to you whom you may fear: fear Him who, after the killing, is having authority to cast into Gehenna; yes, I say to you, fear Him. (Geenna )
En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij voorzichtiglijk gedaan had; want de kinderen dezer wereld zijn voorzichtiger, dan de kinderen des lichts, in hun geslacht. (aiōn )
And the lord commended the unrighteous steward that he did prudently, because the sons of this age are more prudent than the sons of the light in respect to their generation. (aiōn )
En Ik zeg ulieden: Maakt uzelven vrienden uit den onrechtvaardigen Mammon, opdat, wanneer u ontbreken zal, zij u mogen ontvangen in de eeuwige tabernakelen. (aiōnios )
And I say to you, make to yourselves friends out of the wealth of unrighteousness, that when you may fail, they may receive you into the continuous dwelling places. (aiōnios )
En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijn ogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot. (Hadēs )
and having lifted up his eyes in Hades, being in torments, he sees Abraham far off, and Lazarus in his bosom, (Hadēs )
En een zeker overste vraagde Hem, zeggende: Goede Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? (aiōnios )
And a certain ruler questioned Him, saying, “Good Teacher, what having done—will I inherit continuous life?” (aiōnios )
Die niet zal veelvoudig weder ontvangen in dezen tijd, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
who may not receive back manifold more in this time, and in the coming age, continuous life.” (aiōn , aiōnios )
En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: De kinderen dezer eeuw trouwen, en worden ten huwelijk uitgegeven; (aiōn )
And Jesus answering said to them, “The sons of this age marry and are given in marriage, (aiōn )
Maar die waardig zullen geacht zijn die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden; (aiōn )
but those accounted worthy to obtain that age, and the resurrection that is out of the dead, neither marry, nor are they given in marriage; (aiōn )
Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. (aiōnios )
that everyone who is believing in Him may not perish, but may have continuous life, (aiōnios )
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. (aiōnios )
for God so loved the world that He gave the only begotten Son, that everyone who is believing in Him may not perish, but may have continuous life. (aiōnios )
Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem. (aiōnios )
he who is believing in the Son has continuous life; and he who is not believing the Son will not see life, but the wrath of God remains on him.” (aiōnios )
Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
but whoever may drink of the water that I will give him, may not thirst—throughout the age; and the water that I will give him will become in him a well of water, springing up to continuous life.” (aiōn , aiōnios )
En die maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven; opdat zich te zamen verblijde, beide, die zaait en die maait. (aiōnios )
And he who is reaping receives a reward, and gathers fruit to continuous life, that both he who is sowing and he who is reaping may rejoice together; (aiōnios )
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven. (aiōnios )
Truly, truly, I say to you, he who is hearing My word, and is believing Him who sent Me, has continuous life, and he does not come into judgment, but has passed out of death into life. (aiōnios )
Onderzoekt de Schriften; want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van Mij getuigen. (aiōnios )
You search the Writings, because you think in them to have continuous life, and these are they that are testifying concerning Me; (aiōnios )
Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader verzegeld. (aiōnios )
do not work for the food that is perishing, but for the food that is remaining to continuous life, which the Son of Man will give to you, for the Father sealed Him—[even] God.” (aiōnios )
En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. (aiōnios )
and this is the will of Him who sent Me, that everyone who is beholding the Son, and is believing in Him, may have continuous life, and I will raise him up in the last day.” (aiōnios )
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven. (aiōnios )
Truly, truly, I say to you, he who is believing in Me has continuous life; (aiōnios )
Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. (aiōn )
I AM the living bread that came down out of Heaven; if anyone may eat of this bread he will live—throughout the age; and the bread also that I will give is My flesh, that I will give for the life of the world.” (aiōn )
Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. (aiōnios )
he who is eating My flesh, and is drinking My blood, has continuous life, and I will raise him up in the last day; (aiōnios )
Dit is het Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; niet gelijk uw vaders het Manna gegeten hebben, en zijn gestorven. Die dit Brood eet, zal in der eeuwigheid leven. (aiōn )
this is the bread that came down out of Heaven; not as your fathers ate the manna, and died; he who is eating this bread will live—throughout the age.” (aiōn )
Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. (aiōnios )
Simon Peter, therefore, answered Him, “Lord, to whom will we go? You have sayings of continuous life; (aiōnios )
En de dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk. (aiōn )
and the servant does not remain in the house—throughout the age, the Son remains—throughout the age; (aiōn )
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood niet zien in der eeuwigheid. (aiōn )
truly, truly, I say to you, if anyone may keep My word, he may not see death—throughout the age.” (aiōn )
De Joden dan zeiden tot Hem: Nu bekennen wij, dat Gij den duivel hebt. Abraham is gestorven, en de profeten; en zegt Gij: Zo iemand Mijn woord bewaard zal hebben, die zal den dood niet smaken in der eeuwigheid? (aiōn )
The Jews, therefore, said to Him, “Now we have known that You have a demon; Abraham died, and the prophets, and You say, If anyone may keep My word, he will not taste of death—throughout the age! (aiōn )
Van alle eeuw is het niet gehoord, dat iemand eens blindgeborenen ogen geopend heeft. (aiōn )
from the age it was not heard that anyone opened eyes of one who has been born blind; (aiōn )
En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. (aiōn , aiōnios )
and I give continuous life to them, and they will not perish—throughout the age, and no one will snatch them out of My hand; (aiōn , aiōnios )
En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat? (aiōn )
and everyone who is living and believing in Me will not die—throughout the age; (aiōn )
Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven. (aiōnios )
he who is cherishing his life will lose it, and he who is hating his life in this world will keep it to continuous life; (aiōnios )
De schare antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat de Christus blijft in der eeuwigheid; en hoe zegt Gij, dat de Zoon des mensen moet verhoogd worden? Wie is deze Zoon des mensen? (aiōn )
the multitude answered Him, “We heard that the Christ remains out of the Law—throughout the age; and how do You say that it is required that the Son of Man be lifted up? Who is this—the Son of Man?” (aiōn )
En Ik weet, dat Zijn gebod het eeuwige leven is. Hetgeen Ik dan spreek, dat spreek Ik alzo, gelijk Mij de Vader gezegd heeft. (aiōnios )
and I have known that His command is continuous life; what, therefore, I speak, according as the Father has said to Me, so I speak.” (aiōnios )
Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid! Jezus antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij. (aiōn )
Peter says to Him, “You may not wash my feet—throughout the age.” Jesus answered him, “If I may not wash you, you have no part with Me”; (aiōn )
En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; (aiōn )
and I will ask the Father, and He will give to you another Comforter, that He may remain with you throughout the age: (aiōn )
Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. (aiōnios )
according as You gave to Him authority over all flesh, that—all that You have given to Him—He may give to them continuous life; (aiōnios )
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. (aiōnios )
and this is the continuous life, that they may know You, the only true God, and Him whom You sent—Jesus Christ; (aiōnios )
Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige over geven, om verderving te zien. (Hadēs )
Because You will not leave my soul to Hades, Nor will You give Your Holy One to see corruption; (Hadēs )
Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees verderving heeft gezien. (Hadēs )
having foreseen, he spoke concerning the resurrection of the Christ, that His soul was not left to Hades, nor did His flesh see corruption. (Hadēs )
Welken de hemel moet ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw. (aiōn )
whom Heaven required, indeed, to receive until times of a restitution of all things, of which God spoke through the mouth of all His holy prophets from the age. (aiōn )
Maar Paulus en Barnabas, vrijmoedigheid gebruikende, zeiden: Het was nodig, dat eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal gij hetzelve verstoot, en uzelven des eeuwigen levens niet waardig oordeelt, ziet, wij keren ons tot de heidenen. (aiōnios )
And speaking boldly, Paul and Barnabas said, “It was necessary that the word of God be first spoken to you, and seeing you thrust it away, and do not judge yourselves worthy of the continuous life, behold, we turn to the nations; (aiōnios )
Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven. (aiōnios )
And the nations hearing were glad, and were glorifying the word of the LORD, and believed—as many as were appointed to continuous life; (aiōnios )
Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend. (aiōn )
Known from the ages to God are all His works. (aiōn )
Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. (aïdios )
for the invisible things of Him from the creation of the world, by the things made being understood, are plainly seen, both His eternal power and Godhead—to their being inexcusable; (aïdios )
Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geeerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen. (aiōn )
who changed the truth of God into the lie, and honored and served the creature rather than the Creator, who is blessed for all ages. Amen. (aiōn )
Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven; (aiōnios )
to those, indeed, who in continuance of a good work, seek glory, and honor, and incorruptibility—continuous life; (aiōnios )
Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere. (aiōnios )
that even as sin reigned in death, so also grace may reign, through righteousness, to continuous life, through Jesus Christ our Lord. (aiōnios )
Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven. (aiōnios )
And now, having been freed from sin, and having become servants to God, you have your fruit—to sanctification, and the end continuous life; (aiōnios )
Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere. (aiōnios )
for the wages of sin [is] death, and the gift of God [is] continuous life in Christ Jesus our Lord. (aiōnios )
Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen. (aiōn )
whose [are] the fathers, and of whom [is] the Christ, according to the flesh, who is God over all, blessed for all ages. Amen. (aiōn )
Of, wie zal in den afgrond nederdalen? Hetzelve is Christus uit de doden opbrengen. (Abyssos )
or, “Who will go down to the abyss?” (that is, to bring up Christ out of the dead). (Abyssos )
Want God heeft hen allen onder de ongehoorzaamheid besloten, opdat Hij hun allen zou barmhartig zijn. (eleēsē )
for God shut up together the whole to unbelief, that to the whole He might do kindness. (eleēsē )
Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Because of Him, and through Him, and to Him [are] all things; to Him [is] the glory—for all ages. Amen. (aiōn )
En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij. (aiōn )
and do not be conformed to this age, but be transformed by the renewing of your mind, for your proving what [is] the will of God—the good, and acceptable, and perfect. (aiōn )
Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; (aiōnios )
And to Him who is able to establish you, according to my good news, and the preaching of Jesus Christ, according to the revelation of the secret, having been kept secret in the times of the ages, (aiōnios )
Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt; (aiōnios )
and now having been revealed, also, through prophetic writings, according to a command of the perpetual God, having been made known to all the nations for obedience of faith— (aiōnios )
Den zelven alleen wijzen God zij door Jezus Christus de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. (aiōn )
to the only wise God, through Jesus Christ, to Him [be] glory for all ages. Amen. (aiōn )
Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? (aiōn )
where [is] the wise? Where the scribe? Where a disputer of this age? Did God not make foolish the wisdom of this world? (aiōn )
En wij spreken wijsheid onder de volmaakten; doch een wijsheid, niet dezer wereld, noch der oversten dezer wereld, die te niet worden; (aiōn )
And wisdom we speak among the perfect, and wisdom not of this age, nor of the rulers of this age—of those becoming useless, (aiōn )
Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was; (aiōn )
but we speak the hidden wisdom of God in a secret, that God foreordained before the ages to our glory, (aiōn )
Welke niemand van de oversten dezer wereld gekend heeft; want indien zij ze gekend hadden, zo zouden zij den Heere der heerlijkheid niet gekruist hebben. (aiōn )
which no one of the rulers of this age knew, for if they had known, they would not have crucified the Lord of Glory; (aiōn )
Niemand bedriege zichzelven. Zo iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden. (aiōn )
Let no one deceive himself; if anyone seems to be wise among you in this age—let him become a fool, that he may become wise, (aiōn )
Daarom, indien de spijs mijn broeder ergert, zo zal ik in eeuwigheid geen vlees eten, opdat ik mijn broeder niet ergere. (aiōn )
for this reason, if food causes my brother to stumble, I may not eat flesh—throughout the age—that I may not cause my brother to stumble. (aiōn )
En deze dingen alle zijn hunlieden overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn. (aiōn )
And all these things happened to those persons as types, and they were written for our admonition, to whom the end of the ages came, (aiōn )
Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? (Hadēs )
Where, O Death, your sting? Where, O Death [[or Hades]], your victory?” (Hadēs )
In dewelke de god dezer eeuw de zinnen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld Gods is. (aiōn )
in whom the god of this age blinded the minds of the unbelieving, that there does not shine forth to them the enlightening of the good news of the glory of the Christ, who is the image of God; (aiōn )
Want onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbij gaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid; (aiōnios )
for the momentary light matter of our tribulation works out for us more and more an exceedingly continuous weight of glory— (aiōnios )
Dewijl wij niet aanmerken de dingen, die men ziet, maar de dingen, die men niet ziet; want de dingen, die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen, die men niet ziet, zijn eeuwig. (aiōnios )
we [are] not looking to the things seen, but to the things not seen; for the things seen [are] temporary, but the things not seen [are] continuous. (aiōnios )
Want wij weten, dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. (aiōnios )
For we have known that if the tent of our earthly house may be thrown down, we have a building from God, a house not made with hands—perpetual—in the heavens, (aiōnios )
Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid, hij heeft den armen gegeven; Zijn gerechtigheid blijft in der eeuwigheid. (aiōn )
according as it has been written: “He dispersed abroad, He gave to the poor, His righteousness remains throughout the age,” (aiōn )
De God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die geprezen is in der eeuwigheid, weet, dat ik niet lieg. (aiōn )
the God and Father of our Lord Jesus Christ—who is blessed for all ages—has known that I do not lie! (aiōn )
Die Zichzelven gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar den wil van onzen God en Vader; (aiōn )
who gave Himself for our sins, that He might deliver us out of the present evil age, according to the will of our God and Father, (aiōn )
Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
to whom [is] the glory through the ages of the ages. Amen. (aiōn )
Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien. (aiōnios )
because he who is sowing to his own flesh, of the flesh will reap corruption; and he who is sowing to the Spirit, of the Spirit will reap continuous life; (aiōnios )
Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende; (aiōn )
far above all principality, and authority, and might, and lordship, and every name named, not only in this age, but also in the coming one; (aiōn )
In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid; (aiōn )
in which you once walked according to the age of this world, according to the ruler of the authority of the air, of the spirit that is now working in the sons of disobedience, (aiōn )
Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. (aiōn )
that He might show, in the ages that are coming, the exceeding riches of His grace in kindness toward us in Christ Jesus, (aiōn )
En allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus; (aiōn )
and to cause all to see what [is] the fellowship of the secret that has been hid from the ages in God, who created all things by Jesus Christ, (aiōn )
Naar het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onzen Heere; (aiōn )
according to a purpose of the ages, which He made in Christ Jesus our Lord, (aiōn )
Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid in de Gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
to Him [is] the glory in the Assembly in Christ Jesus, to all the generations of the age of the ages. Amen. (aiōn )
Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. (aiōn )
because our wrestling is not with flesh and blood, but with the principalities, with the authorities, with the world-rulers of the darkness of this age, with the spiritual [forces] of evil in the heavenly [places]; (aiōn )
Onzen God nu en Vader zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
and to God, even our Father, [is] the glory through the ages of the ages. Amen. (aiōn )
Namelijk de verborgenheid, die verborgen is geweest van alle eeuwen en van alle geslachten, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen; (aiōn )
the secret that has been hid from the ages and from the generations, but now was revealed to His holy ones, (aiōn )
Dewelken zullen tot straf lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte, (aiōnios )
who will suffer justice—continuous destruction—from the face of the LORD, and from the glory of His strength, (aiōnios )
En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, (aiōnios )
and may our Lord Jesus Christ Himself, and our God and Father, who loved us, and gave continuous comfort, and good hope in grace, (aiōnios )
Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al Zijn lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven. (aiōnios )
but because of this I found kindness, that Jesus Christ might first show forth all long-suffering in me, for a pattern of those about to believe on Him to continuous life. (aiōnios )
Den Koning nu der eeuwen, den onverderfelijken, den onzienlijken, den alleen wijzen God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
And to the King of the ages, the incorruptible, invisible, only wise God, [is] honor and glory through the ages of the ages! Amen. (aiōn )
Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen. (aiōnios )
Be striving the good strife of the faith; be laying hold on the continuous life to which you also were called, and did profess the right profession before many witnesses. (aiōnios )
Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen. (aiōnios )
having immortality alone, dwelling in unapproachable light, whom no one of men saw, nor is able to see, to whom [is] honor and perpetual might! Amen. (aiōnios )
Beveel den rijken in deze tegenwoordige wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn, noch hun hoop stellen op de ongestadigheid des rijkdoms, maar op den levenden God, Die ons alle dingen rijkelijk verleent, om te genieten; (aiōn )
Charge those rich in the present age not to be high-minded, nor to hope in the uncertainty of riches, but in the living God, who is giving to us all things richly for enjoyment— (aiōn )
Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen; (aiōnios )
who saved us, and called with a holy calling, not according to our works, but according to His own purpose and grace, that was given to us in Christ Jesus, before the times of the ages, (aiōnios )
Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen, die in Christus Jezus is, met eeuwige heerlijkheid. (aiōnios )
because of this I endure all things, because of the chosen ones, that they also may obtain salvation that [is] in Christ Jesus, with perpetual glory. (aiōnios )
Want Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld liefgekregen, en is naar Thessalonica gereisd; Krescens naar Galatie, Titus naar Dalmatie. (aiōn )
for Demas forsook me, having loved the present age, and went on to Thessalonica, Crescens to Galatia, Titus to Dalmatia; (aiōn )
En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
and the LORD will free me from every evil work, and will save [me]—to His heavenly kingdom; to whom [is] the glory through the ages of the ages! Amen. (aiōn )
In de hoop des eeuwigen levens, welke God, Die niet liegen kan, beloofd heeft, voor de tijden der eeuwen, (aiōnios )
on hope of continuous life, which God, who does not lie, promised before times of ages (aiōnios )
En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, matig en rechtvaardig, en godzalig leven zouden in deze tegenwoordige wereld; (aiōn )
teaching us, that denying the impiety and the worldly desires, we may live soberly, and righteously, and piously in the present age, (aiōn )
Opdat wij, gerechtvaardigd zijnde door Zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hope des eeuwigen levens. (aiōnios )
that having been declared righteous by His grace, we may become heirs according to the hope of continuous life. (aiōnios )
Want veellicht is hij daarom voor een kleinen tijd van u gescheiden geweest, opdat gij hem eeuwig zoudt weder hebben. (aiōnios )
for perhaps because of this he departed for an hour, that you may have him continuously, (aiōnios )
heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon; Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft; (aiōn )
in these last days speaks to us in [His] Son, whom He appointed heir of all things, through whom He also made the ages; (aiōn )
Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de schepter Uws koninkrijks is een rechte schepter. (aiōn )
but to the Son: “Your throne, O God, [is] throughout the age of the age; The scepter of righteousness [is the] scepter of Your kingdom; (aiōn )
Gelijk Hij ook in een andere plaats zegt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. (aiōn )
just as He also says in another [place], “You [are] a priest throughout the age, according to the order of Melchizedek”; (aiōn )
En geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak der eeuwige zaligheid geworden; (aiōnios )
and having been made perfect, He became the cause of continuous salvation to all those obeying Him, (aiōnios )
Van de leer der dopen, en van de oplegging der handen, en van de opstanding der doden, en van het eeuwig oordeel. (aiōnios )
of the teaching of immersions, also of laying on of hands, also of [the] resurrection of the dead, and of continuous judgment, (aiōnios )
En gesmaakt hebben het goede woord Gods, en de krachten der toekomende eeuw, (aiōn )
and tasted the good saying of God, also the powers of the coming age, (aiōn )
Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid. (aiōn )
to where a forerunner entered for us—Jesus, having become Chief Priest throughout the age after the order of Melchizedek. (aiōn )
Want Hij getuigt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek. (aiōn )
for He testifies, “You [are] a priest—throughout the age, according to the order of Melchizedek”; (aiōn )
(want genen zijn wel zonder eedzwering priesters geworden; Maar Deze met eedzwering, door Dien, Die tot Hem gezegd heeft: De Heere heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek). (aiōn )
(for those indeed apart from oath have become priests, and He [became priest] with an oath through Him who is saying to Him, “The LORD swore, and will not regret, You [are] a priest throughout the age, according to the order of Melchizedek”), (aiōn )
Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk Priesterschap. (aiōn )
and He, because of His remaining throughout the age, has the inviolable priesthood, (aiōn )
Want de wet stelt tot hogepriesters mensen, die zwakheid hebben; maar het woord der eedzwering, die na de wet is gevolgd, stelt den Zoon, Die in der eeuwigheid geheiligd is. (aiōn )
for the Law appoints men [as] chief priests, having weakness, but the word of the oath that [is] after the Law [appoints] the Son having been perfected throughout the age. (aiōn )
Noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende. (aiōnios )
neither through blood of goats and calves, but through His own blood, entered in once into the holy places, having obtained continuous redemption; (aiōnios )
Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om den levenden God te dienen? (aiōnios )
how much more will the blood of the Christ (who through the perpetual Spirit offered Himself unblemished to God) purify your conscience from dead works to serve the living God? (aiōnios )
En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, opdat, de dood daartussen gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen, die onder het eerste testament waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. (aiōnios )
And because of this, He is mediator of a new covenant, that [His] death having come for redemption of the transgressions under the first covenant, those called may receive the promise of the continuous inheritance, (aiōnios )
(Anders had Hij dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijnszelfs offerande. (aiōn )
otherwise it was necessary for Him to suffer many times from the foundation of the world, but now He has been revealed once, at the full end of the ages, for [the] annulling of sin through His sacrifice; (aiōn )
Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden. (aiōn )
By faith we understand the ages to have been prepared by a saying of God, in regard to the things seen having not come out of things appearing. (aiōn )
Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid. (aiōn )
Jesus Christ—the same yesterday and today and for all ages. (aiōn )
De God nu des vredes, Die den grote Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus, (aiōnios )
And the God of peace, who brought up the Great Shepherd of the sheep out of the dead—by the blood of a perpetual covenant—our Lord Jesus, (aiōnios )
Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
make you perfect in every good work to do His will, doing in you that which is well-pleasing before Him, through Jesus Christ, to whom [is] the glory through the ages of the ages! Amen. (aiōn )
De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel. (Geenna )
And the tongue [is] a fire, the world of the unrighteousness, so the tongue is set in our members, which is spotting our whole body, and is setting on fire the course of nature, and is set on fire by Gehenna. (Geenna )
Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. (aiōn )
being begotten again, not out of corruptible seed, but incorruptible, through a word of God—living and remaining—throughout the age; (aiōn )
Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is. (aiōn )
but the saying of the LORD remains—throughout the age; and this is the saying of good news that was proclaimed to you. (aiōn )
Indien iemand spreekt, die spreke als de woorden Gods; indien iemand dient, die diene als uit kracht, die God verleent; opdat God in allen geprezen worde door Jezus Christus, Welken toekomt de heerlijkheid en de kracht, in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
if anyone speaks, [speak] as oracles of God; if anyone ministers, [minister] as of the strength which God supplies, so that in all things God may be glorified through Jesus Christ, to whom is the glory and the power through the ages of the ages. Amen. (aiōn )
De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke, en fondere ulieden. (aiōnios )
And the God of all grace, who called you to His perpetual glory in Christ Jesus, having suffered a little, Himself make you perfect, establish, strengthen, settle [you]; (aiōnios )
Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
to Him [is] the glory and the power through the ages and the ages! Amen. (aiōn )
Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. (aiōnios )
in this way the entrance into the continuous kingdom of our Lord and Savior Jesus Christ will be richly supplemented to you. (aiōnios )
Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden; (Tartaroō )
For if God did not spare messengers having sinned, but having cast [them] down to Tartarus with chains of deepest gloom, delivered [them], having been reserved to judgment, (Tartaroō )
Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in den dag der eeuwigheid. Amen. (aiōn )
and increase in grace, and in the knowledge of our Lord and Savior Jesus Christ; to Him [is] the glory both now, and to the day of the age! Amen. (aiōn )
(Want het Leven is geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij getuigen, en verkondigen ulieden dat eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was, en ons is geopenbaard.) (aiōnios )
and the Life appeared, and we have seen, and testify, and declare to you the continuous Life, which was with the Father, and was revealed to us— (aiōnios )
En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, blijft in der eeuwigheid. (aiōn )
and the world is passing away, and the desire of it, but he who is doing the will of God, he remains—throughout the age. (aiōn )
En dit is de belofte, die Hij ons beloofd heeft, namelijk het eeuwige leven. (aiōnios )
and this is the promise that He promised us—the continuous life. (aiōnios )
Een iegelijk, die zijn broeder haat, is een doodslager; en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende. (aiōnios )
Everyone who is hating his brother is a manslayer, and you have known that no manslayer has continuous life remaining in him; (aiōnios )
En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en ditzelve leven is in Zijn Zoon. (aiōnios )
and this is the testimony, that God gave continuous life to us, and this life is in His Son; (aiōnios )
Deze dingen heb ik u geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God; opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God. (aiōnios )
I wrote these things to you who are believing in the Name of the Son of God, that you may know that you have continuous life, and that you may believe in the Name of the Son of God. (aiōnios )
Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen; en wij zijn in den Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God, en het eeuwige Leven. (aiōnios )
but we have known that the Son of God has come, and has given us a mind that we may know Him who is true, and we are in Him who is true, in His Son Jesus Christ; this One is the true God and the continuous Life! (aiōnios )
Om der waarheid wil, die in ons blijft, en met ons zal zijn in der eeuwigheid: (aiōn )
because of the truth that is remaining in us, and will be with us throughout the age, (aiōn )
En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten dags met eeuwige banden onder de duisternis bewaard. (aïdios )
messengers also, those who did not keep their own principality, but left their proper dwelling, He has kept in eternal bonds under darkness until [the] judgment of [the] great day, (aïdios )
Gelijk Sodoma en Gomorra, en de steden rondom dezelve, die op gelijke wijze als deze gehoereerd hebben, en ander vlees zijn nagegaan, tot een voorbeeld voorgesteld zijn, dragende de straf des eeuwigen vuurs. (aiōnios )
as Sodom and Gomorrah, and the cities around them, in like manner to these [messengers], having given themselves to whoredom, and having gone after other flesh, have been set before [as] an example, undergoing the justice of continuous fire. (aiōnios )
Wilde baren der zee, hun eigen schande opschuimende; dwalende sterren, denwelken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt. (aiōn )
wild waves of a sea, foaming up their own shameful [deeds]; stars going astray, for whom the gloom of the darkness throughout the age has been kept. (aiōn )
Bewaart uzelven in de liefde Gods, verwachtende de barmhartigheid van onzen Heere Jezus Christus ten eeuwigen leven. (aiōnios )
keep yourselves in the love of God, waiting for the mercy of our Lord Jesus Christ [resulting] in continuous life; (aiōnios )
Den alleen wijzen God, onzen Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, beide nu en in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
to the only wise God our Savior, [is] glory and greatness, power and authority, both now and forever! Amen. (aiōn )
En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
[He] has also made us kings and priests to His God and Father, to Him—the glory and the power through the ages of the ages! Amen. (aiōn )
En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods. (aiōn , Hadēs )
and He who is living, and I became dead, and behold, I am living through the ages of the ages. Amen! And I have the keys of Hades and of death. (aiōn , Hadēs )
En wanneer de dieren heerlijkheid, en eer, en dankzegging gaven Hem, Die op den troon zat, Die in alle eeuwigheid leeft; (aiōn )
and when the living creatures give glory, and honor, and thanksgiving, to the [One] sitting on the throne, the [One] living through the ages of the ages, (aiōn )
Zo vielen de vier en twintig ouderlingen voor Hem, Die op den troon zat, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen voor den troon, zeggende: (aiōn )
the twenty-four elders will fall down before the [One] sitting on the throne, and worship the [One] living through the ages of the ages, and they will cast their garlands before the throne, saying, (aiōn )
En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. (aiōn )
And every creature that is in Heaven, and on the earth, and under the earth, and the things that are on the sea, and all things in them, I heard saying, “To Him who is sitting on the throne and to the Lamb—the blessing, and the honor, and the glory, and the might—through the ages of the ages!” (aiōn )
En ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met zwaard, en met honger, en met den dood, en door de wilde beesten der aarde. (Hadēs )
And I saw, and behold, a pale horse, and he who is sitting on him—his name is Death, and Hades follows with him, and there was given to them authority to kill over the fourth part of the earth with sword, and with hunger, and with death, and by the beasts of the earth. (Hadēs )
Zeggende: Amen. De lof, en de heerlijkheid, en de wijsheid, en de dankzegging, en de eer, en de kracht, en de sterkte zij onzen God in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
saying, “Amen! The blessing, and the glory, and the wisdom, and the thanksgiving, and the honor, and the power, and the strength, [are] to our God through the ages of the ages! Amen!” (aiōn )
En de vijfde engel heeft gebazuind, en ik zag een ster, gevallen uit den hemel op de aarde, en haar werd gegeven de sleutel van den put des afgronds. (Abyssos )
And the fifth messenger sounded the trumpet, and I saw a star having fallen to the earth out of Heaven, and there was given to him the key of the pit of the abyss, (Abyssos )
En zij heeft den put des afgronds geopend; en er is rook opgegaan uit den put, als rook eens groten ovens; en de zon en de lucht is verduisterd geworden van den rook des puts. (Abyssos )
and [he] opened the pit of the abyss, and there came up a smoke out of the pit as smoke of a great furnace, and the sun and the air were darkened from the smoke of the pit. (Abyssos )
En zij hadden over zich tot een koning den engel des afgronds; zijn naam was in het Hebreeuws Abaddon, en in de Griekse taal had hij den naam Apollyon. (Abyssos )
and they have over them a king—the messenger of the abyss—a name [is] to him in Hebrew, Abaddon, and in the Greek he has a name, Apollyon. (Abyssos )
En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn; (aiōn )
and swore by Him who lives through the ages of the ages, who created the sky and the things in it, and the land and the things in it, and the sea and the things in it—that time will not be yet, (aiōn )
En als zij hun getuigenis zullen geeindigd hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun krijg aandoen, en het zal hen overwinnen, en zal hen doden. (Abyssos )
And when they may finish their testimony, the beast that is coming up out of the abyss will make war with them, and overcome them, and kill them, (Abyssos )
En de zevende engel heeft gebazuind, en er geschiedden grote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden onzes Heeren en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid. (aiōn )
And the seventh messenger sounded the trumpet, and there came great voices in Heaven, saying, “The kingdoms of the world became [those] of our Lord and of His Christ, and He will reign through the ages of the ages!” (aiōn )
En ik zag een anderen engel, vliegende in het midden des hemels, en hij had het eeuwige Evangelie, om te verkondigen dengenen, die op de aarde wonen, en aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk; (aiōnios )
And I saw another messenger flying in midair, having continuous good news to proclaim to those dwelling on the earth, and to every nation, and tribe, and tongue, and people, (aiōnios )
En de rook van hun pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest aanbidden en zijn beeld, en zo iemand het merkteken zijns naams ontvangt. (aiōn )
and the smoke of their torment goes up through ages of ages; and they have no rest day and night, who are worshiping the beast and his image, also if any receive the mark of his name. (aiōn )
En een van de vier dieren gaf den zeven engelen zeven gouden fiolen, vol van den toorn Gods, Die in alle eeuwigheid leeft. (aiōn )
and one of the four living creatures gave to the seven messengers seven golden bowls, full of the wrath of God, who is living through the ages of the ages; (aiōn )
Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen verwonderd zijn (welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is. (Abyssos )
The beast that you saw: it was, and it is not, and it is about to come up out of the abyss, and to go away to destruction, and those dwelling on the earth will wonder, whose names have not been written on the Scroll of Life from the foundation of the world, beholding the beast that was, and is not, although it is. (Abyssos )
En zij zeiden ten tweeden maal: Halleluja! En haar rook gaat op in alle eeuwigheid. (aiōn )
and a second time they said, “Hallelujah”; and her smoke comes up through the ages of the ages! (aiōn )
En het beest werd gegrepen, en met hetzelve de valse profeet, die de tekenen in de tegenwoordigheid van hetzelve gedaan had, door welke hij verleid had, die het merkteken van het beest ontvangen hadden, en die deszelfs beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in den poel des vuurs, die met sulfer brandt. (Limnē Pyr )
and the beast was taken, and with him the false prophet who did the signs before him, in which he led astray those who received the mark of the beast, and those who worshiped his image; the two were cast living into the lake of the fire that is burning with brimstone; (Limnē Pyr )
En ik zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den sleutel des afgronds, en een grote keten in zijn hand; (Abyssos )
And I saw a messenger coming down out of Heaven, having the key of the abyss, and a great chain over his hand, (Abyssos )
En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geeindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden. (Abyssos )
and he cast him into the abyss, and shut him up, and put a seal on him, that he may no longer lead the nations astray, until the one thousand years may be completed; and after these it is necessary for him to be loosed a short time. (Abyssos )
En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en sulfers, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid. (aiōn , Limnē Pyr )
and the Devil, who is leading them astray, was cast into the lake of fire and brimstone where the beast and the false prophet [are], and they will be tormented day and night through the ages of the ages. (aiōn , Limnē Pyr )
En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken. (Hadēs )
and the sea gave up those dead in it, and death and Hades gave up the dead in them, and they were judged, each one according to their works; (Hadēs )
En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood. (Hadēs , Limnē Pyr )
and death and Hades were cast into the lake of the fire—this [is] the second death; (Hadēs , Limnē Pyr )
En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs. (Limnē Pyr )
and if anyone was not found written in the Scroll of Life, he was cast into the lake of the fire. (Limnē Pyr )
Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood. (Limnē Pyr )
But to fearful, and unsteadfast, and abominable, and murderers, and whoremongers, and sorcerers, and idolaters, and all the liars, their part [is] in the lake that is burning with fire and brimstone, which is the second death.” (Limnē Pyr )
En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben; want de Heere God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid. (aiōn )
and there will be no night there, and they have no need of [the] light of a lamp and of [the] light of [the] sun, because the LORD God gives them light, and they will reign through the ages of the ages. (aiōn )
Looft Hem met hel klinkende cimbalen; looft Hem met cimbalen van vreugdegeluid! ()
Deze zijn waterloze fonteinen, wolken van een draaiwind gedreven, denwelken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt. ()