< Brojevi 28 >
2 “Naredi Izraelcima i reci im: 'Točno u određeno vrijeme prinosite mi moje prinose, moju hranu - žrtve paljene meni na ugodan miris.'
Geef de Israëlieten het volgende bevel: Gij moet er voor zorgen, Mij mijn offergaven, mijn spijs, mijn heerlijk geurende vuuroffers, op de vastgestelde tijden te brengen.
3 Reci im: Ovo su žrtve paljene koje ćete prinositi Jahvi: Svaki dan dva jednogodišnja janjca bez mane kao trajnu paljenicu.
Gij moet hun zeggen: Dit is het vuuroffer, dat gij dagelijks als een regelmatig brandoffer aan Jahweh moet brengen: twee gave lammeren van een jaar oud.
4 Jedno janje prinosite jutrom, a drugo janje prinosite u suton.
Het ene lam moet gij des morgens offeren, het andere lam tegen de avond.
5 A za prinosnicu desetinu efe najboljeg brašna, zamiješena u četvrtini hina čistoga ulja.
Verder als spijsoffer een tiende efa meelbloem met een vierde hin gestoten olie gemengd.
6 Trajna je to paljenica koja je već bila prinesena na Sinajskom brdu - žrtva spaljena na ugodan miris Jahvi.
Dit is het dagelijkse brandoffer, dat op de berg Sinaï is ingesteld, als een heerlijk geurend vuuroffer voor Jahweh.
7 Njezina ljevanica neka se sastoji od četvrtine hina za svako janje. Ljevanica vina neka se Jahvi izlijeva u Svetištu.
Verder als plengoffer, dat bij ieder lam hoort, een vierde hin wijn; in het heiligdom moogt gij slechts gegiste drank voor Jahweh plengen.
8 Drugo janje prinosite u suton. Prinosi ga kao i jutarnju prinosnicu i njezinu ljevanicu: kao žrtvu spaljenu Jahvi na ugodan miris.”
Als ge tegen de avond het tweede lam offert, moet gij het evenals des morgens met een spijsoffer en met het daarbij horend plengoffer als een heerlijk geurend vuuroffer aan Jahweh opdragen.
9 “Na subotnji dan: dva jednogodišnja janjeta bez mane i dvije desetine efe najboljeg brašna, zamiješena s uljem, za prinosnicu, s njezinom ljevanicom.
Op de sabbat bovendien nog twee gave lammeren van een jaar oud met twee issaron meelbloem, met olie gemengd, als spijsoffer, en het daarbij horend plengoffer.
10 Neka se subotnja paljenica svake subote dodaje trajnoj paljenici i njezinoj ljevanici.”
Dit is het brandoffer, dat iedere sabbat, behalve het dagelijkse brand- en plengoffer, moet worden opgedragen.
11 “Na početku vaših mjeseci prinosite Jahvi za paljenicu: dva junca, jednoga ovna i sedam jednogodišnjih janjaca bez mane.
Op de eerste van iedere maand moet gij als brandoffer twee jonge stieren, een ram en zeven gave lammeren van een jaar oud aan Jahweh brengen.
12 Za pojedinog junca kao prinosnicu: tri desetine najboljeg brašna zamiješena s uljem; za svakog ovna kao prinosnicu: dvije desetine efe najboljeg brašna zamiješena s uljem.
Als spijsoffer bij iederen jongen stier drie issaron meelbloem, met olie gemengd; als spijsoffer bij iederen ram twee issaron meelbloem, met olie gemengd;
13 Za svako janje jednu desetinu efe najboljeg brašna zamiješena s uljem kao prinosnicu. To je paljenica spaljena na ugodan miris Jahvi.
en bij ieder lam telkens een issaron meelbloem, met olie gemengd, als spijsoffer. Dit is een brandoffer, een heerlijk geurend vuuroffer voor Jahweh.
14 Njihove ljevanice neka budu: na junca polovica hina vina; na ovna trećina hina; na janje četvrtina hina. To neka bude mjesečna paljenica na mlađak svakog mjeseca u godini.
Vervolgens de plengoffers, die er bij horen; een halve hin wijn bij den jongen stier, een derde hin bij den ram, en een vierde hin bij ieder lam. Dit is dus het brandoffer bij iedere nieuwe maan van alle maanden van het jaar.
15 Povrh trajne paljenice neka se Jahvi prinosi jedan jarac kao okajnica s njezinom ljevanicom.”
Bovendien moet buiten het dagelijkse brandoffer nog een geitebok als zondeoffer aan Jahweh worden opgedragen met het daarbij horend plengoffer.
16 “Prvoga mjeseca, četrnaestoga dana u mjesecu, Jahvina je Pasha,
Op de veertiende dag van de eerste maand moet het Pascha van Jahweh worden gehouden,
17 a petnaestoga dana toga mjeseca jest blagdan. Neka se sedam dana jedu beskvasni hljebovi.
en op de vijftiende dag van die maand is het feest; zeven dagen lang moeten ongedesemde broden worden gegeten.
18 Prvog dana neka bude sveti saziv. Nikakva težačkog posla nemojte raditi.
Op de eerste dag moet een godsdienstige bijeenkomst worden gehouden, en mag geen slafelijke arbeid worden verricht.
19 Prinesite Jahvi žrtvu paljenu, žrtvu paljenicu: dva junca, jednoga ovna i sedam jednogodišnjih janjaca. Neka vam budu bez mane.
Dan moet ge als vuuroffer aan Jahweh een brandoffer opdragen, dat uit twee jonge stieren, een ram en zeven eenjarige lammeren moet bestaan; gave dieren moet ge nemen.
20 Njihova prinosnica, od najboljeg brašna zamiješena s uljem, neka bude: tri desetine efe na junca, dvije desetine efe na ovna,
Verder moet ge als het daarbij horend spijsoffer bij iederen jongen stier drie issaron meelbloem, met olie gemengd, opdragen, bij den ram twee issaron,
21 a na svakoga od onih sedam janjaca neka bude jedna desetina efe.
en bij ieder van de zeven lammeren telkens een issaron.
22 Neka bude jedan jarac kao okajnica, da se nad vama izvrši obred pomirenja.
Bovendien nog een bok als zondeoffer, om verzoening voor u te verkrijgen.
23 Ovo prinosite povrh jutarnje paljenice, koje se prinosi kao trajna paljenica.
Dit alles moet ge opdragen buiten het dagelijkse brandoffer van iedere morgen.
24 Tako činite svaki dan za sedam dana; to je hrana, žrtva paljena na ugodan miris Jahvi. To neka se prinosi povrh trajne paljenice i njezine ljevanice.
Op elk van de zeven dagen moet ge dus buiten het dagelijkse brandoffer, als spijs een heerlijk geurend vuuroffer aan Jahweh opdragen, met het plengoffer dat er bij hoort.
25 Sedmoga dana neka vam bude sveti savez. Nikakva težačkog posla nemojte raditi!”
Op de zevende dag moet ge een godsdienstige bijeenkomst houden en moogt ge geen slafelijke arbeid verrichten.
26 “I na Dan prvina - na svoj Blagdan sedmica - kad budete Jahvi prinosili prinosnicu, imajte sveti saziv: nikakva težačkog posla nemojte raditi.
Op de dag der eerstelingen, op uw feest der weken, wanneer ge een nieuw spijsoffer aan Jahweh brengt, moet ge een godsdienstige bijeenkomst houden, en moogt ge geen slafelijke arbeid verrichten.
27 Za paljenicu na ugodan miris Jahvi prinesite dva junca, jednoga ovna i sedam jednogodišnjih janjaca.
Dan moet ge een heerlijk geurend brandoffer aan Jahweh opdragen van twee jonge stieren, een ram, en zeven eenjarige lammeren; gave dieren moet ge nemen.
28 Njihova prinosnica, od najboljeg brašna zamiješena s uljem, neka bude: na pojedinog junca tri desetine efe, na pojedinoga ovna dvije desetine efe,
Verder als het daarbij horende spijsoffer bij iederen stier drie issaron meelbloem, met olie gemengd, twee issaron bij iederen ram,
29 a jedna desetina efe na svakoga od onih sedam janjaca.
en telkens een issaron bij ieder van de zeven lammeren.
30 Neka bude i jedan jarac kao okajnica, da se nad vama izvrši obred pomirenja.
Bovendien nog een geitebok, als zondeoffer om verzoening voor u te verkrijgen.
31 Prinosite ih povrh trajne paljenice i njezine prinosnice, a neka vam budu bez mane one i njihove ljevanice.”
Ge moet dat met de daarbij horende plengoffers opdragen buiten het dagelijkse brand- en spijsoffer.